Provincie Zeeland

Persberichten

07-02-2008: Handen ineen voor Otheense kreek en toeleidende watergangen

Onlangs is een bestuurlijk overleg geweest tussen Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat, waterschap Zeeuws-Vlaanderen en de gemeente Terneuzen. Hierbij is gesproken over een volledige sanering van de Bron- en Spuikreek en een vervolg onderzoek naar het ecologische risico in de Otheense Kreek. Alle bestuurders hebben hun betrokkenheid uitgesproken om met alle vier partijen te zorgen voor een goede afronding van dit project. Daarmee geven zij aan voor de toekomst de handen ineen te slaan. Het waterschap Zeeuws-Vlaanderen start dit jaar al met voorbereidingen voor de sanering.

Geschiedenis

De waterbodem in de Otheense Kreek en de toeleidende watergangen zijn in het verleden door tal van activiteiten (industrie en riolering) verontreinigd geraakt. Inmiddels zijn de meeste bronnen gesaneerd en heeft de kreek een natuur- en recreatiefuncties gekregen. Een verontreinigde waterbodem kan een bedreiging zijn voor het bereiken van de verschillende doelstellingen voor natuur en recreatie. Van het begin af aan is duidelijk geweest dat een eventuele aanpak van de waterbodemverontreiniging in de Otheense kreek en de toeleidende watergangen een omvangrijk project zou zijn. Dit heeft de discussie over de formele verantwoordelijkheden voor een eventuele sanering extra op scherp gezet. De juridische verantwoordelijkheidverdeling blijkt namelijk complex te zijn en niet direct tot eenduidige conclusies te leiden. Vandaar dat Rijkswaterstaat, waterschap Zeeuws-Vlaanderen, gemeente Terneuzen en de Provincie Zeeland, de handen ineen hebben geslagen om deze waterbodemopgave gezamenlijk op te pakken. Extra reden om deze waterbodems aan te pakken is dat VROM 3 miljoen bijdraagt aan de sanering. De begrenzing van het onderzoeksgebied omvat de Otheense Kreek, de Bron- en Spuikreek, en de Groote en Kleine Dulper.

Projectgroep, onderzoek en resultaten

Om nut en de noodzaak van een sanering vast te stellen is er een projectgroep opgesteld. De projectgroep heeft een vooronderzoek uit laten voeren, waarin alle vóór 2005 uitgevoerde onderzoeken in beeld zijn gebracht. Omdat dit onderzoek onvoldoende informatie bevat om tot een besluit te komen is gestart met een nader onderzoek. Hiervoor is opnieuw veldwerk uitgevoerd. De resultaten tonen aan dat de verontreiniging voornamelijk geconcentreerd is in de Bron- en Spuikreek. De Otheense Kreek laat slechts een aantal 'hot-spots' zien en de Groote en Kleine Dulper zijn volledig schoon.

Risico's

In het nader onderzoek is, naast veldwerk, ook gekeken naar mogelijke risico's voor mens, plant en dier. Deze resultaten bepalen in grote mate de keuze om te gaan saneren of niet. Voor de Bron- en Spuikreek is het duidelijk dat hier op basis van humaan risico mogelijk een risico ontstaat voor mensen door consumptie van vis. Dit risico is theoretisch vastgesteld op basis van levenslange blootstelling. Reden genoeg voor bestuurders om zonder twijfel te besluiten dat Bron- en Spuikreek gesaneerd moeten worden.

Het onderzoek wijst uit dat in de Otheense Kreek geen humaan risico aanwezig is. Wel is aangetoond dat mogelijk ter plaatse van de 'hot-spots' een ecologisch risico bestaat. Aangezien dit theoretisch is bepaald is vervolgonderzoek noodzakelijk. Dit houdt in dat nog een extra veldonderzoek plaats gaat vinden, maar nu niet gericht op de waterbodem maar primair naar de effecten die de waterbodem zou kunnen hebben op de verschillende diersoorten op en in de bodem.

7 februari 2008, Amanda Slabbekoorn-Flohr, (0118) 631857,