Ministerie van Financiën

| 08-02-2008 | nr AFP08-080
Antwoorden op de vragen van het lid Tang (PvdA) aan de staatssecretaris van Financiën over

het effectieve tarief van de vennootschapsbelasting in Nederland. (Ingezonden 16 januari 2008)

Vraag 1
Kent u het artikel `One-third of biggest businesses pays no tax'?1

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Deelt u de verbazing van de heer Michael Devereux, professor in Business Taxation over het gegeven dat veel van de 700 grootste bedrijven in het Verenigd Koninkrijk maar een klein bedrag aan corporation tax betalen?

Vraag 3
Kunt u aangeven in hoeverre bedrijven effectief vennootschapsbelasting (vpb) betalen (als percentage van de grondslag of anders de toegevoegde waarde en als percentage van de opbrengsten van de vpb) over de activiteiten in Nederland, uitgesplitst naar de grootte van het bedrijf in combinatie met de internationale oriëntatie van het bedrijf, in de zin dat het buitenlandse dochters heeft of onderdeel is van een buitenlandse concern?

Vraag 4
Kunt u aangeven in hoeverre multinationals effectief vpb betalen (als percentage van de grondslag of anders de toegevoegde waarde en als percentage van de totale opbrengsten van de vennootschapsbelasting) over de activiteiten in Nederland?

Vraag 5
Kunt u aangeven in hoeverre multinationals effectief vpb betalen (als percentage van de grondslag of anders de toegevoegde waarde en als percentage van de totale opbrengsten van de Vennootschapsbelasting) over álle activiteiten?

Vraag 6
Bent u bereid de cijfers over de corporation tax zoals de Britse Rekenkamer die voor het Verenigd Koninkrijk heeft getoond, voor Nederland met betrekking tot de betaalde vennootschapsbelasting te tonen?


1 Financial Times, 28 augustus 2007

Antwoord vragen 2 tot en met 6

Het uitgangspunt dat geen tot individuele belastingplichtigen herleidbare informatie kan worden verstrekt, verhindert gedetailleerde beantwoording van de vragen 2 tot en met 6. Wel kan op basis van kasstromen het absolute en relatieve aandeel van de zeer grote ondernemingen in de totale Vpb- opbrengst inzichtelijk worden gemaakt. Onderstaande tabel bevat daartoe een uitsplitsing van de Vpb- opbrengst naar ZGO (Zeer Grote Ondernemingen), MGO (Middelgrote Ondernemingen) en MKB (Midden- en Kleinbedrijf).

Verdeling opbrengst Vpb 2004-2006 over ZGO, MGO en MKB in miljoen op kasbasis jaar totaal ZGO % ZGO MGO % MGO MKB % MKB 2004 15.233 8.675 57% 2.894 19% 3.664 24% 2005 17.390 9.820 56% 3.149 18% 4.421 25% 2006 18.262 9.912 54% 3.304 18% 5.046 28%

Uit de tabel valt af te leiden dat de belastingopbrengst van zeer grote ondernemingen in de periode 2004-2006 in absolute bedragen licht toeneemt en dat het relatieve aandeel in de totale Vpb- opbrengst licht afneemt. In dit kader merk ik op dat de in de Wet werken aan winst (30 572, Stb. 631) getroffen maatregelen mede strekken tot het waarborgen van een evenwichtige verdeling van de belastingdruk over het groot-, midden- en kleinbedrijf.

De omvang van de door een individuele onderneming verschuldigde vennootschapsbelasting in een bepaald jaar is afhankelijk van een groot aantal factoren. Gedacht kan worden aan conjuncturele voor- of tegenspoed in bepaalde economische sectoren, maar ook aan bijvoorbeeld de mogelijkheid van fiscale verliesverrekening die tot gevolg kan hebben dat een onderneming gedurende een of meer jaren feitelijk geen vennootschapsbelasting verschuldigd is. Tegen deze achtergrond is het op zich niet verbazingwekkend dat een deel van de bedrijven in enig jaar weinig of geen vennootschapsbelasting betaalt. Daarnaast kan nog worden opgemerkt dat internationaal opererende bedrijven, als gevolg van de deelnemingsvrijstelling of andere regelingen ter voorkoming van internationale dubbele belastingheffing, geen Nederlandse vennootschapsbelasting verschuldigd zijn over in het buitenland behaalde (en in beginsel aldaar belaste) resultaten.

Tot slot merk ik op dat het rapport van de Britse Rekenkamer voornamelijk betrekking heeft op het beheersproces met betrekking tot de belastingheffing van grote ondernemingen, zoals risicomanagement, toezicht, personeelsbeleid en prestatiemeting. Wat Nederland betreft wordt dergelijke informatie standaard gepubliceerd in de jaarlijkse beheersverslagen van de Belastingdienst, waar ik eenvoudshalve naar verwijs.


---- --