Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Lezen, tuinieren en fatsoenlijk fietsen

6 februari 2008

Rond 1870 domineerde de arbeidende klasse stad en samenleving. Een actieve groep hervormers stimuleerde de arbeider zijn vrije tijd op een deugdzame manier door te brengen, om de leefwijze van de proletariër te verrijken en onder controle te houden. De bundel Fatsoenlijk Vertier, een product van het postdoc-onderzoek van Christianne Smit binnen het vidi-onderzoek van Dirk Jan Wolffram, biedt een overzicht van deugdzame initiatieven. Van het stimuleren van museumbezoek tot richtlijnen hoe fatsoenlijk te fietsen.

In de bundel Fatsoenlijk Vertier presenteren verschillende historici de resultaten van onderzoek naar het oplossen van de sociale problematiek rond 1900 in België en Nederland. In hun artikelen beschrijven ze de uiteenlopende manieren waarop een bezorgde groep burgers uit midden- en hogere klassen zich inspande om de omstandigheden in de arbeidersbuurten en het leven van de arbeidersgezinnen zelf te verbeteren. Centraal staan initiatieven die betrekking hebben op de manier waarop arbeiders de uren buiten werktijd, huishouden of school doorbrachten.

Eind negentiende eeuw stond het burgerlijk fatsoen in Nederland en België onder druk. Vooral de oprukkende arbeidersklasse werd gezien als een bedreiging ervan. Binnen de gegoede burgerij groeide enerzijds de bezorgdheid om die arbeidersklasse, anderzijds de weerstand tegen sociale mobiliteit. Illustratief voor deze periode is hoe de liberale ANWB, toen echt nog Fietsersbond, worstelde met het fenomeen van de fietsende dienstbode, door velen ongewenst geacht omdat het fietsen voorbehouden moest zijn aan dames uit de betere stand.

Kamerplanten kweken
Op allerlei manieren werd het arbeidersgezin gestimuleerd om de vrije tijd op een goede - fatsoenlijke en geciviliseerde - manier door te brengen: Het opzetten van een bibliotheek, het ondernemen van wandelingen in de natuur, het bevorderen van huisvlijt, het starten van een mondharmonicaclub of het aanmoedigen van het kweken van kamerplanten. En niet alleen werd er iets toegevoegd aan het arbeidersleven: dankzij het aanbod en de begeleiding van deugdzame ontspanning zouden lamlendig vertier, onzedelijke uitspattingen, zelfs ongrijpbare ontwikkelingen als degeneratie en demoralisatie verminderen en wellicht zelfs verdwijnen.

De onderzoekers beweren in de bundel dat fatsoenlijk vertier, vrijetijdsbesteding met een zekere meerwaarde boven louter ontspanning, een uitstekend handvat biedt om de essentie van de stedelijke ontwikkeling mee te vatten. Scherpe sociale problemen worden gedefinieerd als uitwassen van de modernisering en vereisen bestrijding. Buitenlandse voorbeelden worden dankbaar overgenomen en aangepast aan de landsaard. Wetenschap is van beslissende betekenis: als zij al niet zelf oplossingen aandraagt, dan worden de maatschappelijke activiteiten verdedigd en verantwoord in een wetenschappelijk discours. Voedingsleer, hygiëneleer, sociale wetenschappen, de systematiek van statistiek, museale presentatie en bibliografie: ze werden alle mede ontwikkeld ter bestrijding van het leed in de moderne grote stad.

Fatsoenlijk vertier; Deugdzame ontspanning voor arbeiders vanaf 1870.

Het boek "Fatsoenlijk vertier; Deugdzame ontspanning voor arbeiders vanaf 1870."

Boekgegevens:
Christianne Smit (red.), Fatsoenlijk vertier; Deugdzame ontspanning voor arbeiders vanaf 1870. Uitgeverij Bert Bakker, 200 p, EUR 19.95, ISBN 9789035132481. Verschijnt 26 februari 2008.


Bestellen:

Fatsoenlijk vertier
Fatsoenlijk vertier
C. Smit


..............................

Noot voor de redactie,