Beantwoording vragen lid Van Bommel over de politieke situatie in de
Gazastrook
08-02-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Bommel over de politieke situatie in de
Gazastrook. Deze vragen werden ingezonden op 23 januari 2008 met
kenmerk 2070809190.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Van Bommel (SP) over de politieke situatie in de
Gazastrook.
Vraag 1
Deelt u de mening dat het beëindigen door Israël van
brandstofleveranties aan de Gazastrook, waardoor de autoriteiten daar
zich genoodzaakt hebben gezien tot het stopzetten van de productie van
elektriciteit, in strijd is met de regels van het humanitair recht?1
Vraag 2
Deelt u de zorgen van VN-Secretaris-generaal Ban Ki Moon dat de
situatie in de Gazastrook op deze wijze uitloopt op een humanitaire
crisis?2
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze maatregelen niet alleen tegen het
internationaal recht, maar ook contraproductief zijn in het licht van
de onderhandelingen met premier Abbas, omdat een politiek verzwakte
Palestijnse bevolking een dit jaar beoogd akkoord niet dichterbij
brengt? Zo ja, op welke wijze wilt u dat voorkomen? Indien neen,
waarom niet?
Vraag 4
Deelt u tevens de mening dat het noodzakelijk is dat Israël
onmiddellijk de leveranties van diesel en andere noodzakelijke
grondstoffen voor de eerste levensbehoeften in de Gazastrook hervat?
Zo ja, bent u bereid de Israëlische ambassadeur te ontbieden teneinde
deze opvatting mee te delen? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
Zowel vanuit humanitair als diplomatiek oogpunt zijn de ontwikkelingen
in Gaza zorgelijk. De sanctiemaatregelen die de Israëlische regering
heeft getroffen naar aanleiding van de dagelijkse raketbeschietingen,
leiden tot vergroting van de humanitaire noden. De regering deelt de
mening dat deze maatregelen het onderhandelingsklimaat tussen Israël
en de Palestijnse Autoriteit verstoren. Tegelijkertijd zijn de
onderhandelaars vastbesloten zich niet te laten afleiden van het spoor
van Annapolis.
In mijn gesprekken met premier Olmert en minister Livni, alsook in
publieke uitlatingen gedaan tijdens mijn reis naar het Midden-Oosten,
heb ik gepleit voor wijziging van het Israëlische beleid jegens Gaza.
Israël dient in zijn optreden tegen de verwerpelijke
raketbeschietingen vanuit Gaza proportioneel en doelgericht op te
treden. Ik heb Israël daarom opgeroepen de blokkade van Gaza en m.n.
de stopzetting van de leverantie van humanitaire goederen, te beë
indigen.
De blokkade is daags na deze gesprekken ook versoepeld, maar de
toestand vraagt om verdere verbetering. Met de EU pleit Nederland voor
opening van de grenzen voor humanitaire en commerciële stromen.
Nederland pleit bovendien voor nauwere samenwerking van Israël met de
Palestijnse Autoriteit en met Egypte, om te komen tot een betere
grensbewaking. Dergelijke samenwerking is des te noodzakelijker, nadat
Hamas de grensafscheiding met Egypte heeft opengebroken.
Nederland is bereid om bij te dragen aan de uitvoering van plannen om
de grensbewaking voor de goederenovergang Karni over te dragen aan de
Palestijnse Autoriteit. De opening van deze overgang is essentieel
voor de ontwikkeling van de Gazaanse economie.
Het ontbieden van de Israëlische ambassadeur niet aan de orde,
aangezien de Nederlandse opvattingen reeds direct door mij aan de
Israëlische regering zijn overgebracht.
Vraag 5
Bent u bereid, gezien de urgente situatie, deze vragen zo spoedig
mogelijk te beantwoorden?
Antwoord
Ja.
1: de Volkskrant, 21 januari 2008
2: Algemeen Dagblad, 18 januari 2008
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken