Radboud Universiteit Nijmegen
Forse groei aantal ivf-baby's
Het aantal ivf/icsi-behandelingen in Nederland is in tien jaar
gestegen van ruim 11.000 in 1996 tot 15.000 in 2005. Dat is een
toename van 40 procent. De kans op een (doorgaande) zwangerschap steeg
van 17,6 procent in 1996 tot 24,4 procent in 2005. Dit is inclusief de
behandelingen met ingevroren embryo's. In 2005 was 1 op de 43
pasgeborenen een ivf- of icsi-kind.
Registratie
In de periode van 1996 tot en met 2005 heeft prof. dr. Jan Kremer,
gynaecoloog bij het UMC St Radboud, voor de Stichting Landelijke
Infertiliteit Registratie de gegevens van alle dertien Nederlandse
ivf-centra verzameld. Zo is er een uniek gegevensbestand ontstaan, dat
het mogelijk maakt om de resultaten van tien jaar ivf-behandelingen
naast elkaar te leggen. Dit gebeurt in een artikel in het Nederlands
Tijdschrift voor Geneeskunde van deze week. Op basis van de
registratie kan geschat worden dat er in ons land in deze periode
bijna 38.000 kinderen als resultaat van ivf of icsi geboren zijn.
Opmars van icsi
De groei van het aantal behandelingen is vooral te danken aan de
toename van het aantal behandelingen met icsi, dat na de introductie
in 1994 aan een enorme opmars is begonnen. Icsi is de methode waarbij
een zaadcel met een pipet rechtstreeks in de eicel wordt gebracht.
Deze methode wordt toegepast als de hoeveelheid goede zaadcellen van
de man te klein is om spontaan, zonder hulp van een pipet, een
bevruchting tot stand te brengen.
Het aantal ivf-behandelingen bereikte een maximum in 2003. In 2004 en
2005 daalde het aantal behandelingen met in totaal 5 procent,
waarschijnlijk als gevolg van de overheidsmaatregel om de eerste
cyclus niet meer te vergoeden. Deze maatregel is onder grote
maatschappelijke druk inmiddels teruggedraaid en sinds januari 2007
worden weer drie cycli vergoed.
Opmerkelijk
De Nederlandse ivf-cijfers zijn vergelijkbaar met de landen om ons
heen. Alleen in de Scandinavische landen worden per 1 miljoen inwoners
meer behandelingen verricht. Het aandeel van icsi ligt in Nederland
onder het Europese gemiddelde. Opvallend is de verdubbeling van het
aantal behandelingen met ingevroren embryo's in deze tien jaar. Steeds
vaker lukt het om embryo's die overgebleven zijn van eerdere
behandelingen op deze manier te benutten.
De stijgende zwangerschapspercentages zijn opmerkelijk, omdat het
aantal teruggeplaatste embryo's per poging in deze jaren juist daalde.
Vrijwel alle centra plaatsen nu maximaal twee embryo's terug, in
plaats van drie. Vaak ook wordt voor terugplaatsing van één embryo
gekozen, om meerlingen te voorkomen. Een meerling gaat gepaard met
hogere risico's voor moeder en baby's.
2006
Ondertussen zijn ook de cijfers over het jaar 2006 bekend
(www.lirinfo.nl). Het succespercentage is in 2006 verder gestegen naar
25,9 procent. Het aantal meerlingen na ivf is in twee jaar
spectaculair gedaald: van 21,4 procent in 2004 naar 14,9 procent in
2006.
J.A.M. Kremer e.a. Tien jaar ivf-resultaten in Nederland (1996-2005).
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. 2008 19 januari.