De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Ons kenmerk SV/WV/08/426
Doorkiesnummer Datum 7 februari 2008
Onderwerp Evaluatie Wet uitbreiding rechtsgevolgen VAR
Mede namens de Staatssecretaris van Financiën zend ik u hierbij het rapport Evaluatie Wet
uitbreiding rechtsgevolgen Verklaring arbeidsrelatie. In opdracht van de Staatssecretaris van
Financiën en mij heeft EIM de effecten van de Wet uitbreiding rechtsgevolgen VAR
onderzocht (Wet van 23 december 2004, Stb. 2004, 720). Deze wet bepaalt dat de effecten
binnen drie jaar na inwerkingtreding moeten worden geëvalueerd. Het rapport van EIM bevat
de uitkomsten van die evaluatie.
Vanaf 2001 verstrekt de Belastingdienst op aanvraag verklaringen vooraf over de fiscale status
van het inkomen uit de arbeidsrelaties van de aanvrager waarin hij onder overeenkomstige
condities dezelfde soort werkzaamheden verricht, een zogenoemde VAR. Het doel van de
VAR is om op voorhand duidelijkheid te verschaffen over de beoordeling van de
arbeidsrelaties van de aanvrager tijdens de looptijd van de beschikking (met name of sprake is
van loon uit dienstbetrekking). De VAR-aanvraag kent vier mogelijke uitkomsten: winst uit
onderneming (VAR-wuo), resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-row), loon uit
dienstbetrekking (VAR-loon) of het inkomen komt voor rekening en risico van de
vennootschap (VAR-dga). Aan de hand van de verstrekte VAR verkrijgen de opdrachtgevers
van de aanvrager duidelijkheid over de vraag of zij loonheffing en premies verschuldigd zijn.
In de praktijk bleek dat de VAR aan zzp-ers en hun opdrachtgevers onvoldoende
rechtszekerheid bood. Dit was aanleiding om per 1 januari 2005 de rechtsgevolgen van de
VAR uit te breiden. Sindsdien geldt dat als de opdrachtnemer aan de opdrachtgever een VAR-
wuo of VAR-dga toont, de opdrachtgever gevrijwaard is van inhouding en afdracht van
loonbelasting en premies voor de werknemersverzekeringen. De opdrachtnemer is dan niet
verzekerd voor de ZW, de WIA en de WW.
Uit de evaluatie blijkt dat de betekenis van de VAR vanaf 2005 is toegenomen. Jaarlijks
worden veel meer beschikkingen aangevraagd, ook als rekening wordt gehouden met de
gelijktijdig ingevoerde beperking van de looptijd tot één kalenderjaar. Driekwart van de
verstrekte verklaringen betreft een VAR met uitgebreide rechtsgevolgen.
Ons kenmerk SV/WV/08/426
Volgens de ondervraagde zelfstandigenorganisaties, PZO en FNV Zelfstandigen, heeft de wet
de beoogde rechtszekerheid voor zzp-ers en hun opdrachtgevers opgeleverd. Het overgrote
deel van de opdrachtgevers verlangt van hun opdrachtnemers dat zij beschikken over een VAR
met uitgebreide rechtsgevolgen. Bij de ondervraagde opdrachtnemers is het beeld minder
duidelijk. Van hen ervaart 20% de wet als een verbetering. Van de overige opdrachtnemers
ziet 72% geen verschil met de VAR vóór 2005 of heeft geen mening. Dit wordt mogelijk
verklaard door het feit dat de wet aangrijpt op de rechtszekerheid voor opdrachtgevers. Het
voordeel voor opdrachtnemers bestaat uit een verbeterde positie bij de concurrentie om
opdrachten, en is daarmee indirect.
De hoeveelheid werk door zelfstandigen is vanaf 2005 sterk toegenomen. Op grond van een
econometrische analyse en de enquêtes onder opdrachtnemers en opdrachtgevers is
aannemelijk dat deze toename deels het gevolg is van de VAR. Het aantal verzekerde
dienstbetrekkingen is vanaf 2004 afgenomen. Door de beperkte omvang van deze afname kon
econometrisch geen verband met de wet worden aangetoond. Vanaf 2006 stijgt het aantal
verzekerde dienstbetrekkingen overigens weer.
De uitvoering van de VAR geschiedt in grote lijnen doelmatig. Van de aanvragen wordt 98%
binnen de wettelijke termijn van 8 weken afgehandeld. Het overgrote deel daarvan wordt
geautomatiseerd beoordeeld en afgehandeld. Er wordt relatief weinig bezwaar gemaakt tegen
de beschikking en het aantal beroepsprocedures is verwaarloosbaar.
Uit de enquêtes en de gesprekken met belanghebbende organisaties komen enkele
aandachtspunten naar voren. In de eerste plaats ervaren veel zelfstandigen de jaarlijkse
aanvraag van een VAR als een administratieve last, zeker als de omstandigheden waaronder zij
hun arbeid verrichten, niet zijn gewijzigd. Enkele respondenten bepleiten in dit verband een
mogelijkheid om via het internet een volledig geautomatiseerde aanvraag te doen. Verder is
voorgesteld om het aandeel geautomatiseerde beoordelingen te verhogen en om meer eenheid
van beleid door te voeren bij niet-geautomatiseerde beoordelingen. De Belastingdienst
onderzoekt momenteel welke aanbevelingen op korte termijn gerealiseerd kunnen worden.
De Tweede Kamer heeft met de motie van de leden Blok en Koser Kaya verzocht een heldere
wettelijke afbakening van het begrip zzp-er te creëren1. Volgens FNV Zelfstandige
bondgenoten ervaren startende ondernemers de samenloop van een VAR-aanvraag,
inschrijving in het Handelsregister en de aanvraag van een BTW-nummer administratief
belastend. Wij zullen hierover in overleg treden met de Staatssecretaris van Economische
Zaken. De Tweede Kamer zal over de uitkomsten hiervan worden geïnformeerd.
1 Kamerstukken II 2007-08, 31 200 XV, nr. 40
---
Ons kenmerk SV/WV/08/426
Het EIM heeft voor de evaluatie gesprekken gevoerd met medewerkers van de Belastingdienst
en de SIOD. De betrokken medewerkers wijzen op de risico's voor misbruik van de VAR. In
het onderzoek zijn geen harde aanwijzingen van misbruik of oneigenlijk gebruik van de VAR
gevonden. Het is te vroeg om hieraan conclusies te verbinden, nu de afhandeling van de
aangiften inkomstenbelasting 2005 voor ondernemers nog niet is afgerond en er ook nog geen
structurele controleacties hebben plaatsgevonden. De Belastingdienst werkt op dit moment aan
een aanpak om de risico's in beeld te krijgen en beter te beheersen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
Bijlage(n):
Rapport "Evaluatie Wet uitbreiding rechtsgevolgen Verklaring ArbeidsRelatie" van EIM
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid