Ministerraad
Kabinet schaft burgemeestersreferendum af
Persbericht | 15-02-2008
De ministerraad heeft op voorstel van minister Ter Horst van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens
staatssecretaris Bijleveld-Schouten, besloten de mogelijkheid tot het
houden van een raadplegend burgemeestersreferendum te beëindigen.
Daartoe zal de Gemeentewet worden gewijzigd.
Het kabinet heeft bij dit besluit in overweging genomen dat het
burgemeestersreferendum niet gebleken is bevorderlijk te zijn voor de
status van het ambt van burgemeester. Ook is er weinig tot geen
mogelijkheid voor profilering omdat de burgemeester een onafhankelijke
en onpartijdige positie inneemt in het lokaal bestuur.
Het burgemeestersreferendum, dat in 2001 mogelijk is gemaakt, was
bedoeld als opmaat naar de rechtstreeks gekozen burgemeester. Het
huidige kabinet heeft echter afgezien van de invoering hiervan. Dat
maakt dat ook het burgemeestersreferendum kan komen te vervallen. Het
besluit om het burgemeestersreferendum te subsidiëren was al eerder
ingetrokken. De belangstelling van gemeenteraden en burgers voor het
referendum is gering gebleken. Sinds 2001 is acht keer een
burgemeestersreferendum gehouden, op een totaal van ongeveer 350
burgemeestersvacatures. Drie keer (Zoetermeer, Utrecht en Eindhoven)
was de opkomst onder de 30 procent. Drie keer viel het referendum
samen met gemeenteraads- of provinciale statenverkiezingen, waardoor
niet met zekerheid kan worden gesteld dat het opkomstpercentage ook
zonder deze samenloop zou zijn gehaald. De Tweede Kamer heeft eind
vorig jaar een motie aangenomen om het burgemeestersreferendum af te
schaffen.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.