Scoren voor open doel
11-02-2008 | Nieuwspoort, Den Haag |
Toespraak: Koenders - Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Dames en heren,
Gisteren ben ik teruggekomen uit Kenia. Het land dat op dit moment wordt
verscheurd door politieke onrust en geweld. Ik heb er gesproken met politieke
leiders. En heb een bezoek gebracht aan de Riftvallei. Dat laatste heeft diepe
indruk op mij gemaakt. De verwarring en de angst. In een land dat tot voor kort
bekend stond als relatief rustig. Ik hoop en ik denk dat er een oplossing wordt
gevonden voor de politieke twisten. Nederland zal daarbij helpen, onder meer
door noodhulp en door het ondersteunen van de onderhandelingen die onder leiding
van Kofi Annan worden gevoerd. Maar dat zal de wonden die geslagen zijn in de
samenleving niet zomaar opheffen. Zaterdagmiddag was ik in Eldoret, waar vele
mensen verbrand en verminkt zijn. Nederland ondersteunt de opvang van diep
getraumatiseerde Kenianen; 18.000 mensen van huis en haard verdreven. Streng
bewaakt. Het mooiste, gelukkigste en onverwachtste moment van de middag. Jongens
en meisjes hadden een heel professionele voetbalcompetitie opgezet. Geheel goed
geleid. Fanatisme, en een mooi winnaarselftal die van ons Euro 2000-voetballen
kreeg. Ik heb dus ook andere middelen nodig. Andere uitingsvormen en evenementen
om gezamenlijk naar uit te kijken. In Nederland kijken Ajax- en Feyenoordfans
gebroederlijk uit naar het EK. In de Riftvallei zijn bijvoorbeeld de
sportwedstrijden die Lornah Kiplagat organiseert, zoals de vredesloop, de
momenten waar verbroedering en samenwerking te zien zijn. Ik ben er dan ook
trots op dat Lornah Kiplagat onze ambassadeur is en ik hoop dat ze haar
expertise met ons wil delen. En temidden van alle ellende in Kenia hield de
finale van de Afrika-cup het land gisteren in de greep. In de halve finale van
de Afrika-cup stonden Egypte, Ghana, Ivoorkust en Kameroen het helle continent
vertegenwoordigd, en Eto'o is in heel Afrika razend populair als topscorer. Egy
pte heeft het gered, zoals u misschien weet.
U vraagt zich misschien af: waarom sport? Zijn er geen urgentere problemen op
te lossen? Natuurlijk, eten en drinken, veiligheid en gezondheid zijn eerste
levensbehoeften. En daar zet ik dan ook als minister voor
Ontwikkelingssamenwerking fors op in. Maar een goed functionerende samenleving
heeft brood èn spelen nodig. Emancipatie kan ook beginnen met topprestaties. Het
is dan ook niet voor niets dat wereldwijd de laatste jaren meer aandacht wordt
besteed aan sport voor ontwikkeling en vrede, bijvoorbeeld de VN is steeds
actiever op dit vlak. Het thema bestond al enige tijd in de belangstelling bij
VWS en bij Ontwikkelingssamenwerking. Nieuw is dat staatsecretaris Bussemaker en
ik de krachten hebben gebundeld om samen te werken om sport in
ontwikkelingslanden te bevorderen en onze inzet te intensiveren. Dat wil zeggen
dat we expertise en geld vrijmaken om samen met Nederlandse sportorganisaties en
onze ambassades in ontwikkelingslanden sport te bevorderen. Hoe we dat precies
doen, hebben we opgeschreven in een nota die we vandaag samen aan de Kamer
aanbieden.
Ik vind dat sport een fantastisch instrument kan zijn voor ontwikkeling. Zo
zou Erica Terpstra het zeggen, daar ben ik van overtuigd. Op de eerste plaats is
sport bevorderlijk voor de gezondheid en de prestaties van mensen, dat behoeft
geen betoog. Kijk naar steeds meer joggend Nederland. Maar sport kan ook een
cruciale, sociale rol vervullen, in conflictgebieden en vluchtelingenkampen,
voor jongens en meisjes, voor gehandicapten en validen. Via de georganiseerde
sport kan je mensen bereiken, bijvoorbeeld met voorlichting over HIV/Aids,
malaria en hygiëne. En dat werkt echt verduiveld goed. Met sport kan je de
participatie van meisjes bevorderen. In Afghanistan en Pakistan zien we daarmee
bemoedigende resultaten. Projecten als 'U-Go-Girl' in Zuidelijk Afrika of '
Kicking AIDS out of Kenya', een voetbalproject voor meisjes. Dit soort
projecten gericht op meiden zijn een groot succes bij het bevorderen van
gedragsverandering en gelijkwaardige behandeling. Op deze wijze draagt sport bij
aan het bereiken van de Millennium Ontwikkelingsdoelen: het is echt een kans
voor open doel.
Sport kan bovendien een bijdrage leveren aan economische ontwikkeling,
bijvoorbeeld voor het WK in Zuid-Afrika. De verwachting is dat het WK daar een
extra bijdrage aan het BNP van ruim 2,5 miljard euro en 150.000 banen kan
opleveren. Topsport kan daarnaast een positieve rol spelen bij nationale
identiteitsvorming. De ervaringen van Arie Schans in Nigeria en Bhutan spreken
boekdelen. De prestaties van een nationaal sportteam kunnen mensen met
verschillende achtergronden samenbrengen; topsporters uit ontwikkelingslanden
zetten hun land op een positieve manier op de wereldkaart. Ze zijn prima
ambassadeurs. Als ik in Tanzania praat met een taxichauffeur dan zal die nooit
enthousiast over Balkenende of Koenders beginnen, maar over een Gullit, een '
Croeff' en een Van Basten bestaat geen twijfel. Maar dat is misschien in
Nederland ook niet zo. De bekendheid van Lornah en haar motiverende kracht voor
jonge Keniaanse vrouwen is ongekend.
Het aanstaande WK voetbal 2010 in Zuid-Afrika biedt ons een aanleiding om de
positieve kracht van sport en de kansen voor ontwikkeling over het voetlicht te
brengen, zowel in Zuidelijk Afrika als in Nederland zelf. In de aanloop naar en
tijdens het WK zullen we samen met Nederlandse sportorganisaties en
Zuid-Afrikaanse partnerorganisaties laten zien dat sport een motor is voor
ontwikkeling. Maar we zullen ook in andere landen aan de slag gaan.
Suriname hoe kan het anders; Senegal, Congo, Mozambique, Guatemalla: er kan
echt gescoord worden met dit programma!
In Guatemala worden jaarlijks 6.000 mensen vermoord, waarvan heel veel vrouwen
en meisjes. Natuurlijk, met sport los je dat niet op en we doen er heel veel.
Maar toch zag ik met eigen daar ogen hoe, sport, training en speel een cruciale
aanzet gaf tot vermindering van spanning tussen de Mara-bendes en de gewone
burgers van de sloppenwijken.
Wat gaan we doen? Onze rol is bescheiden en zal voornamelijk ondersteunend
zijn. In de geest van het Akkoord van Schokland geloven wij in de kracht van
maatschappelijke initiatieven en samenwerking. Er zijn al veel Nederlandse
sportorganisaties actief in OS-landen. Die sportorganisaties verstaan hun vak
natuurlijk, maar op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wil ik graag hun
deskundigheid ondersteunen. Er is al een aantal goede voorbeelden van hoe sport
en OS geïntegreerd worden. Door de samenwerking met het OS-veld zijn deze
organisaties bovendien ook steeds ontvankelijker geworden voor sport als
instrument voor het bereiken van de MDG's. Zo is Feyenoord met Unicef actief in
een voetbalschool in Ghana in het kader van HIV/AIDS voorlichting door de jonge
voetballers zelf. De Johan Cruijff Foundation is samen met Terres des Hommes aan
de slag gegaan in het speciaal onderwijs in India. We willen bevorderen dat er
meer van dit soort initiatieven komen en dat ze vooral kwalitatief nog beter
worden. Vandaar dat deze unieke samenwerking tussen VWS en BZ tot stand is
gekomen. Het is daarbij vooral van belang dat de projecten aansluiten bij lokale
behoeften en omstandigheden, het moet vraaggestuurd zijn, dat ze duurzaam zijn
en dat we efficiënt te werk gaan en geen dubbel werk doen. De Nationale
Commissie voor Duurzame Ontwikkeling, NCDO, krijgt hier een rol in, evenals
NOC/NSF. Staatssecretaris Bussemaker zal dit straks nader toelichten.
Voor de komende vier jaar zullen tien ambassades in landen als Mozambique en
Kenia in totaal 16 miljoen euro extra krijgen uit het ontwikkelingsbudget om
lokale sportprojecten te ondersteunen. Speciale aandacht gaat uit naar sport in
fragiele staten: de ambassades in Sudan, Congo en Burundi/Rwanda krijgen nu ook
geld voor sportprojecten in bijvoorbeeld vluchtelingenkampen. En dat is
belangrijk, ik heb het met eigen ogen gezien.
Dames en heren,
Ik geloof in de kracht van sport. Ik zie onze inzet als een bescheiden
investering in ontwikkeling. Ik dank alle sporters, het NCDO, Erica en Frits
Barend voor hun inzet en advies. We hebben in de notitie de lijnen gekrijt van
hoe we dit willen aanpakken. Nu komt het erop aan dat we samen met organisaties
hier en dààr de vrije trappen benutten, dat de penalty's het doel in gaan.
Immers, zoals de grote goeroe Leo Beenhakker laatst zei, naar aanleiding van de
zware loting van Polen voor het EK: 'Football is not played on paper, it is
played on grass.'
Een Kans voor Open doel.
Graag geef ik nu het woord aan Jet Bussemaker.
Ministerie van Buitenlandse Zaken