abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
1 februari 2008 1
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGTL-2008/519 -
Onderwerp
Wet wegvervoer goederen; aansprakelijkheid afzender en betrouwbaarheid vervoerder
Geachte voorzitter,
Bij de behandeling van het wetsvoorstel Wet wegvervoer goederen (WWG) is een
amendement ingediend van het lid van Heugten c.s. inzake de aansprakelijkheid van de
afzender in het goederenvervoer (TK 2007/08, 30 896, nr. 11).
Ik heb uw Kamer toegezegd op korte termijn een brief de sturen over de gevolgen van
overname van dit amendement in het wetsvoorstel. Deze brief doe ik u bij deze
toekomen.
Het amendement van Heugten c.s. strekt tot het wettelijk regelen van de
medeaansprakelijkheid van de afzender bij schending van de beladingsvoorschriften. Aan
het amendement kleeft in de huidige vorm echter een aantal inhoudelijke en juridische
bezwaren.
De aansprakelijkheid van de afzender wordt ten eerste eerder beperkt dan verruimd. De
beoogde verruiming komt niet tot stand. Het gaat alleen om de aansprakelijkheid van de
afzender voor overbelading voor zover deze te herleiden is tot het onjuist of onvolledig
informeren door afzender of diens handelen bij het laden in strijd met de aanwijzingen van
de vervoerder. Laakbaar handelen van een afzender van goederen in relatie tot een
beroepsvervoerder kan uit meer gedragingen bestaan. De verantwoordelijkheid daarvoor
moet niet bij voorbaat wettelijk worden uitgesloten.
Een andere reden is dat het amendement niet de beoogde werking heeft. Het introduceert
in deze vorm geen strafbaarstellingen. De strafbaarstelling voor overbelading van
voertuigen is geregeld in de Wegenverkeerswet 1994. Voorts is strafbaarstelling geregeld
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/DGTL-2008/519
in het Wetboek van Strafrecht voor wat betreft deelneming aan en uitlokking van een
strafbaar feit. Een schending van de voorschriften inzake overbelading door afzender kan
bijvoorbeeld worden bestraft via deelneming en uitlokking.
Voorts vind ik dat het aansprakelijk stellen van afzenders in beginsel minder goed past in
dit wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel regelt de marktordening in het beroepsvervoer door
regels te geven inzake toetreding tot het beroep en de markt voor (gegadigde)
vervoersondernemingen.
Tenslotte wordt er van uitgegaan dat overbelading door afzenders niet adequaat kan
worden bestraft met de huidige wettelijke regelingen en dat afzenders nauwelijks
strafrechtelijk of anderszins zijn aan te pakken. De regering meent dat het huidige
strafrecht wel een effectieve bestrijding van overbelading mogelijk maakt. Op dit moment
kan de afzender zoals gezegd ook strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld wegens
geconstateerde overbelading als doenpleger, uitlokker of medepleger van het delict.
Concluderend acht ik het ingediende amendement in de versie zoals dat nu voorligt, om
de hierboven uiteengezette redenen, onwenselijk.
Ik heb evenwel goed gekeken naar de bedoeling die de indieners met het amendement
hebben. In het debat over het wetsvoorstel heb ik u ook aangegeven dat overbelading
een belangrijk zorgpunt is. Daarom is in overleg met de minister van Justitie nog eens
goed gekeken naar een mogelijke oplossing die recht doet aan de bedoelingen van de
indieners van het amendement.
Mijn voorstel komt er op neer dat de beladingsregels voor kentekenhouders of
bestuurders van het voertuig bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 via een
kapstokbepaling ook gaan gelden voor derden, bijvoorbeeld afzenders. Bij overtreding
door de afzender geldt dan niet de strafbaarstelling op grond van de Wet wegvervoer
goederen of Wegenverkeerswet 1994, maar bestraffing via het stelsel van de Wet
economische delicten (Wed). Een verbod tot overbelading betreffende de afzender kan
concreet worden geregeld door middel van een uitbreiding van artikel 2.6 van de Wet
wegvervoer goederen en de daarop gebaseerde verwijzing naar de beladingsvoorschriften
in de Wegenverkeerswet 1994. Overtreding van dit verbod door derden wordt dan als
economisch delict aangemerkt. Deze aanpassing geeft ook ruimere mogelijkheden om
overbelading die te wijten is aan de afzender te handhaven, preventief maar ook via de
opsporingsbevoegdheden in de Wed. Ik ben voornemens om waar nodig op basis hiervan
extra controle in te zetten. Dit voorstel geeft ook een extra signaal af naar de
transportsector dat niet alleen de vervoerders verantwoordelijkheid dragen voor
overbelading.
Over de wenselijkheid van het door mij voorgestelde alternatief waarbij naar mijn mening
het beoogde doel wordt bereikt, verneem ik graag het oordeel van uw Kamer. Ik ben
natuurlijk bereid uw Kamer bij een voorstel te ondersteunen.
---
VenW/DGTL-2008/519
Over de toegezegde uitleg van de criteria voor toetsing van de betrouwbaarheid van de
vervoerder, bericht ik u in de bijlage bij deze brief.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat