De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Uw brief 16 januari 2008, nr.
2070808280
Ons kenmerk AV/PB/2008/1677
Onderwerp Kamervraag/vragen van leden Pechtold/Koser Kaya Datum 4 februari 2008
(D66)
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Economische Zaken, de antwoorden op de
Kamervragen van de leden Pechtold en Koser Kaya (D66) over enkele voorstellen van de
secretaris-generaal van Economische Zaken.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
2070808280
Vragen van de leden Pechtold en Koer Kaya (beiden D66) aan de ministers van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken over enkele voorstellen van de
secretaris-generaal van Economische Zaken. (Ingezonden 15 januari 2008)
1
Wat is uw reactie op het artikel "De toekomst in eigen hand" van de secretaris-generaal van
het ministerie van Economische Zaken? 1)
2
Deelt u de opvattingen die de secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken in
dit artikel naar voren brengt?
3
Past het voorstel om de pensioengerechtigde leeftijd te verhogen binnen de formulering in het
regeerakkoord "De arbeidsdeelname van ouderen na hun 65ste wordt aangemoedigd door
belemmeringen in het arbeidsrecht en fiscaliteit voor langer doorwerken weg te nemen"?
Beantwoording vragen 1, 2 en 3
De secretaris-generaal vestigt de aandacht op enkele belangrijke aandachtpunten op de
Nederlandse arbeidsmarkt: de lage arbeidsparticipatie onder ouderen en het lage aantal
gewerkte uren. Het kabinet deelt de mening van de secretaris-generaal dat het mobiliseren van
extra arbeidsaanbod noodzakelijk is. Dat is op korte termijn nodig gezien de toegenomen
krapte op de arbeidsmarkt, en op langere termijn om de gevolgen van de vergrijzing op te
vangen. Het kabinet streeft daarom naar een stijging van de participatiegraad van nu 73% tot
80% in 2016.
De prioriteit van het kabinet ligt onder andere bij de verhoging van de arbeidsparticipatie tot
65 jaar. De gemiddelde uittreedleeftijd ligt nu bij 61-62 jaar en de arbeidsdeelname van 60-64
jarigen ligt nu op circa 20%. Bij deze leeftijdscategorieën ligt derhalve een belangrijk
(arbeids)potentieel. Doorwerken tot 65 jaar zal een meer gangbare praktijk moeten worden. Er
zijn al maatregelen genomen om werknemers in de leeftijd van 55 tot 65 langer aan het werk te
houden, zoals het afschaffen van de fiscale faciliëring voor VUT en prepensioen, introductie
en verhoging van de specifieke arbeidskorting voor ouderen vanaf 57 jaar en de
premievrijstelling voor werkgevers bij aannemen van werknemers van 50 jaar en voor het in
dienst hebben van werknemers van 55 jaar.
Overigens heeft de secretaris-generaal geen verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd
voorgesteld. Hij heeft zich alleen afgevraagd of een substantiële toename van de participatie
van 63- en 64-jarigen op den duur mogelijk is zonder de pensioenleeftijd te verhogen. Het
kabinet is van mening dat er thans nog voldoende mogelijkheden zijn om het arbeidspotentieel
van ouderen te verhogen. De huidige pensioenleeftijd staat voor het kabinet niet ter discussie.
De secretaris-generaal wijst voorts op het belang van het verder versterken van het
vestigingsklimaat. Het kabinet heeft doelstellingen geformuleerd op het terrein van hoger
onderwijs, onderzoek, kennismigratie, het innovatief vermogen van de Nederlandse economie
en het aantal zelfstandigen met personeel en snelle groeiers.
---
4
Deelt u de mening van de secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken dat
een modernisering van het ontslagrecht goed is voor mensen zonder baan? Zo, nee waarom
niet?
Beantwoording vraag 4
Voorafgaand aan de Participatietop heeft het kabinet met meerdere partijen en personen
gesproken over onder meer de modernisering van het ontslagrecht. Dat heeft het kabinet tot het
oordeel gebracht, zoals verwoord in de toelichting bij de adviesaanvraag aan de Stichting van
de Arbeid, dat het ontslagrecht gewijzigd moet worden als onderdeel van een integraal en
samenhangend pakket teneinde de dynamiek op de arbeidsmarkt te bevorderen en de
werkzekerheid te vergroten, ook voor degenen die nu nog zonder baan zijn.
Zoals bekend, heeft het kabinet een voorstel ter verbetering van de instituties die de werking
op de arbeidsmarkt bepalen aan de Stichting van de Arbeid voorgelegd. De Stichting heeft
daarover op 30 augustus 2007 een verdeeld advies uitgebracht. Daardoor is een situatie
ontstaan die het kabinet ertoe gebracht heeft een commissie Arbeidsparticipatie (commissie
Bakker) in te stellen die voor 1 juni 2008 advies zal uitbrengen over maatregelen om te komen
tot een structurele verhoging van de arbeidsparticipatie (tot 80%) en het realiseren van 200.000
extra banen in deze kabinetsperiode.
Het is aan de commissie om te beoordelen of zij ook met voorstellen komt voor modernisering
van het ontslagrecht. Het kabinet legt de commissie geen beperkingen op en het zal de
voorstellen van de commissie na ontvangst beoordelen.
1) Economisch Statistische Berichten, 11 januari 2008
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid