Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal
ostbus 20018
P
2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 18 februari 2008 FEZ/EA/2008/6405 6 februari 2008 2070810440

Onderwerp
Kamervragen van Jan Jacob van Dijk

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Jan Jacob van Dijk van uw Kamer inzake een docent die verplicht met pensioen gaat.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

6
44
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OCW 11 Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 2/2

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Jan Jacob van Dijk van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 5 februari 2008, kenmerk 2070810440)


1 Vraag: Bent u bekend met het artikel "Juf kan er niet mee stoppen"? 1

Antwoord: Ja


2 Vraag: Vindt u het een legitieme reden van een bestuur om op grond van een financiële overweging een docent die graag door wil gaan, te verplichten om met pensioen te gaan? Zo ja, hoe verhoudt zich dit met uw beleid om het toekomstige lerarentekort tegen te gaan en hoe verhoudt zich dit met het artikel "Ook ambtenaar 65+? 2. Zo neen, welke mogelijkheden ziet u om maatregelen te treffen zodat er geen algemene tendens bij besturen zal ontstaan om oude, dure en ervaren docenten verplicht met pensioen te laten gaan?

Antwoord: In het algemeen merk ik op dat ik verdere verbetering van de arbeidsparticipatie van ouderen, incl. 65-plussers, ook in het kader van het actieplan leerkracht van groot belang acht. In dat kader is relevant dat ook voor het onderwijspersoneel, met het akkoord over VUT/Prepensioen en Levensloop (VPL) in 2005, de financiële prikkel om langer door te werken is toegenomen. Dit leidt nu al tot een zichtbare verhoging van de leeftijd waarop onderwijspersoneel uittreedt.
Het aangaan of continueren van een arbeidscontract na de leeftijd van 65 jaar is een zaak tussen de school en de leerkracht. De secundaire arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs (PO) zijn per 1 augustus 2006 gedecentraliseerd. De (gedecentraliseerde) CAO PO 2006-2008 vermeldt in artikel 3.7 dat de arbeidsovereenkomst door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar eindigt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de pensioengerechtigde leeftijd wordt bereikt, of op een latere datum die door partijen is overeengekomen. Er kan derhalve na het bereiken van de 65-jarige leeftijd worden doorgewerkt, zij het dat daarvoor de instemming van zowel school als docent nodig is. Deze mogelijkheden kunnen worden verruimd, zoals is gebeurd met de tijdelijke regeling voor rijksambtenaren die in het artikel "Ook ambtenaar 65+?" wordt genoemd. Op grond van die tijdelijke regeling kunnen rijksambtenaren die dat willen, doorwerken tot na de 65 jarige leeftijd; alleen om zwaarwegende redenen kan de werkgever toestemming weigeren om langer door te werken. Ik zal deze mogelijkheden voor verruiming onder de aandacht brengen van decentrale sociale partners. Het is echter aan CAO-partijen om hier concreet invulling aan te geven. Tenslotte merk ik op dat belemmeringen in de onderwijswetgeving en het (destijds nog niet gedecentraliseerde) Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel voor het in dienst nemen of houden van personen van 65 jaar en ouder reeds enkele jaren geleden zijn weggenomen (Stb. 2001, 209 en Stb. 2002, 143).


1 Algemeen Dagblad, 23 januari 2008

2 De Telegraaf, 31 januari 2008
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl