Bayer heeft hoger beroep in IBR-zaak verloren
Bayer had toch waarschuwingsplicht voor verkeerde toediening IBR Marker entstof (Bayovac ® Vivum)
LEEUWARDEN, 20080201 -- Op 17 januari 2008 heeft het Gerechtshof te Amsterdam in hoger beroep bevestigd dat Bayer had moeten waarschuwen voor het in 1998 en 1999 op verkeerde wijze toedienen van haar entstof bij koeien. Hierdoor hebben mogelijk 7.500 veehouderijen in Nederland ernstige schades geleden. De door de Gezondheidsdienst Voor Dieren (GD) en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) destijds opgestelde Werkinstructie, waar dierenartsen zich aan moesten houden, week af van de door Bayer opgestelde bijsluiter bij de entstof. Omdat Bayer weet had van deze discrepantie, had zij een waarschuwingsplicht, die zij echter niet is nagekomen.
Verplichte Entcampagne.
De koeienziekte IBR levert de sector jaarlijks schade op. De ziekte belemmert export van Nederlandse koeien. Mede naar aanleiding van het voorstel van juli 1996 van de toenmalige Stuurgroep IBR-bestrijding, heeft de sector, de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland, het Produktschap Zuivel en het Produktschap Vee en Vlees in samenspraak met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij besloten om de bestrijding van IBR verplicht te stellen. Hierbij werd de entstof van Bayer verplicht gesteld als enige, toelaatbare, entstof.
De GD en KNMvD hebben hierbij een entprotocol (Werkinstructie) opgesteld, ten behoeve van de dierenartsen die belast werden met het uitvoeren van de entingen. In dat protocol werd de dierenartsen voorgeschreven hoe zij de entstof van Bayer moesten toedienen.
Hoewel Bayer betrokken is geweest bij het opstellen van het entprotocol, week het op belangrijke onderdelen af van de door Bayer zelf opgestelde bijsluiter. Door onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen is gebleken dat het entprotocol van de GD en KNMvD in strijd is met belangrijke (veiligheids)bepalingen uit de bijsluiter.
De organisatie van de entcampagne en de dierenartsen waren niet bekend met de bijwerkingen van de entstof. Met de entstof waren op dat moment nog geen ervaringen in de praktijk opgedaan.
Gedupeerden.
In 1999 hebben ruim 7.500 veehouders schades gemeld die in verband zijn gebracht met de entingen. Na de enting kregen de dieren plotsklaps ernstige ziekteverschijnselen en velen gingen binnen enkele dagen dood. Hele veestapels zijn geruimd. Veel veehouders lijden nog steeds onder de gevolgen van de entingen. De oorzaak van schadegevallen werd destijds door veel instanties op het bordje gelegd van de veehouders zelf. Naast de omvangrijke materiële schade heeft de entcampagne van 1998 ook heel veel emotionele schade aangericht. Hoewel de financiële belangen groot zijn, vechten nog steeds veel gedupeerde veehouders ook voor eerherstel.
Veel schadegevallen zijn geregistreerd bij de Stichting IBR/BVD Schade (SIS). Deze Stichting is in 1999 opgericht door de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland. Het doel van deze stichting was om de belangen van de veehouders te behartigen en schadeclaims bij Bayer in te dienen. Hoewel de Stichting in een enkel geval een procedure is gestart, heeft zij begin 2004 de handdoek in de ring gegooid.
De recente uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam betekent nu een doorbraak in de aansprakelijkheidsprocedure tegen Bayer. Ook voor de schadedossiers die bij de SIS zijn ondergebracht en de schadegevallen die destijds niet zijn gemeld. Als verjaring van de schadeclaims op de juiste wijze is tegengegaan, of zelfs nu nog mogelijk is, betekent deze uitspraak voor veel gedupeerde veehouders een belangrijke stap naar compensatie en eerherstel.