K.V Archivarissen


Acquisitiebeleid en uitvoering in Den Bosch

'Gewaardeerd verleden' vanuit een gemeentelijk perspectief:

Dames en heren

Allereerst wil ik de commissie complimenteren met dit rapport: belangrijk onderwerp dat terecht veel aandacht nu heeft en moet krijgen. Met grote interesse, maar zeker ook kritisch heb ik het doorgenomen.

Ik ben Rolf Hage, stadsarchivaris van s-Hertogenbosch. De KVAN heeft mij gevraagd om een reactie op het rapport van de cie. Jeurgens te geven. Ik doe dit vanuit de stedelijke optiek. Het rapport gaat grotendeels over waardering en selectie op nationaal niveau. Het refereert geregeld aan wat er op regionaal en lokaal niveau gebeurt. Zo spreekt de commissie lovend over de gemeentelijke selectielijst: Weinig bureaucratie, heldere indeling, voor alle gemeenten geldend. Men vindt dat lokale archieven gemakkelijk interessante particuliere archiefvormers kent en benadert.

Graag wil ik vanmiddag met u onze, Bossche praktijk in. Klopt het door de commissie geschetste Wat doen wij met waardering en selectie, wat is nu ons acquisitiebeleid, en nog belangrijker, werkt het? Ik bespreek dat aan de hand van een aantal themas, doorspekt met kritische opmerkingen. Ik sluit af met een aantal conclusies.

Voordat ik begin wil ik als lid van de beroepscode commissie van de KVAN aandacht schenken aan de Beroepcode voor archivarissen in dit verband

Vreemd genoeg wordt deze code niet genoemd in het rapport, terwijl daarin toch genoeg aanknopingspunten staan en zelfs criteria voor waardering en selectie worden genoemd. Een paar voorbeelden:

Art 2:

De archivaris dient de archiefbescheiden op een onpartijdige wijze te selecteren op basis van een grondige kennis van de eisen en van het acquisitiebeleid van de instelling waaraan hij verbonden is.

Onpartijdig? Instelling waaraan de archivaris verbonden is? Dat zou betekenen dat eerst de archiefinstellingen een acquisitiebeleid dienen op te stellen om vervolgens te vernemen wat bijvoorbeeld historici, genealogen, journalisten, bouwhistorici, theologen, sociologen etc zouden willen bewaren..

Art3:

Steekproefsgewijze selectie zal altijd dienen te gebeuren aan de hand van zorgvuldige werkmethoden en criteria.

Art 4:

Selectie ter bewaring of ter vernietiging door de archivaris dient op de eerste plaats om een essentiële getuigenis te bewaren van de activiteiten van personen of instellingen die het archief hebben gevormd of de documenten verzameld. Bij de selectie dient ook rekening te worden gehouden met veranderende onderzoeksbehoeften.

Essentieel: is dat het zelfde als representatief en bijzonder?

Art5

De archivaris dient niet alleen geïnteresseerd te zijn in het verwerven van bestaande archieven, maar ook na te streven dat huidige informatiebeheers- en archiefsystemen vanaf het begin procedures bevatten om documenten van waarde te bewaren.

Kom ik later op terug.

Vanwege de tijd ga ik op deze zaken verder niet in, het zal een goede zaak zijn als de beroepscodecommissie van de KVAN zich buigt over dit rapport en van commentaar gaat voorzien.

Besluit Informatiebeheer

De archivaris is bevoegd om in de archiefbewaarplaats archiefbescheiden en documentatie op te nemen afkomstig van particuliere organisaties of personen indien dit voor de kennis van de lokale of regionale geschiedenis van belang kan worden geacht. Dit staat in artikel 4 van het Besluit Infomatiebeheer van de gemeente s-Hertogenbosch uit 1998.

We kennen op basis van dit artikel de overeenkomst tot in bewaringgeving en de overeenkomst tot schenking. De inbewaringgeving hebben we beperkt tot maximaal 20 jaar; daarna wordt het bestand automatisch eigendom van het Stadsarchief, tenzij daarover uitdrukkelijk andere afspraken zijn gemaakt. We hebben meegemaakt dat bij acquisitie de voorwaarden voor opneming een belangrijke rol spelen bij de particuliere archiefvormer als het gaat om de keuze aan welk archiefdienst het bestand wordt overgedragen.

Opvallend genoeg wordt het gemeentelijke Besluit Informatiebeheer niet genoemd in het rapport. Dit besluit komt voort uit de Archiefwet, art 30 lid 1 waarin staat dat de gemeenteraad een archiefverordening moet vaststellen. Die bevat weer een verwijzing naar nader op te stellen regels voor beheer van archiefbescheiden die nog niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats. Als stedelijke archiefdienst zien wij toe op deze bescheiden. Dat doen wij vooral door veel te praten en te adviseren. Inspectierapporten hebben in het verleden weinig effect gehad.

Het Bib werkt alleen goed als de DIV-afdeling goed functioneert. Helaas is dat tot voor kort niet het geval geweest. Vooral het semi-statische archiefbeheer baarde en baart nog steeds zorgen. Een verwant probleem is dat bij ons de ICT-afdeling in het vacuum van de dossiervorming is gestapt en proceseigenaren oplossingen biedt die voor hen leuk zijn, maar niet altijd oog hebben voor zeg maar centraal en integraal informatiemanagement.

We zullen nog moeten bekijken in hoeverre de overheersing door ICT heeft geleid tot het ontstaan van witte vlekken. Het Besluit Informatiebeheer gaat begin volgend jaar op de schop en SA en DZ willen die zo inrichten dat werkwijzen, rollen en uitgangspunten volstrekt helder worden. En daarna is het tijd om alle proceseigenaren kennis te laten maken met dit instrument, in combinatie met de invoering van een nieuw DMS waarin centraal eenduidige en uniforme archivering de juiste plaats heeft en waardering en selectie op de juiste wijzen en op het juiste moment gaat geschieden.

Misschien helpt het als er voor het rijk een besluit informatiebeheer zou komen?

De Brabantse stukkenlijst

Dit wordt in een noot genoemd in het rapport. De Brabantse stukkenlijst geeft op basis van classificatienummers een verdere onderverdeling van de te bewaren en te vernietigen stukken. De gemeentelijke lijst gaat echter uit van handelingen en maakt daarom een overzichtelijker indruk. Er is sinds kort een commerciële versie die ik nog niet gezien heb.

Vernietigingslijsten

Dat zijn lijsten van alle dossiers gevormd in de gemeentelijke organisatie waarvan de bewaartermijn gaat verstrijken. Ze worden voorgelegd aan de behandelende afdelingshoofden. Die bepalen of dossiers eventueel op een later tijdstip vernietigd moeten worden, of zelfs op bewaren moeten worden afgesteld. Vervolgens komt de lijst bij ons en doen wij als Stadsarchief de zogenaamde Historische Toets. Deze werkwijze komt voort uit ons Besluit Informatiebeheer, art 31. De gemeentelijke selectielijst vormt de basis voor deze vernietigingslijsten. Er is in de jaren 90 een lijst met aanvullende richtlijnen voor vernietiging door Ton Kappelhof, toen hoofd van het bureau archieven, opgesteld. Deze lijst hanteren we nog steeds, het is in feite onze Bossche stukkenlijst.

De commissie Jeurgens acht de archivaris de persoon om aan te geven wat verwijderd mag worden vanuit een erfgoedperspectief. Maar zo nieuw lijkt mij dit niet. Op basis van dit artikel in het Besluit Informatiebeheer bestaat dat dus al in de vorm van de historische toets dus al. We zetten op bewaren bijvoorbeeld dossiers gezondheidszorg, beleidsvorming, gesloopte belangrijke panden, binnenstad, jongeren, allochtonen.

Kenniskaarten

Al weer enkele jaren geleden heeft onze gemeente een Documentair Management Systeem ingevoerd voor alle post en dossiers die niet in het beroemde Bossche digiplu concept horen. Voor iedere afdeling is een invulhulp opgesteld, waarmee medewerkers, ambtenaren zelf inkomende, gescande documenten registreerden. Op deze kenniskaarten waren ook bewaartermijnen aangegeven zoals vermeld op de concept gemeentelijke selectielijst. Wij hebben als Stadsarchief die kenniskaarten op voorhand bekeken en beoordeeld. En hebben zo medebepaald wat er vooraf al als archiefmateriaal te waarderen was en wat niet, en welke bewaar- en vernietigingstermijnen werden gehanteerd, precies volgens het boekje. Door substitutie gebeurt nu allemaal digitaal. De Historische toets doen wij straks aan de hand van vernietigingslijsten van de digitale dossiers. Ik zie helemaal geen probleem met wat de commissie stelt op blz 8: Tussen gebruik van de archieven in de administratie en de waardering van het culturele belang ervan ligt geen zee van tijd meer. Daarmee komen de primaire en de secundaire waarde van archieven in elkaars vaarwater. Dit mag voor PIVOT gelden, op gemeentelijk niveau zie ik dat niet zo.

Convenant 1985

Een wat ouder en eigenlijk wat vergeten instrument is het convenant dat in 1985 gesloten is door de leden van de Kring van Archivarissen in Noord-Brabant in 1985. Op de agrarische sector na worden volgens dit convenant particuliere archieven die van overwegend lokaal belang zijn (zijn geweest) in eerste instantie door het in aanmerking komende gemeente- of streekarchief verworven. Het is echter uiteindelijk de wens van de eigenaar van een archief die de doorslag geeft bij welke archiefdienst de zorg van het archief komt te liggen, zij het dat op de archivarissen de verplichting rust om de eigenaar ervan te overtuigen dat zijn archief op een andere plaats beter tot zijn recht komt.

Adviseren

Ons bureauhoofd Acquisitie, Inspectie en Beheer gaat geregeld op bezoek bij instellingen om over archivering ten behoeve van overdracht aan het Stadsarchief te adviseren. We kennen de locaties en de archieven die interessant kunnen zijn. Een stadsarchief behoort vele netwerken te hebben, ook voor acquisitie. Er zijn ook heemkundekringen die archieven beheren. We adviseren ook hen. Beter ergens zicht op bestanden hebben dan uit het zicht. Het kan zijn dat vanuit een nationaal of lokaal oogpunt deze bestanden historisch gezin niet zo belangrijk lijken, blijkbaar zijn ze wel van waarde voor bepaalde groepen.

Ons eigen Acquisitiebeleidsplan

Al in 2002 is dat plan opgesteld en vastgesteld, daarvoor bestonden er al lijsten van bestanden van zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie.

De term acquisitie wordt in dit rapport gedefinieerd als de verwerving van alle informatie, ongeacht de drager, die bij kan dragen aan de reconstructie van de geschiedenis van de stad 's-Hertogenbosch en van de mensen die daarin geleefd hebben, ongeacht hun ras, politieke overtuiging, religieuze gezindte, geslacht of geboorteplaats. De maatstaven om wel of niet te acquireren moeten sporen met de doelstelling van het Stadsarchief, zoals verwoord in missie en bedrijfsplan.

We constateren in het rapport de noodzaak om relevante archiefvormers en actoren te identificeren. Een soort register bijhouden. In de praktijk blijkt dit streven, zo geef ik toe, in goede bedoelingen steken; we weten globaal toch wel waar wat is.

Onze acquisitiecriteria zijn:

* De behoeften van de gebruiker. Wat wil de klant? Als antwoord krijg je dan vaak: morgen dit, overmorgen dat. Er is echter wel een zekere lijn te bespeuren. Door middel van klantenonderzoeken zouden we die informatie moeten krijgen. We doen dat niet echt gestructureerd, we luisteren goed naar onze bezoekers.
* Representativiteit. Ook dat is door Jeurgens besproken.
* Beschikbaarheid en toegankelijkheid:

Ø Geen verwerving als het bestand voor zeer lange tijd niet geraadpleegd kan of mag worden.

Ø Als het archief niet goed toegankelijkheid is, afhankelijk van de grootte

Ø De materiële staat van de archieven is van belang

Ø De niet raadpleegbare vorm waarin met name digitale archieven beschikbaar zijn, zoals ponsbanden, niet compatible hard- en software

Ø Moeizame toegankelijkheid van bestanden wegens onleesbaarheid: in paleografische zin, of vanwege geschreven in een ons onbekende taal.

De praktijk laat zien dat hoe belangrijker we het archief vinden des te makkelijker we deze beperkingen accepteren.

* Volledigheid. Liefst een compleet archief, niet met missende onderdelen

* Symbolische of kunsthistorische waarde. Lijkt op het criterium van bijzonderheid van de commissie.

* Geografische afbakening. Kijk ook naar het convenant van de KAN uit 1985. Let op categorale archiefdepots. Wat voor ons niet zo interessant is kan wellicht daar beter tot zijn recht komen.

Wat missen we dan concreet:


· kredietwezen (banken en verzekeraars)


· horeca (cafés, restaurants)


· handel (winkels en groothandel)


· openbare nutsbedrijven (gas, water, licht, slachthuis)


· de katholieke kerk, haar organisaties en haar gelovigen


· familiearchieven


· minderheden


· ICT-bedrijven

Wel zou ik naar aanleiding van dit rapport beter willen kijken naar de Hot-spots in de Bossche samenleving. Waar ik grote moeite mee heb is de opmerking op blz 36 in het rapport over landelijke hotspots met lokale, particuliere actoren. Ik citeer: Het Nationaal Archief zou wel afspraken kunnen maken omtrent het beheer van eventueel geselecteerde archieven op lokaal of regionaal niveau. Je mag verwachten dat deze actoren ook lokaal iets betekenen, dat hun archieven op zijn minst vanuit een lokale context bekeken moeten worden. En wat is er mis met beheer op lokaal niveau? Als er echt geen goede archiefbewaarplaats is kan dat een reden zijn om het elders of anders te beheren, maar in de regel is dat niet nodig. Digitaliseer het bestand desnoods.

Leemtelijst: Het Witte vlekken document

Onze wetenschappelijke medewerker heeft al enige tijd geleden een zogenaamde leemtelijst samengesteld van historische onderwerpen waarover we nog te weinig weten en waarnaar nader onderzoek nodig is. Die lijst is echt uitputtend te noemen: 17 paginas waarin alle sectoren van het maatschappelijke leven in s-Hertogenbosch de revue passeren, met vele suggesties voor verder onderzoek en te verwerven bronnen. Er is geen archiefcommissie hiertoe benoemd, toch denk ik dat onderzoekers van het Bossche verleden zich zeer wel kunnen vinden in de geconstateerde leemtes.

Spontane en actieve acquisitie

Archiefdiensten verwerven soms bronnen door bijvoorbeeld de archieffotograaf de stad in laten trekken om veranderende straatbeelden te fotograferen. Ook zijn er oral history projecten bekend. Wij zijn nu nog terughoudend om deze vorm van acquisitie te hanteren, maar dat gaat veranderen verwacht ik.

Wel hebben we onlangs het project De wijkreiziger uitgevoerd. We zijn op buurt- en wijkmarkten gaan staan met een kraam waarin informatie over de historie van de wijk werd gepresenteerd en waar mensen fotos met een verhaal over die wijk konden inleveren. Het resultaat: een honderdtal verhalen en fotos.

Los daarvan brengen mensen spontaan wekelijks wel een foto of een archiefstuk, dat we vaak aannemen.

Denkbaar is dat we in de toekomst veel meer digitale bronnen opnemen, ook van particulieren, verenigingen en bedrijven. Denk aan bijvoorbeeld aan Bossche biografieën: niet alleen van 16^e eeuwse stadsbestuurders maar van mensen, groepen en families die nu leven.

Maak het aantrekkelijk om deze info van privé naar publiek te maken.

Ga meer anticiperen: spreek met instellingen met te acquireren archieven over hoe zij dat het beste on line kunnen doen. Maak een format, heel simpel op basis van een ordeningsschema.

Geef als archiefdienst een zeker keurmerk aan particuliere bronnen die ook publiek worden gemaakt.

Ideeën te over die ik niet terug vind in het rapport.

Dequisitie

Vloeken in de kerk wellicht: het onderwerp van dequisitie, het verwijderen van bestanden uit de archiefbewaarplaats: het vervreemden of vernietigen. Hoort dit ook niet in de discussie thuis? Misschien moeten we ook durven in te zien dat waardering en selectie niet ophouden na overbrenging, toegankelijk making en openbaarmaking, wellicht moeten we bepaalde niveaus van waardering na overbrenging aanleggen en geregeld updaten, afhankelijk van de dan geldende normen.

Geld en sancties

We hebben een acquisitiefonds waar 10.000 in zit. We gebruiken dit geld om etsen of soms fotos voor te kopen. Archieven aanschaffen doen we niet, vooral ook omdat we zelden in catalogi iets aantreffen wat onze aandacht verdient. We houden wel hierbij de beroepscode in het oog

Wij kennen niet zoals andere archieven soms hoge tarieven voor de opslag van materiaal. We nemen om inhoudelijke redenen archieven op, en wel gratis.

Ik wil graag ook het begrip sanctie noemen. Sancties voor vooral overheden en wellicht straks particuliere instellingen wanneer zij hun archieven niet goed op orde hebben en houden. Nu moet dat met veel polderen en zachte drang gebeuren met in het aller-uiterste geval dwangdepot. Daar tegenover staat het financieel stimuleren van particuliere archiefvormers of het aanbieden van middelen zoals een archiefbewaarplaats die simpel en goedkoop in elkaar gezet kan worden, zodat eigenaren zelf beter op hun archieven kunnen letten, mits de openbaarheid maar gegarandeerd is. Ook is het nodig budgetten te creëren voor scanning.

De toekomst

Het Stadsarchief s-Hertogenbosch staat op de nominatie te worden gehuisvest op een plek dichtbij de Markt, het centrum van de binnenstad. Op deze locatie verrijst ook de nieuwe stadsbibliotheek. Ook andere culturele voorzieningen zullen daar een plek vinden. Naar verwachtingen moeten daar jaarlijks vanaf 2012 zon 300.000 mensen komen, blijven, en vooral genieten, zich ontplooien en ontspannen. Dat wil zeggen zon 1000 per dag.

Er is al eens eerder door ik meen Bert Looper gesignaleerd dat we wat publiekstromen betreft aan de vooravond van de derde golf verkeren. Zijn inzichten vertaal ik als volgt in mijn woorden: de eerste groep van publiek bestond uit enkele geleerden in de 19^e eeuw die archieven als het ware weer ontdekten. De tweede golf zou ik willen noemen de mensen die naast de wetenschappers naar de archieven komen: scholieren, genealogen, studenten, schrijvers, journalisten. Veel archiefdiensten zijn ingesteld op deze groepen. Maar de volgende golf voorzie ik als een veel grotere: meer particulieren, gezinnen, verenigingen, deels als archiefvormers, deels als archiefgebruikers, en wel de archieven die zij zelf aanleggen en digitaal online beheren en waarvan een deel publiek is geworden. Op digitaal terrein gebeurt er heel veel: scanning on demand, digikluizen, schoolbank.nl, sharepoints, communities. Buig die om richting de lokale gemeenschap waaruit deze bronnen stammen, maak ze toegankelijk voor een breed publiek, en vooral het stedelijke, lokale publiek maar ook de rest van de wereld. Ik noemde al eerder het on line archiveren door bedrijven en verenigingen waarvan de archieven graag willen hebben. Deze mensen kunnen we namelijk niet alleen maar met verhalen uit de leemtelijst bedienen. Kortom, acquisitie mede inzetten als marketinginstrument?

Er is hierbij ook nog een ander motief: door de nieuwbouw wordt de zorgdrager gewezen op de kosten van archiefbeheer. Juist een brede maatschappelijke betrokkenheid, zichtbaar aanwezig zijn in de samenleving, in zoveel mogelijk facetten van het dagelijkse leven confronteren met het verleden, dat uiteraard van veel recentere aard zal zijn, dat alles wil deze visie en onze ambitie om het Modernste Archief van Nederland te worden. In het rapport lees ik te weinig van dit soort ontwikkelingen en dus manieren van waarderen.

Slotconclusies


-Het rapport verdient screening door de beroepscodecommissie van de KVAN


-Selecteren op basis van representatie en bijzonder op nationaal niveau verdient nadere uitwerking:

denk aan leemtelijst, nationale stukkenlijst, mate van toegankelijkheid, leesbaarheid en volledigheid.


-Ons gemeentelijk acquisitiebeleid zit afdoende in elkaar en het werkt, zeker na lezing van het

rapport, zij het dat we veel geduld en hulp van anderen nodig hebben. Wel kunnen we meer

aandacht schenken aan de hotspots


-Het rapport Jeurgens heeft geen analyse gemaakt van waar nu precies de knelpunten zitten en het is

voor mij niet duidelijk welk probleem nu wordt opgelost. Hoe vinden we het antwoord op de vraag:

wanneer is er sprake van geslaagde waardering en selectie? Nader onderzoek is nodig.


-Er is veel te weinig aandacht voor digitale toekomstmogelijkheden


-Het erfgoedbelang is op lokaal niveau voldoende geëmancipeerd


-Laat geselecteerde archieven of bronnen beheerd worden in de context en op de locatie waar ze zijn

ontstaan


-Zonder extra middelen zoals meer geld voor ondersteuning van particuliere archiefbeheer, grotere

deskundigheid bij en meer waardering voor DIV, realistische sancties, lagere eisen aan depots blijft

dit rapport een wassen neus.

Het rapport "Gewaardeerd verleden" schenkt veel te weinig aandacht aan digitale (toekomst) mogelijkheden bij waardering en selectie.


-Gezien de enorme hoeveelheid informatie die digitaal beschikbaar komt


-idee van ctieve acquisitie: on line archiveren stimuleren; ordeningsschemas maken, openbaarheid afspreken


-misschien juist alleen gedigitaliseerde bestanden van particulieren opnemen


-Kosten te besparen vanwege geen depots


-Bereikbaarheid en raadpleegbaarheid via internet veel groter te maken


-Schaalvergroting

Dus kosten en beschikbaarheid zijn dan ook twee acquisitie-argumenten.


-Dequisitie!

Is het wel waard om bestanden geregeld te updaten?

Na overbrenging nieuwe bewaartermijn aangeven:


-permanent


-na 20 of 50 jaar bekijken


-afhanklijk van de vraag naar informatie uit een bestand

Zie volledig rapport:
www.nationaalarchief.nl/images/waardering_en_selectie.pdf