ChristenUnie
Overleg over de centra Jeugd en Gezin
Overleg over de centra Jeugd en Gezin
donderdag 31 januari 2008 09:34
3 kernpunten
Laagdrempeligheid voorop. Vergt evenwicht tussen informatievoorziening
en de zware doorverwijzing naar Jeugdzorg. Sneller te realiseren,
omdat er al prachtige initiatieven zijn. Zorg dat alle ondersteuning
goed gerealiseerd wordt op de plekken waar nog weinig bestaat. Dus
maatwerk, zodat elke gemeente naar behoefte wordt ondersteund. Regie
en Doorzettingsmacht
Laagdrempeligheid voorop
Laagdrempeligheid staat voorop. Ouders moeten met alle mogelijk vragen
over opvoeden en opgroeien en voor hulp terecht kunnen bij een
laagdrempelig en herkenbaar punt in de buurt. De Centra voor Jeugd en
Gezin moeten niet geproblematiseerd worden. Dat delen we met de
minister.
Steun dan ook voor de lijn van de minister dat gemeenten vrijheid
hebben om de inlooppunten daar aan te haken waard dit het meest
passend is. "Ik roep u dan ook op om creatief om te gaan met bestaande
voorzieningen, zoals (brede) scholen, gezondheidscentra, wijkgebouwen
of de consultatiebureaus."
Maatwerk in realisatie
Veel gemeenten zijn er al mee aan de gang. Het is dus mogelijk om een
en ander snel te realiseren. In een heel aantal gemeenten functioneren
vergelijkbare samenwerkingsvormen die al grotendeels regelen wat met
de Centra wordt beoogd. De zaak voor gemeenten is nu om te kijken in
hoeverre deze bestaande vormen voldoen aan het basismodel. En enige
uniformiteit en herkenbaarheid voor ouders is ook niet gek. Hoe
voorkomt de minister dat er geen ratjetoe ontstaat?
Doorzettingsmacht /verantwoordelijkheden
Kernpunt is toch wel de verantwoordelijkheidsverdeling en de
doorzettingsmacht. Daar wil mijn fractie toch nog wat meer
duidelijkheid over in dit debat.
De minister beoogt de regierol van de gemeenten wettelijk te
verankeren. Die regierol ziet op: één gezin, één plan. Het realiseren
van sluitende afspraken tussen partijen uit de jeugdketen. In de kern
bestaat de rol van de gemeente er uit dat de gemeente ervoor zorg dat
er een beslissing wordt genomen over wie verantwoordelijk is voor de
coördinatie van zorg.
Maar wat betekent het concreet?
Informatieverstrekking tussen CJG en Jeugdzorg
Zodra jeugdzorg er bij betrokken is, is er sprake van de regie bij de
jeugdzorg. Daar blijft het wel wringen. Want blijft iemand vanuit de
gemeente toch nog de regie voeren op zo'n moment? Hoe wordt de rol van
de gemeente ingevuld, op het moment dat de zaak bij Jeugdzorg ligt? De
fractie van de ChristenUnie pleit in dit verband voor een
Informatierecht voor de gezinscoach of de zorgcoordinator, zodat hij
op de hoogte blijft als een kind wordt doorverwezen naar Jeugdzorg.
Graag een reactie van de minister.
Doorzettingsmacht
De gemeente moet voldoende bevoegdheden hebben om betrokken partijen
aan de afsprakenplicht te kunnen houden. Welke instrumenten zijn er?
En lopen hier de zorgcoördinatie als functie en als activiteit niet
door elkaar? Hoe zorgen we ervoor dat sluitende afspraken ook betekent
dat iemand op het moment van handelen daadwerkelijk voor elkaar krijgt
dat er wordt gehandeld, ook als het om jeugdzorg gaat, zoals de VNG
ook voorstelt? Maar welke sanctiemogelijkheden heeft een wethouder of
de gemeente als het om provinciaal geld gaat? Welke rol spelen de
inspecties hierbij. Wat houdt de toezicht in als het gaat om de
regiefunctie?
Regierol
En hoe wordt die regierol waargemaakt met partijen die buiten de
verantwoordelijkheid van de gemeente liggen? De minister zegt dat het
dan loopt via de casemanager. Maar als iemand wordt doorverwezen van
CJG naar Jeugdzorg wie houdt dan de regie, de
gezinscoach/zorgcoördinator of de casemanager? Of betekent het dan dat
de uiteindelijke regie dan toch weer bij de provincies komt te liggen?
Tenslotte
Hoe krijgt de afstemming tussen Centra voor Jeugd en Gezin en ZAT
fysiek vorm. Ik kan me daar nog geen voorstelling van maken. Logischer
is om het onderwijs, de mentor, dan wel de Zat's een plek te geven in
de Centra voor Jeugd en Gezin. En niet andersom. Zie ook brief van de
VNG.
Begrip voor de keuze om veiligheidshuis niet in het basismodel op te
nemen, vanwege de laagdrempeligheid.
· Ziet de minister het Centrum inmiddels ook als een
netwerkorganisatie zoals de VNG? Is dat dan niet veel te vrijblijvend
geformuleerd?
· Aansluiting met de gezondheidszorg. Huisarts? Kom ik niet meer
tegen.
· Waarom kan die andere 100 miljoen euro (dus naast de 100 mln via de
Brede Doeluitkering) niet geoormerkt worden bij het gemeentefonds voor
de CJG? De afspraak tussen het Rijk en de VNG lijkt mij niet meteen
een harde afspraak, maar meer een stimulans voor gemeente. Geef dus
geen garantie dat het hiervoor ook wordt uitgegeven. Waarom dan niet
200 mln via de BDU?
Alleen de uitgesproken tekst geldt