NEN
Menselijk gedrag bij brand anders dan gedacht
woensdag 6 februari 2008, 11:28
Mensen gedragen zich bij brand anders dan wordt aangenomen. Daarmee
wordt bij het maken van regels voor brandveiligheid te weinig rekening
gehouden. Dat concludeert het Nederlands Instituut voor Fysieke
Veiligheid (NIFV) in een rapport.
Als ergens brand uitbreekt, ontstaat er niet meteen paniek. Mensen
wachten bij brand te lang met vluchten, waarna dit in sommige gevallen
niet meer mogelijk is. Mensen herkennen het geluid van een brandalarm
doorgaans wel, maar reageren daar niet onmiddellijk op. Als ze
vluchten, maken ze geen of nauwelijks gebruik van nooduitgangbordjes
en veelal ook niet van de dichtstbijzijnde nooduitgang. De meeste
mensen gebruiken als 'nooduitgang' de ingang waardoor ze zijn
binnengekomen. Dat je niet door rook moet vluchten is bekend, maar
vrijwel iedereen doet het wel.
Dat zijn enkele belangrijke bevindingen van een uitgebreid onderzoek
naar zelfredzaamheid bij brand dat het Nederlands Instituut Fysieke
Veiligheid Nibra heeft uitgevoerd. Met zelfredzaamheid wordt bedoeld:
het menselijk vermogen om signalen van gevaar waar te nemen en te
interpreteren, en om beslissingen te nemen en uit te voeren die
gericht zijn op het overleven van een brandsituatie.
Meer bevindingen
De zelfredzaamheid bij brand wordt niet (uitsluitend) bepaald door het
aantal nooduitgangen en de deurbreedte. Die wordt vooral bepaald door
de tijd die het duurt voordat mensen reageren op een brand en de
acties en beslissingen van de aanwezigen in een gebouw.
In hoge(re) gebouwen blijken mensen bijvoorbeeld te vluchten via de
lift of roltrap waarmee zij het gebouw zijn binnengekomen. Dit is in
strijd met het voorschrift dat niet via liften of roltrappen gevlucht
mag worden. Er is daarom nader onderzoek nodig naar het brandveilig
gebruik van liften en roltrappen bij brand. Vooral nu gebleken is dat
in sommige gevallen mensen een brand hebben overleefd door juist wél
een lift te gebruiken (onder meer in het WTC op 9/11).
Technische brandveiligheidsmaatregelen in een gebouw zijn belangrijk.
Maar de organisatorische aspecten van brandveiligheid, zoals 'good
housekeeping' en bedrijfshulpverlening (een ondergeschoven kindje),
zijn minstens zo belangrijk. Een goed functionerende
bedrijfshulpverleningsorganisatie kan de reactietijd tot ongeveer
tienmaal verkorten ten opzichte van de situatie waarin de ontvluchting
niet door getraind personeel wordt begeleid.
Conclusie
Brandveiligheidsmaatregelen in gebouwen zijn niet voldoende afgestemd
op het menselijk gedrag bij brand. Dat zou beter kunnen. Hiervoor is
nader onderzoek naar de acties en beslissingen bij brand noodzakelijk.
Verder lijken mensen moeite te hebben met het inschatten van
brandgevaar. Om dit te verbeteren zou geïnvesteerd moeten worden in
voorlichting aan burgers en training van bedrijfshulpverleners.
Hierbij moet het huidige gedrag van mensen bij brand het uitgangspunt
zijn.
zie ook de volgende gerelateerde onderwerpen:
Praktijkgids Bouwbesluit Brandveiligheid (Publicatie)
Brandveiligheidseisen en gelijkwaardige oplossingen: basis (Cursus)
Brandveiligheidseisen en gelijkwaardige oplossingen: verdieping
(Cursus) Ontruimingsplan (Cursus) NEN BouwMail (Publicatie)