Graven uit Romeinse catacomben tonen beeld van Vroeg Christelijk leven
25 januari 2008
De opkomst van het Christendom heeft niet geleid tot een verbetering
van de algehele gezondheidssituatie. Dat concludeert archeologe
Constance van der Linde aan de hand van haar onderzoek aan de
menselijke resten uit de vierde eeuw na Christus in de St. Callixtus
catacombe in Rome. Van der Linde promoveert 8 februari aan de
Universiteit Utrecht.
Het voornaamste doel van Van der Linde's interdisciplinaire onderzoek
was beeldvorming van de gemiddelde levensverwachting, de
gezondheidstoestand en het dieet van de overleden Romeinse burgers. De
Liberiaanse regio van de vroegchristelijke St. Callixtus catacombe aan
de Via Appia diende daarbij als casestudie. Een vergelijking van de
skeletpopulatie uit deze catacombe met gelijktijdige en vroeg-Romeinse
skeletpopulaties uit andere delen van Italië toonde aan dat de opkomst
van het Christendom niet leidde tot een verbetering van de algehele
gezondheidssituatie.
Jonge viseters
Na een zorgvuldige inventarisatie van alle catacombegraven, werd
aangetoond dat het merendeel al op 20-30 jarige leeftijd stierf. Dit
werd gedaan aan de hand van speciale levenstabellen en de 'tooth
cementum annulation'- methode, het tellen van jaarringen in de
tandwortel. Tandanalyse gaf echter ook aan dat een enkeling een 60, 70
of zelfs 80-jarige leeftijd kon bereiken. Het leven was tijdens de
eerste kinderjaren voor velen onstabiel, wat kon worden geconstateerd
aan de hand van glazuurhypoplasie in de gebitten. Isotopenonderzoek
toonde aan dat riviervis in aanzienlijke mate werd geconsumeerd. Dit
kon worden afgeleid aan de hand van de koolstof - stikstof ratio, uit
bot collageen Er was geen sprake was van sociale differentiatie in de
consumptie.
In dit onderzoek staan de overledenen uit de catacomben centraal. Dit
is vernieuwend in catacombenonderzoek. Ondanks het feit dat catacomben
in essentie altijd hebben gefungeerd als laatste rustplaats voor
overledenen, waren tot op heden de menselijke resten nooit goed
onderzocht.
............................
Noot voor de redactie,
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek