Ministerraad
Onderzoek marktwerking naar Tweede Kamer
Persbericht | 15-02-2008
De ministerraad heeft op voorstel van minister Van der Hoeven van
Economische Zaken ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van het
onderzoek Effecten marktwerkingsbeleid. In het onderzoek is gekeken
naar de ontwikkeling in elf sectoren: luchtvaart, telecom, post,
energie, spoorgoederenvervoer, decentraal openbaar vervoer, curatieve
zorg, re-integratiediensten, kinderopvang, taxivervoer en notariaat na
invoering van marktwerking. Uit het onderzoek blijkt dat de consument
meer keuzevrijheid heeft gekregen, dat de doelmatigheid is gestegen en
dat de toegankelijkheid gelijk is gebleven. Voor de toekomst geldt dat
marktwerking een nuttig instrument is om doelmatiger te werken.
Voorwaarde is wel dat het niveau van kwaliteit en toegankelijkheid
wordt gewaarborgd.
Uit het rapport blijkt dat in vijf van de elf sectoren (luchtvaart,
telecom, notariaat, kinderopvang en taxi) de werkgelegenheid is
toegenomen. In de sectoren energie, spoorgoederenvervoer en decentraal
openbaar vervoer is het gedaald doordat er efficiënter wordt gewerkt.
Het uurloon (gecorrigeerd voor inflatie) is in de sectoren energie,
decentraal openbaar vervoer, kinderopvang, taxi en notariaat gestegen.
Bij de post, luchtvaart en telecom is dat niet het geval. De
toegankelijkheid voor de consument is in bijna alle sectoren tenminste
gelijk gebleven en de keuzevrijheid is toegenomen. In de sectoren
luchtvaart, telecom, spoorgoederenvervoer, post en notariaat zijn de
prijzen gedaald. In de zorg zijn de premies minder hard gestegen dan
op basis van de verwachte zorguitgaven verwacht mocht worden. In de
taxi, het decentraal openbaar vervoer en de energiesector zijn de
prijzen gestegen. Voor de energie kan dit verklaard worden door de
stijgende olieprijzen.
Marktwerking kan een goed instrument zijn, als het niveau van
kwaliteit en toegankelijkheid wordt gewaarborgd. Het werkt alleen als
er voor de consument wat te kiezen is en er genoeg prijsverschil is.
Ook moet er aandacht zijn voor de 'verliezer' van marktwerking. Dit
geldt met name voor de werknemers waarvan de positie onder druk komt
te staan.