Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over economische zones Nederlandse
Antillen
14 februari 2008
Tijdens het vragenuur op 12 februari 2008 heeft het Kamerlid Van Raak
in herinnering geroepen dat hij op 23 januari 2007 vragen heeft
gesteld over de belastingparadijzen op de Nederlandse Antillen.
Volgens de heer Van Raak is een deel van zijn vragen niet beantwoord.
De heer Van Raak rappelleerde en wil naast de antwoorden ook een
verantwoording waarom het zo lang duurt dat deze vragen beantwoord
worden. Namens de staatssecretaris kan ik u hierover het volgende
melden.
Op 23 januari 2007 heeft de heer van Raak Kamervragen gesteld over de
Economische Zones in de zin van de Landsverordening economische zones
2000 in de Nederlandse Antillen. Op 20 maart 2007 is hierop
geantwoord. Op 10 april 2007 heeft de heer Van Raak opnieuw vragen
gesteld over de economische zones in de Nederlandse Antillen. Op 16
mei 2007 is hierop geantwoord. Gegeven de genoemde antwoorden was de
staatssecretaris in de veronderstelling dat naar behoren op de vragen
van de heer Van Raak was gereageerd.
Een deel van de vragen van 23 januari 2007 is doorgeleid aan de
regering van de Nederlandse Antillen. Hierop is helaas nog altijd geen
antwoord ontvangen. Doorgeleiding was noodzakelijk omdat het Land
Nederlandse Antillen, net als Aruba, op fiscaal terrein autonoom is.
Nederland heeft hier geen formele bemoeienis en beschikt daardoor niet
over exacte feiten, anders dan de informatie die op het internet te
vinden is. Over de gegevens van bedrijven en opbrengsten van het
totale fiscale stelsel in de Nederlandse Antillen beschik ik evenmin.
Het is aan de regering van de Nederlandse Antillen om hierover te
communiceren. De Minister van Financiën van de Nederlandse Antillen
zal hierover worden gerappelleerd.
In het kader van staatkundige verhoudingen wordt momenteel door het
Ministerie van Financiën en de BES-eilanden samengewerkt aan de
vormgeving van een nieuw fiscaal stelsel. Dit stelsel is momenteel nog
onderwerp van onderzoek en overleg met de BES eilanden. In het kader
van het onderzoek heeft het Ministerie van Financiën een
inventarisatie gemaakt van de relevante fiscale regelingen die
momenteel gelden op de Nederlandse Antillen. In bijlagen bij deze
brief treft u een overzicht aan van zowel de directe belastingen als
de indirecte belastingen op de Nederlandse Antillen. Hierbij dient
vermeld te worden dat dit een inventarisatie is vanuit Nederland, voor
absolute zekerheid met betrekking tot de regelingen is de regering van
de Nederlandse Antillen verantwoordelijk. Ten slotte is de tekst van
de Landsverordening economische zones 2000 bijgevoegd.
Het doel van de economische zones is bedrijven aan te trekken die
betrokken zijn bij internationale handel en daarbij behorende
ondersteunende activiteiten. Er zijn 7 economische zones op Curaçao en
2 op Bonaire (OECD 2005). De economische zones bieden onder meer de
volgende voordelen die investeerders moet overhalen in de Nederlandse
Antillen te investeren:
o 2% belasting over gerealiseerde winsten:
o (onder voorwaarden) vrijstelling van omzetbelasting,
importheffingen, uitvoerrechten en accijnzen.
De Landsverordening economische zones 2000, die de wettelijke basis
vormt voor de speciale economische zones op de Nederlandse Antillen,
is in Europees verband onderzocht in het kader van de Gedragscode
inzake de belastingregeling voor ondernemingen. De conclusie van deze
discussie in de zogenoemde Primarolo groep was dat de Nederlandse
Antillen de regeling diende aan te passen voor zover het bedrijven
betrof die zich bezighielden met financiële dienstverlening. Deze
bedrijven zouden niet mogen worden toegelaten tot een economische
zone. Deze wijziging van de Landsverordening Economische Zones 2000 is
inmiddels aangenomen door de Staten van de Nederlandse Antillen. De
huidige vormgeving van de Landsverordening Economische Zones 2000 kan
dan ook nu de toets der internationale kritiek doorstaan.
De vraag van de heer Van Raak of Nederland deze regeling wil laten
voortbestaan op de BES-eilanden na opheffing van het Land de
Nederlandse Antillen, kan nu nog niet beantwoord worden. Het onderzoek
naar het toekomstige fiscale stelsel voor Bonaire, Saba en Sint
Eustatius is, zoals eerder in deze brief al aangegeven, nog in volle
gang. Ik zal u, samen met de staatssecretaris van Financiën, die
verantwoordelijk is voor het nieuwe fiscale stelsel, te zijner tijd
informeren over het fiscale stelsel op de BES-eilanden. Ik wil hierbij
nog wel opmerken dat de heer Van Raak voornamelijk op de voordelen
voor het grootbedrijf ingaat, iets dat hij klaarblijkelijk geen goede
zaak vindt, terwijl hij minder oog lijkt te hebben voor het belang van
de werkgelegenheid die voor een kleine gemeenschap en economie
hierdoor wordt gecreëerd.
Tegelijkertijd met het verzoek aan de regering van de Nederlandse
Antillen om meer informatie te krijgen over de Economische Zones heb
is een dergelijk verzoek ook aan de Minister van Financiën en
Economische Zaken van Aruba, de heer Swaen, gestuurd. Deze heeft de
staatssecretaris, namens de regering in Aruba, een brief gestuurd met
daarin een overzicht van de mogelijkheden op Aruba wat betreft vrije
zones waar bepaalde fiscale voordelen gelden. De regering van Aruba
schrijft:
"Aruba kent op dit moment een tweetal vrije zones die gelegen zijn in
Oranjestad en Barcadera. De vrije zone in Aruba is gebaseerd op de
Landsverordening vrije zones 2000 (AB 2000, no. 28) het beheer van de
vrije zone is door het land Aruba middels een concessieovereenkomst
overgedragen aan de Free Zone Aruba NV.
Een bedrijf dat gevestigd is in de vrije zone heeft de volgende
fiscale voordelen:
* De winst wordt belast naar een tarief van 2% voor zover deze is
behaald met vrije zone activiteiten;
* De bedrijfsomzet wordt belast naar een tarief van 0% voor zover de
omzet is gerealiseerd met de export van goederen of het verrichten
van diensten aan in het buitenland gevestigde afnemers;
* De invoer van goederen is onderhevig aan een invoerrechtentarief
van 0%;
* De vrijstelling van deviezenprovisie op betalingen in buitenlandse
valuta.
Voor zover de winst is behaald met de levering van goederen aan in
Aruba gevestigde afnemers (leveringen aan het binnenland) is het
normale winstbelastingtarief van 35% van toepassing. Deze levering is
overigens wel aan beperkingen onderhevig. Een bedrijf mag in de eerste
twee operationele haren slechts 25% van de jaarlijkse omzet behalen in
het binnenland. Dit percentage wordt vervolgens met 4% per jaar
afgebouwd, tot in het zevende jaar en de daaropvolgende jaren het
percentage 5% bedraagt.
Over de omzet die is gerealiseerd met de levering van goederen aan het
binnenland is 3% belasting op bedrijfsomzetten verschuldigd en ten
aanzien van die levering zijn tevens invoerrechten verschuldigd naar
de normale invoerrechtentarieven.
Opgemerkt zij dat slechts een naamloze vennootschap die is opgericht
naar Arubaans recht en die vrije zone activiteiten verricht wordt
toegelaten tot de vrije zone. De activiteiten die mogen worden
verricht zijn onder andere:
* Handel in eindproducten (import, opslag en export)
* Dienstverlening met uitzondering van financiële dienstverlening
Kleinhandel verkoop
* Een combinatie van bovengenoemde activiteiten"
Ik neem aan dat ik hiermee de vragen van de heer Van Raak afdoende heb
beantwoord.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Mevrouw dr. G ter Horst
Bestanden
* Kamervragen van Raak 1031 (20 Kb) | Pdf-icoon Pdf-bestand
* Kamervragen Van Raak 1644 (24 Kb) | Pdf-icoon Pdf-bestand
* Inventarisatie NA directe belastingen (58 Kb) | Pdf-icoon
Pdf-bestand
* Inventarisatie NA indirecte belastingen en douane (39 Kb) |
Pdf-icoon Pdf-bestand
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties