Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Ons kenmerk AM/SAM/2008/3205 Datum 6 februari 2008

Onderwerp Eindrapport 'Werkt grijs door? - Beroepsbevolking en
werkgevers over langer doorwerken, 2005-2007

Hierbij bied ik u ter informatie aan het onderzoeksrapport "Werkt grijs door? ­ Beroepsbevolking en werkgevers over langer doorwerken, 2005-2007". ECORYS heeft onderzoek gedaan naar de opvattingen en gedragingen van de beroepsbevolking en van werkgevers rondom het langer doorwerken van oudere werknemers. Dit onderzoek is door het bureau ECORYS in september 2007 uitgevoerd, en is de derde en laatste meting in een reeks van drie jaarlijkse metingen.

Uit de derde meting blijkt dat het streven van de overheid de arbeidsparticipatie van ouderen te verhogen (ontmoedigen vervroegd uittreden; stimuleren en faciliteren van langer doorwerken) herkend wordt en in 2007 meer ondersteund wordt dan in 2005. De ondersteuning uit zich meer in het gedrag van werkenden en werkgevers dan in de opvattingen. Ten opzichte van de `nulmeting' in 2005 en de tussenmeting in 2006 is bij deze derde meting sprake van een verdere positieve verschuiving in de richting van acceptatie van de noodzaak en wenselijkheid van het langer doorwerken.

In de derde meting verwachten werknemers in 2007 minder dan in 2005 gebruik te kunnen gaan maken van een regeling voor vervroegd uittreden. Werkgevers bieden in 2007 ook minder mogelijkheden voor vervroegd uittreden dan in 2005. Een uitzondering hierop vormen onderwijs en overheid waar bijna alle werkgevers deze mogelijkheid nog bieden. Oplopende tekorten op de arbeidsmarkt zijn een belangrijke stimulans voor werkgevers om beleid voor ouderen te voeren. Dit onderzoek laat zien dat in de meest vergrijsde sectoren, zoals het onderwijs, de welzijnssector en de overheid, het meeste beleid gericht op ouderen gevoerd wordt.

Ook blijkt dat het beeld van een oudere werknemer niet is veranderd. Zowel werkgevers als werkenden kennen ouderen bepaalde positieve en negatieve eigenschappen toe in vergelijking met hun jongere collega's. De werkgevers hebben een minder positief beeld van ouderen dan de werkenden. De voorkeur van een deel van de werkgevers voor jongere kandidaten bij het aannemen van nieuw personeel lijkt een belangrijke belemmering. Bij de niet-werkenden is te

Ons kenmerk AM/SAM/2008/3205

zien dat zij hun kansen op werk lager inschatten naarmate ze ouder zijn. Van de 45-plussers die gesolliciteerd hebben, heeft een derde de indruk dat hun leeftijd een nadelige rol speelde. Werkgevers zitten niet te wachten op het aannemen van ouderen. De werkenden verwachten in 2007 gemiddeld op latere leeftijd met pensioen te gaan dan in