Cultuureducatie in de BredeSchool komt ondanks knelpunten op gang
maandag 11 februari 2008
Samenwerking op het gebied van kunst en cultuur komt binnen de Brede School
goed op gang, maar er zijn nog knelpunten. Dat blijkt uit verkennend
digitaal onderzoek naar randvoorwaarden dat in opdracht van het ministerie
van OCW is uitgevoerd door Oberon.
Culturele instellingen ervaren het tegenstrijdige beleid van het rijk
(dat investeert) en de gemeenten (die bezuinigen) als het grootste
knelpunt, direct gevolgd door het gebrek aan financiën. Uit het
onderzoek 'Kunst en cultuur in de BredeSchool. Een onderzoek naar de
randvoorwaarden' blijkt verder dat ongeveer de helft van de culturele
instellingen kampt met ruimtegebrek en medewerkers die niet deskundig
genoeg zijn om in de BredeSchool te werken. Ook het gebrek aan een
gezamenlijke visie staat de samenwerking in de weg. Ongeveer eenderde
van de culturele instellingen denkt dat het aanbod te versnipperd is,
waardoor scholen en culturele instellingen elkaar niet weten te
vinden.
Scholen vinden het gebrek aan een gezamenlijke visie een minder groot
probleem en hebben ook minder last van een versnipperd aanbod. Negen
van de tien scholen zijn het (zeer) eens met de stelling dat er geen
structurele financiën zijn om culturele activiteiten te organiseren.
De helft van de scholen meldt dat daarvoor binnen de BredeScholen
onvoldoende ruimte is. De gemeenten ervaren tegenstrijdig beleid van
rijk en gemeente veel minder vaak als een knelpunt. Net als de scholen
vinden ook zij dat het gebrek aan financiën het grootste knelpunt is.
Bijna de helft van de gemeenten zegt dat het gebrek aan een
gezamenlijke visie de samenwerking in de BredeSchool in de weg staat.
Bibliotheken, centra voor kunst en cultuur, muziekscholen en musea
zijn de actiefste partners in het culturele netwerk rondom
BredeScholen. Amateurkunstverenigingen blijven daar nog sterk bij
achter. Scholen hebben naar eigen zeggen voldoende zicht op de
culturele sector in hun omgeving en de mogelijkheden voor
samenwerking. Omgekeerd is dat niet het geval. De helft van de
culturele instellingen zegt onvoldoende zicht te hebben op de
mogelijkheden om samen te werken met scholen in hun omgeving. De
experts beamen dat en spreken van een waterscheiding tussen beide
sectoren. Culturele instellingen en scholen blijken elkaar in de
praktijk toch vaak niet te kennen en nog niet erg vertrouwd te zijn
met elkaars werkwijze en organisatieculturen.
Culturele instellingen hebben verschillende motieven om samen te
werken met scholen. De belangrijkste doelen die zij met die
samenwerking beogen, zijn het verhogen van cultuurparticipatie onder
jongeren, het versterken van de maatschappelijk positie van de eigen
organisatie en het verbeteren van de kwaliteit van hun programma. De
belangrijke vraag waarom het belangrijk is de cultuurparticipatie van
jongeren te vergroten blijft echter te vaak onbeantwoord, aldus de
onderzoekers.
Zowel culturele instellingen als scholen oordelen positief over de
deskundigheid van medewerkers van de culturele instellingen op hun
eigen vakgebied. Veel scholen en een flink deel van de culturele
instellingen vinden dat de medewerkers niet genoeg weten van
didactische vaardigheden en flexibiliteit.
Klik hier voor het onderzoeksrapport.