Radboud Universiteit Nijmegen
Je wordt mooier van een beugel - maar niet véél mooier
Ongeveer 43 procent van de twaalfjarigen in Nederland wordt orthodontisch behandeld met een beugel. Ze dragen die vooral om er mooier van te worden. Dat worden ze ook - zij het niet heel véél mooier, constateert orthodontist Rosemie Kiekens. Zij promoveert op 14 februari aan de Radboud Universiteit op een onderzoek naar gelaatsesthetiek bij jongeren. Kiekens concludeert ook dat orthodontisten en 'gewone mensen' verschillend oordelen over wat mooi is. En dat is van belang als je de patiënt, en dus diens oordeel, centraal wilt stellen.
Bijna de helft van de twaalfjarigen in Nederland wordt momenteel orthodontisch behandeld, wat doorgaans betekent dat ze een beugel dragen. Het gebit gaat er beter van functioneren, maar het gros van de kinderen doet het vooral om er mooier van te worden.Daar hebben ze groot gelijk in, weet orthodontist Rosemie Kiekens. Zij vond in haar onderzoek dat als je tanden mooi staan, anderen je ook ietsje mooier vinden. Ander wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat mooie mensen vriendelijker, sociaal vaardiger en intelligenter geacht worden dan lelijke mensen. Mooie mensen hebben betere promotiekansen en worden over het algemeen positiever bejegend. 'Ze staan ook positiever in het leven. Dat kan natuurlijk een wisselwerking zijn: als mensen aardig tegen je zijn, is dat van invloed op je zelfbeeld en zelfvertrouwen. Mooie kinderen krijgen ook minder vaak straf dan lelijke, zelfs van hun ouders, van wie je zou denken dat ze niet beoordelen op uiterlijk. Maar dat doen ze dan ook onbewust.'
Wat is mooi?
Of iemand mooi is, hangt vooral af van zijn of haar gezicht. En daarin spelen ogen en mond een belangrijke rol. Dus: orthodontie om mooier te worden, lijkt een verstandige keus. Mits je er dan ook mooier van wordt. Kiekens: 'En dan kom je bij de kernvraag: wat is mooi? Denken patiënten daar net zo over als hun behandelaar? Kijken mannen of vrouwen, oudere of jongere personen daar hetzelfde tegen aan? En zijn er objectieve maten te geven waaraan een gezicht moet voldoen om mooi gevonden te worden?' Hoewel een grote groep jongeren in behandeling is bij de orthodontist, is daar nog weinig vakliteratuur over: 'Het onderzoek naar gelaatsesthetiek wordt vooral uitgevoerd door kaakchirurgen en plastisch chirurgen. Artikelen gaan dan ook vooral over hun belangrijkste doelgroep: volwassenen.'
Leken sneller tevreden
Kiekens vroeg zich eerst af: wat wordt over het algemeen mooi gevonden? Ze legde fotoseries van 64 kinderen tussen de 10 en 16 jaar voor aan 78 leken en 89 orthodontisten. In grote lijnen waren de beoordelaars het wel met elkaar eens over wat een mooi of lelijk gezicht is, maar er waren wel wát verschillen tussen leken en orthodontisten, mannelijke en vrouwelijke, jonge en oudere, en Belgische en Nederlandse beoordelaars. Kiekens: 'Orthodontisten zijn wat kritischer dan leken, vrouwen ook en jongeren eveneens.' Leken zijn sneller tevreden, ouderen en mannen ook. Belgen zijn sneller tevreden dan de Nederlanders, maar niet voor de beoordeelde meisjes.
Die lijn zette zich door bij een tweede test, waarbij Kiekens fotoseries van 64 andere kinderen, vóór en ná een orthodontische behandeling, voorlegde aan 74 leken en 87 orthodontisten. 'De meeste leken bleken sneller tevreden te zijn over het resultaat dan orthodontisten. Wat niet vreemd is, want het is hun vak. Maar het is wél goed om je als orthodontist bewust te zijn van het feit dat je misschien wel kritischer kijkt dan de patiënt nodig vindt. Diens oordeel moet de maatstaf zijn, niet dat van de behandelaar.'
Zowel leken als orthodontisten vonden overigens dat kinderen na een orthodontische behandeling mooier waren. 'Maar de verschillen in scores voor en na waren niet groot. Ofwel: je wordt wel mooier van een orthodontische behandeling - maar niet heel veel.'
Objectief mooi
Rosemie Kiekens onderzocht tot slot of er objectieve maten te geven zijn voor wat een gezicht mooi maakt. Diverse onderzoekers zochten in het verleden naar ideale verhoudingen (tussen bijvoorbeeld de lengte van de neus en de afstand van neus tot kin et cetera), meest wenselijke hoeken van kaken enzovoort. Ook wordt de befaamde 'gulden snede' vaak aangehaald als ideale maat. Kiekens vond in de literatuur 46 ideale verhoudingen in een gezicht; in de gezichten die door het testpanel als mooi werden beoordeeld, kwamen er daarvan maar 6 voor. Ook vond ze 26 'ideale hoeken': daarvan zag ze er maar 3 terug in de mooie gezichten. Ofwel: 'Rechte tanden worden mooi gevonden. En, wat onverwachter: de bovenkaak en de boventanden mogen best ietsje naar voren staan. Maar al die andere objectieve maten, en vooral de gulden snede, hebben maar erg weinig van doen met schoonheid.'
Meer in het algemeen maakt Kiekens' onderzoek duidelijk dat orthodontisten meer dan leken naar details kijken, terwijl het bij de beoordeling van mooie gezichten om het geheel gaat. Kiekens, zelf praktiserend orthodontist: 'Ik denk dat wij orthodontisten meer rekening moeten houden met de kijk op schoonheid van onze patiënten.'
De promotie van Rosemie Kiekens vindt plaats op donderdag 14 februari 2008 aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Titel proefschrift: Facial aesthetics in adolescents. Promotores: Prof. dr. A.M. Kuijpers-Jagtman, prof. dr. M.A. van 't Hof. Copromotor: dr. J.C. Maltha. Deze promotie is begeleid vanuit de afdeling Orthodontie en Orale Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen.