Cocaïnetransport en witwassen in hoger beroep
28 januari 2008
De strafkamer van het Gerechtshof 's-Gravenhage heeft vandaag
uitspraak gedaan in de zaak tegen B.T.P., een 43-jarige man uit Berkel
en Rodenrijs. Hij werd vrijgesproken van betrokkenheid bij
cocaïnetransporten en veroordeeld vier jaar en zes maanden
gevangenisstraf voor betrokkenheid bij witwaspraktijken.Â
Rechtbank
P. was door de Rechtbank Rotterdam veroordeeld tot tien jaar
gevangenisstraf wegens nauwe betrokkenheid in resp. 1995 en 2002 bij
twee gevallen van import uit diverse landen van grote hoeveelheden
cocaïne, alsmede het leiding geven aan een geldwisselkantoor waar op
grote schaal criminele gelden werden witgewassen.
Hoger beroep / hof
Het hof heeft P. vrijgesproken van die cocaïne-importen omdat
onvoldoende kon blijken van zijn betrokkenheid daarbij. Het hof acht
P.'s betrokkenheid bij genoemde witwaspraktijken echter voldoende
aangetoond. Daarvoor is hem een gevangenisstraf van vier jaar en zes
maanden opgelegd. Het OM had in hoger beroep ook de cocaïne-importen
bewezen geacht en voor alle feiten 9 jaar gevangenisstraf geëist.
Het hof heeft bij de uitspraak ook de hernieuwde gevangenneming van P
-die in mei vorig jaar tijdelijk was vrijgelaten in verband met de
zeer lange duur van de zaak- bevolen.
De zaak staat wel bekend als "de Ficus-zaak'.Â
Rechtspraak.nl
De uitspraak van het hof wordt gepubliceerd op Rechtspraak.nl onder
LJ-nr. BC2761. Andere uitspraken in deze zaak zijn ook gepubliceerd
onder de LJ-nrs.: BC2785, BC2781, BC2775, BC2766, BC2765, BC2753, ,
BC2740.
Openbaar Ministerie