Openbaar Ministerie

Zes jaar gevangenisstraf en tbs geëist voor steekpartij bij de Sociale Dienst Zeist

6 februari 2008

Vandaag stond de man die ervan verdacht wordt op 9 oktober 2006 drie medewerkers van de sociale dienst, het CWI en het UWV in Zeist te hebben gestoken, voor de rechter. Veel tijd van de behandeling van deze zaak werd besteed aan het horen van getuigen-deskundigen die hebben gerapporteerd over de persoon van de verdachte. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes jaar en tbs met dwangverpleging.

In zijn requisitoir gaf de officier aan dat het zoals gebruikelijk bij de behandeling om de verdachte gaat, maar hij schetste gelijk de maatschappelijke context. Kort na de steekpartij op 13 oktober 2006, "een bloedbad waar veel mensen getuige van zijn geweest", verscheen er een rapport van de Arbeidsinspectie over agressie en geweld tegen werknemers van Gemeentelijke Sociale Diensten, CWIâs (Centra voor Werk en Inkomen) en het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen). "Het rapport stemt niet vrolijk", merkte de officier op, "veel medewerkers voelen zich niet veilig en beschermingsmaatregelen blijken niet altijd op orde. De actualiteit en de noodzaak van dit rapport bleek vier dagen voor de verschijning ervan."

De bewezenverklaring is niet het probleem in deze zaak. Er zijn getuigen, de verdachte wordt enkele minuten na het delict aangehouden met een bebloed mes en bloedspetters op zijn broekspijpen. Hij bekent en geeft bij politie ook aan met voorbedachte raad te hebben gehandeld. Moeilijker is het te beoordelen in hoeverre de verdachte toerekeningsvatbaar is. De onderzoekers van het Pieter Baan Centrum concluderen dat de verdachte ten tijde van het delict niet heeft gehandeld op basis van psychotische motieven. Pas na het delict is er sprake van schizofrene-paranoïde decompensatie. Zodoende is er sprake van enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid.

De psychiater die de verdachte in een later stadium heeft onderzocht ten behoeve van een second opinion, stelt een schizofrenie vast en geeft aan dat hij in psychotische razernij tot zijn daad is gekomen. Deze psychiater spreekt van volledige ontoerekeningsvatbaarheid en verklaart het verschil in oordeel door het tijdsverloop "Het verhullen van de psychose lukt na verloop van tijd minder goed. Het ziektebeeld heeft zich ontwikkeld en dit geeft meer inzicht in de drijfveren." De psycholoog ten slotte, die een second opinion heeft gegeven, komt tot de conclusie sterk verminderd toerekeningsvatbaarheid. Alle deskundigen komen wel tot eenzelfde advies: tbs met dwangverpleging.

De officier van justitie ging na deze uiteenzettingen uit van de verminderde toerekeningsvatbaarheid en kwam zo tot zijn eis van zes jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging.