KPN'ers en TNT'ers dupe van aandeelhoudersbelangen
`Dreigend ontslag ondanks forse bedrijfswinsten, wat telt eigenlijk
nog bij ondernemend Nederland?' Jenneke van Pijpen en Edith Snoey
stonden gisteren in het Parool met een opinie-artikel over de
situaties bij KPN en TNT.
Ondernemingen kiezen voor het tevreden stellen van de aandeelhouder en
in mindere mate voor het personeel. Ondanks goede winstcijfers
kondigen zij forse reorganisaties aan. Werknemers zijn de dupe. Zij
worden met ontslag bedreigd. Enkele recente voorbeelden van sterk
winstgevende bedrijven waar lonen onder druk staan en werknemers voor
hun baan moeten vrezen zijn KPN en TNT.
De winstcijfers van KPN over 2007 zijn goed. In het vierde kwartaal
van 2007 heeft het bedrijf ruim een miljard euro meer winst geboekt
dan verwacht. Toch wil het bedrijf 2.000 extra banen schrappen bovenop
de al aangekondigde 8.000 banen. De beurswaarde van KPN is de
afgelopen zeven jaren gestegen van 12,87 miljard euro eind 2001 naar
22,79 miljard euro nu. In diezelfde periode is het aantal medewerkers
nagenoeg gehalveerd.
TNT Group heeft in het derde kwartaal van 2007 zijn omzet zien stijgen
met 10,5% tot 2648 miljoen euro. De omzet van Post Nederland is
stabiel gebleven. Toch wil TNT voor Nederland fors bezuinigen. Voor de
postmedewerkers betekent dit dat 7000 banen worden geschrapt en dat de
achterblijvende medewerkers honderden euro's per maand moeten
inleveren. Doen ze dat niet dan worden er 11.000 banen geschrapt. TNT
stelt dat zij betere arbeidsvoorwaarden biedt dan de markt en wil deze
25 procent goedkoper maken.
Waar voorheen bij strategische beslissingen de duurzaamheid van het
bedrijf, de werkgelegenheid en daarmee de arbeidsverhoudingen
meetelden, lijken nu alleen de korte termijn belangen van
aandeelhouders leidend. Dit is direct schadelijk voor werknemers en
niet goed voor een sterke Nederlandse economie. Een economie waar wij
met afhankelijk van zijn. Dat tij moet gekeerd!
Veel bedrijven zien hun markt snel veranderen, dat geldt niet in het
minst voor deze bedrijven. Dat de markt, de technologie en daarmee het
bedrijf verandert is logisch. Nederland wordt steeds meer een
kennisintensieve samenleving. Dat is ook precies wat het kabinet wil.
De traditionele maakindustrie verdwijnt. Slim combineren en
ontwikkelen van innovatieve producten en diensten komt hiervoor in de
plaats. Economische bedrijvigheid en welvaart zullen meer en meer
moeten worden gebaseerd op een goed opgeleide beroepsbevolking. Niet
de lage lonen, maar de prijs-kwaliteit verhouding en de
kennisintensiteit van de producten en diensten zijn de voornaamste
concurrentiewapens. De kwaliteit van arbeid speelt hierbij een
doorslaggevende rol. Zowel in banen in het hogere segment als meer aan
de onderkant van de arbeidsmarkt. Juist in de laatste categorie is nog
veel te winnen aan doorstroming en -scholing. Het gaat er om dat
werkgevers moeten durven investeren in werknemers om de doelen te
bereiken. Maar wat laat de praktijk zien?
Steeds meer grote ondernemingen richten zich op een positief verloop
van hun beurskoers. De berichtgeving van KPN was daar zelf expliciet
op gericht. Door de aankondiging van de sanering van 2000 banen zou de
beurskoers een positief verloop krijgen. Op zich is er niets mis met
het streven naar een positieve ontwikkeling van de bedrijfsaandelen.
Gevaarlijker is de trend binnen veel ondernemingen om beurskoersen te
beïnvloeden door op korte termijn winst te maken door de verkoop van
bedrijfsonderdelen, complete concerns of het steeds verder bezuinigen
op het personeel. Er wordt nauwelijks geïnvesteerd in het opleiden van
werknemers, omdat dit de korte termijn winst verminderd. Hierdoor
wordt de betrokkenheid van het personeel bij het bedrijf lager. Wij
zien op alle niveau's binnen de ondernemingen die loyaliteit tanen. Is
dat goed voor het bedrijf? En voor de Nederlandse concurrentiekracht?
De trend die wij zien bij deze twee grote, beursgenoteerde, bedrijven
is duidelijk en niet alleen op deze bedrijven van toepassing. Steeds
vaker komt het aandeelhoudersbelang centraal te staan in
bedrijfsbeslissingen en wordt de factor arbeid alleen als kostenpost
beschouwd. Met het belang van de aandeelhouder - de aanbieder van
kapitaal - moet zeker rekening gehouden worden. De werknemer, die
uiteindelijk de winst moet verdienen, mag echter niet uit het zicht
worden verloren. Het wordt dan ook tijd dat bedrijven én
aandeelhouders zich bezinnen op deze ontwikkelingen en zich
verantwoorden aan de samenleving voor deze strategie. Zijn dit de
arbeidsverhoudingen die we willen in Nederland, in Europa?
Wat ons betreft is het nog niet te laat. Wij spreken met de werknemers
van deze bedrijven en alle andere bedrijven waar deze trend zichtbaar
is. En we blijven vooralsnog spreken met de werkgever om te zorgen dat
er wél rekening wordt gehouden met werknemersbelangen! Wij zijn ervan
overtuigd dat niet alleen de werknemer, maar de gehele maatschappij
daarvan profiteert.
Een gezonde kennisintensieve Nederlandse samenleving, waar
geïnvesteerd wordt in het menselijk kapitaal dient op lange termijn
ook de belangen van de aandeelhouders het beste.
Edith Snoey, voorzitter ABVAKABO FNV
Jenneke van Pijpen, vice-voorzitter ABVAKABO FNV
ABVAKABO FNV