Radboud Universiteit Nijmegen
Inburgeringstoetsen: betere integratie of verdere uitsluiting?
Nederland vervult voor veel landen een voorbeeldfunctie met de
inburgerings- en taaltoetsen, die eerst in het thuisland en later in
Nederland moeten worden gemaakt. Vrijdag 15 februari houdt het Centrum
voor Migratierecht een seminar over taal- en inburgeringstesten in
Europese landen. Wetenschappers uit verschillende Europese
landen geven uitleg over de actuele situatie in hun land.
'Onze' inburgeringstoets in het buitenland, door minister Verdonk
ingevoerd in maart 2006, wordt als succesvol gezien omdat het aantal
aanvragen voor gezinshereniging is gedaald. In 2006 waren er 25
procent minder aanvragen voor gezinshereniging dan in het jaar
daarvoor. In 2007 is het aantal aanvragen verder gedaald.
Dergelijke toetsen worden in steeds meer Europese landen aan
nieuwkomers voorgelegd, zonder dat er duidelijkheid is over het
resultaat van dergelijke toetsen. Hebben de maatregelen inderdaad
geleid tot betere integratie in het `gastland' of hebben ze eerder
geleid tot uitsluiting? Experts uit België, Denemarken, Duitsland,
Frankrijk, Hongarije, Letland, Oostenrijk en Nederland laten hun licht
schijnen op het integratiebeleid en het gebruik van taal- en
integratietoetsen in hun land en de effecten hiervan.
Op het seminar zijn ook beleidsmakers aanwezig van het ministerie van
VROM, het departement van minister Vogelaar dat verantwoordelijk is
voor wonen, wijken en integratie. Onder andere komt aan de orde welke
regels het beste zijn om integratie te stimuleren.
Mr. Ricky van Oers en mr. Betty de Hart, verbonden aan het Nijmeegs
Centrum voor Migratierecht, gaan in op de Nederlandse praktijk. Ricky
van Oers laat zien hoe naturalisatietoetsen in Nederland en het
Verenigd Koninkrijk zijn geregeld, Betty de Hart zal reageren op
bijdragen over de praktijk in Denemarken en Oostenrijk. Het seminar
wordt voorgezeten door prof. Kees Groenendijk en prof. Roel Fernhout.