OM wel ontvankelijk ondanks illegale opnamen Amerikanen
Rotterdam, 1 februari 2008
Het Gerechtshof Amsterdam heeft deze week het Openbaar Ministerie (OM)
ontvankelijk verklaard in een strafzaak, waarbij de Amerikaanse DEA
zonder toestemming van het OM opnamen maakte van gesprekken tussen de
pseudokoper en onder meer de verdachte. Eerder had de rechtbank
Amsterdam het OM niet-ontvankelijk verklaard. Hoewel de rechtbank vond
dat het OM hierin niets te verwijten viel meende zij desondanks dat er
toch een niet-ontvankelijkheid moest volgen. Door het opnemen van
vertrouwelijke communicatie is het recht op eerlijk proces geschonden
en is daardoor het wettelijk systeem in de kern geraakt.
Het Hof vindt dat de officier van justitie wel ontvankelijk is, omdat
âhet OM niet doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen
van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling heeft
tekortgedaanâ. Voorts geeft het Hof aan dat âde feiten en
omstandigheden niet als zodanig kunnen worden gekwalificeerd dat zij
in strijd zijn met de grondslagen van het Nederlandse strafproces dat
daardoor het wettelijk systeem in de kern wordt geraakt zoals
rechtbank had geoordeeld.
Zij heeft de eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam
tenietgedaan en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam, die
zich met opnieuw over deze zaak gaat buigen.
In de strafzaak van het Landelijk Parket was een Amerikaanse
pseudokoper betrokken die in Nederland was ingezet op verzoek van de
Amerikaanse autoriteiten in een onderzoek naar XTC-handel. Hoewel heel
duidelijk was afgesproken en vastgelegd wat wel en niet mocht, heeft
de pseudkoper zonder medeweten van het OM en tegen de nadrukkelijke
instructie van de officier van justitie en de politie in toch
vertrouwelijke communicatie opgenomen. Zodra de officier van justitie
dit ontdekte, heeft hij dit gemeld aan de rechtbank een de
verdediging. De illegale opnamen zijn niet gebruikt voor het bewijs.
De rechtbank vond dat de officier van justitie niets te verwijten viel
omdat zij volledige transparantie geboden had toen was ontdekt wat er
was gebeurd. Ook de belangen van de verdachte zijn in concreto niet
geschaad. Desondanks vond de rechtbank dat het OM het recht op
vervolging had verspeeld omdat door de Amerikaanse autoriteiten âde
beginselen van een behoorlijke procesorde met voeten zijn getreden. De
grenzen van wat toelaatbaar is bij opsporing in het kader van
rechtshulp zijn hierbij overschredenâ.
Het Hof vindt van belang dat de officier van justitie voortdurend
controle heeft gehad over het onderzoek. Vanaf het moment dat de
officier van justitie op de hoogte was van de opnamen heeft hij de
rechtbank en advocaat op de hoogte gesteld en is de officier van
justitie in de daarop volgende procesgang voortdurend transparant
opgetreden. De officier van justitie heeft op geen enkele wijze de
controle van de rechtbank belemmerd aangezien hij heeft aangeboden de
betreffende illegale opnamen te laten beluisteren door rechtbank en
verdediging. Dat desondanks de Amerikanen in strijd met het recht
hebben gehandeld kan het Openbaar Ministerie dus niet worden verweten.
In de strafzaak stond een Antilliaanse verdachte terecht, die
betrokken was bij de smokkel van 10 duizend XTC-pillen en het
voorbereiden van de export van een half miljoen XTC-pillen naar de
Verenigde Staten.
Hij werd samen met twee Zwitserse verdachten in juni 2006 aangehouden
door de Nationale Recherche. Het drietal onderhandelde met een agent
van de Drugs Enforcement Administration (DEA) over de verkoop en
levering van 500.00 XCT-tabletten. De pseudokoop is afgebroken toen
duidelijk was dat niet tot een levering kon worden gekomen zonder dat
de veiligheid van de pseudokoper kon worden gegarandeerd. De twee
Zwitsers zijn inmiddels uitgeleverd aan Amerika.
De undercover operatie van de Amerikanen leidde destijds ook tot
kamervragen over de schending van de Nederlandse soevereiniteit door
buitenlandse opsporingsdiensten.
Op dit moment is nog niet bekend wanneer de strafzaak bij de rechtbank
Amsterdam opnieuw wordt behandeld.
Openbaar Ministerie