Gedeputeerde Staten Zuid-Holland delen zorg CDA-fractie


DEN HAAG, 20080213 -- Het CDA Zuid-Holland heeft met de antwoorden van Gedeputeerde Staten een gedegen visie ontvangen op de gestelde vragen over het onderwerp kust- en waterveiligheid. GS geven aan dat zij de zorg voor kustveiligheid en de financiering hiervan als taak van de landelijke overheid zien. Daarin heeft de provincie een coördinerende en controlerende taak.

GS benadrukken in hun antwoord dat zij deze taak zeer serieus nemen. Zij zien, samen met het IPO (interprovinciaal overleg), voorlopig geen heil in de voorstellen van de Commissie Vellinga die de financiering van de primaire waterkeringen bij de waterschappen wil leggen. In het antwoord van GS staat letterlijk dat de financiering van primaire waterkeringen een taak van het Rijk is en moet blijven.

Eind december legden CDA fractievoorzitter Hans Démoed en CDA Statenlid Wiebrand Dijkstra een zevental schriftelijke vragen voor aan GS. Met deze vragen wilde het CDA meer duidelijkheid hebben over het GS standpunt op het gebied van de zorg voor kustveiligheid en de financiering hiervan.

Het onderwerp kustveiligheid heeft voortdurend aandacht van het CDA Zuid-Holland. Bij de verkiezingen in het voorjaar van 2007 is met het uitbrengen van een Manifest Kustveiligheid een duidelijke positie ingenomen. Voor het CDA Zuid-Holland zijn kust- en waterveiligheid wezenlijke punten waar de overheid een primaire taak heeft. Fractievoorzitter Hans Démoed is dan ook erg blij met de antwoorden van GS: "Wij zijn ingenomen met deze antwoorden van GS, dit geeft duidelijkheid hoe de provincie haar taak op dit belangrijke terrein opvat".





CDA Statenfractie Zuid-Holland