Werkprogramma van de nota Dierenwelzijn 2008-2011
---
Burger en consument, het publieke debat (notaparagraaf 4.3)
1 De landbouwsector opent de deuren; uiterlijk in 2015 is de productiewijze van alle bedrijven
transparant. (notaparagraaf 4.3)
2 Primaire sector, ketenpartijen, retail, maatschappelijke organisaties en overheid ondertekenen
uiterlijk 1 mei 2008 een convenant ten behoeve van een substantieel tussensegment voor varkens-
en kippenvlees. (notaparagraaf 4.3)
3 De overheid zorgt voor gerichte campagnes om duurzame consumptie te stimuleren.
(notaparagraaf 4.3)
4 De overheid zet zich in voor etikettering op dierenwelzijn via het Europese spoor.
(notaparagraaf 4.3)
5 De overheid stelt een programma van activiteiten op ten behoeve van een open en eerlijke
dialoog over dierenwelzijn. (notaparagraaf 4.3)
Landbouwhuisdieren
Integraal en diergericht ontwerpen (notaparagraaf 5.2)
6 De overheid zet zich in voor de ontwikkeling van integraal duurzame stallen. (2.5.1 en 2.8.6)
(notaparagraaf 5.2)
Integraal beoordelingskader (notaparagraaf 5.3)
7 De overheid geeft wetenschappers opdracht een afwegingskader te ontwikkelen op basis
waarvan de verschillende belangen gewogen kunnen worden. Eind 2008 is dit gereed.
(notaparagraaf 5.3)
8 De overheid zal vanaf dat moment zorgdragen dat in besluitvorming over belangrijke thema's,
de effecten op alle waarden worden getoetst waardoor de afweging transparant wordt.
(notaparagraaf 5.3)
Robuuste dieren (notaparagraaf 5.4)
9 De overheid maakt onderzoek naar meer robuuste dieren mogelijk (NWO-LNV
onderzoeksprogramma). (notaparagraaf 5.4)
10 De sector zet de komende jaren in op het gebruik van meer robuuste dieren. (notaparagraaf
5.4)
Internationale inzet (notaparagraaf 5.5)
11 De overheid zorgt voor een actieve coalitievorming met lidstaten die een voorhoedepositie in
willen nemen. (notaparagraaf 5.5)
12 De overheid zorgt voor een betere bundeling en samenwerking op het terrein van
(internationaal) wetenschappelijk onderzoek. (notaparagraaf 5.5)
13 De overheid zorgt samen met wetenschappers voor feitelijke en wetenschappelijke gegevens
teneinde te komen tot een aanscherping van de Vleeskuikenrichtlijn. (notaparagraaf 5.5)
14 De overheid zet zich in voor het behoud van het Europees verbod op de legbatterij per 2012.
(notaparagraaf 5.5)
---
15 De overheid zet zich in om in EU-verband uiterlijk 2015 te komen tot het stoppen met castratie.
(notaparagraaf 5.5)
16 De overheid zet zich in voor een aanscherping van de Transportverordening bij de
eerstvolgende evaluatie (transportcondities op de wagen en transportduur). (notaparagraaf 5.5)
17 De overheid zet zich op EU-niveau in voor Europese welzijnsregeling voor (opfok)
vleeskuikenouderdieren, kalkoenen, nertsen en konijnen. (notaparagraaf 5.5)
Sector melkveehouderij (notaparagraaf 5.6.1)
18 De overheid zet samen met andere partijen in op de introductie van een integraal duurzaam
stalsysteem (2010). (notaparagraaf 5.6.1)
19 Hierna ondersteunt de overheid de overheid de proefversies van nieuwe integraal duurzame
stallen financieel (innovatiemodule uit de LNV-regeling subsidies). (notaparagraaf 5.6.1)
20 De overheid zorgt voor een subsidieregeling voor investeringen door early adopters in
integraal duurzame stallen. (notaparagraaf 5.6.1)
21 De overheid stimuleert via het fiscale spoor investeringen in bovenwettelijke welzijns- en
milieumaatregelen in stallen (Maatlat duurzame veehouderij/MIA en Vamil). (notaparagraaf 5.6.1)
22 Sectoren en maatschappelijke organisaties zetten o.a. via de activiteiten van Stichting
Weidegang in op het bevorderen van de weidegang. (notaparagraaf 5.6.1)
23 De overheid stelt regelgeving op met welzijnseisen voor de huisvesting van melkvee.
(notaparagraaf 5.6.1)
24 De overheid onderzoekt en dringt in EU-verband aan op een alternatief (chip of transponder in
het oor) voor de huidige grote oorflappen. (notaparagraaf 5.6.1)
25 Met ingang van 1 juni 2008 is het vriesbranden bij koeien een verboden ingreep.
(notaparagraaf 5.6.1)
Sector kalverhouderij (notaparagraaf 5.6.2)
26 De sector draagt zorg voor een verbetering van de transportcondities op de wagens.
(notaparagraaf 5.6.2)
27 De sector wordt opgeroepen de mogelijkheden te onderzoeken om minder afhankelijk te
worden van de import van kalveren over lange afstand. (notaparagraaf 5.6.2)
28 De sector wordt uit een oogpunt van een verbetering van het dierenwelzijn en ter
vermindering van de risico's op insleep van dierziekten opgeroepen een plan op te stellen om te
komen tot een vermindering van het aantal verzamelslagen in binnen- en buitenland (gereed 1 juli
2008). (notaparagraaf 5.6.2)
29 De overheid stelt per 2009 de rubber matten verplicht in stallen waar vleeskalveren anders dan
op stro worden gehuisvest. (notaparagraaf 5.6.2)
30 De overheid besluit aan de hand van de uitkomsten van de `welzijnsmonitor vleeskalveren' of
verdergaande maatregelen nodig zijn. (notaparagraaf 5.6.2)
Sector Dikbilhouderij (notaparagraaf 5.6.3)
31 De sector onderzoekt samen met wetenschappers de mogelijkheden om te komen tot een forse
vermindering van het aantal keizersnedes. (notaparagraaf 5.6.3)
Sector Varkenshouderij (notaparagraaf 5.6.4)
32 Afspraken tussen primaire varkenshouderij, maatschappelijke organisaties, verwerkende
---
industrie en de retail over de afzet van varkensvlees van verdoofd gecastreerde biggen voor de
Nederlandse markten per 1 januari 2009. (notaparagraaf 5.6.4)
33 De overheid zet zich op EU-niveau in op acceptatie per 2015 van varkens en vlees van varkens
die niet gecastreerd zijn. (notaparagraaf 5.6.4)
34 De overheid verbiedt per 2009 het knippen van de hoektanden, enkel vijlen is toegestaan.
(notaparagraaf 5.6.4)
35 Op basis van de evaluatie, zet de overheid in op verhoging van de welzijnseisen in de Europese
Varkensrichtlijn en het vasthouden aan de Europese verplichting van de groepshuisvesting voor
dragende zeugen vanaf 2013. (notaparagraaf 5.6.4)
36 De primaire varkenshouderijsector, maatschappelijke organisaties, de slachterijsector, de
veehandel en de veetransporteurs stellen een plan op dat gericht is op vergroting van de export
van biggen naar Duitsland en het zoeken naar alternatieven voor het lange afstand transport van
slachtvarkens (zeugen, vleesvarkens) (gereed 1 maart 2008). (notaparagraaf 5.6.4)
37 De overheid zorgt met alle partijen voor herontwerp van integraal duurzame en
diervriendelijke stal- en houderijsystemen voor kraamzeugen, dragende zeugen en gespeende
biggen. (notaparagraaf 5.6.4)
38 De overheid ondersteunt de proefversies van nieuwe integraal duurzame stallen financieel
(innovatiemodule uit de LNV-regeling subsidies). (notaparagraaf 5.6.4)
39 De overheid zorgt voor een subsidieregeling voor investeringen door early adopters in
integraal duurzame stallen. (notaparagraaf 5.6.4)
40 De overheid stimuleert via het fiscale spoor investeringen in bovenwettelijke welzijns- en
milieumaatregelen in stallen (Maatlat duurzame veehouderij/MIA en Vamil). (notaparagraaf 5.6.4)
41 Convenant met primaire varkenshouderijsector, verwerkende industrie, retail, horeca, catering,
maatschappelijke organisaties en overheid over het ontwikkelen en op de markt brengen van een
tussensegment varkensvlees (gereed 1 mei 2008). (notaparagraaf 5.6.4)
Sector pluimveehouderij (notaparagraaf 5.6.5)
42 Op basis van de resultaten van het Plan van aanpak ingrepen van het bedrijfsleven wordt in
2011 de regelgeving met betrekking tot snavelbehandeling bij legpluimvee aangepast.
(notaparagraaf 5.6.5)
43 De overheid draagt zorg voor de implementatie van de Vleeskuikenrichtlijn in nationale
regelgeving. (notaparagraaf 5.6.5)
44 De overheid agendeert op EU-niveau de gevolgen van de genetische aanleg voor het welzijn
van vleeskuikens (op basis van het onderzoeksrapport van de Commissie in 2010). (notaparagraaf
5.6.5)
45 De overheid zet op EU-niveau in op aanscherping en aanvulling van de normen in de
Vleeskuikenrichtlijn ten aanzien van sterfte, voetzoolaandoeningen, borstblaren en
bezettingsgraad (bij de evaluatie van de richtlijn in 2012). (notaparagraaf 5.6.5)
46 Samen met andere partijen zet de overheid in op integraal herontwerp van houderijsystemen
voor vleeskuikens. (notaparagraaf 5.6.5)
47 De overheid ondersteunt financieel proefversies van nieuwe integraal duurzame
pluimveestallen (innovatiemodule uit de LNV-regeling subsidies). (notaparagraaf 5.6.5)
48 De overheid stelt een subsidieregeling open voor investeringen door early adopters in integraal
duurzame pluimveestallen. (notaparagraaf 5.6.5)
---
49 Fiscale stimulering van investeringen in bovenwettelijke welzijns- en milieumaatregelen in
pluimveestallen (Maatlat duurzame veehouderij/MIA en Vamil). (notaparagraaf 5.6.5)
50 Convenant met primaire pluimveehouderijsector, verwerkende industrie, retail, horeca,
catering, maatschappelijke organisaties en overheid over het uitrollen van bestaande en nieuw te
ontwikkelen tussensegmenten pluimveevlees (gereed 1 mei 2008). (notaparagraaf 5.6.5)
Hobbydierhouderij(notaparagraaf 5.6.8)
51 De overheid zorgt samen met de sector voor gerichte informatievoorziening aan
hobbydierhouders over dierenwelzijn. (notaparagraaf 5.6.8)
Thema's
Verwaarlozing landbouwhuisdieren (notaparagraaf 5.9)
52 De overheid vraagt de leden van de Werkgroep verwaarlozing landbouwhuisdieren te komen
met nieuwe impulsen in de aanpak en preventie van verwaarlozing. (notaparagraaf 5.9)
Doden van dieren (notaparagraaf 5.10)
53 De overheid financiert onderzoek naar bedwelmingsmethoden van eendagskuikens, pluimvee
en varkens (eind 2008 gereed). (notaparagraaf 5.10)
54 De overheid laat onderzoek uitvoeren naar het maatschappelijk draagvlak voor gentechnologie
bij kuikens (1e kwartaal 2008 gereed). (notaparagraaf 5.10)
55 Debat met Tweede Kamer over ethisch te kiezen richting rond eendagskuikens (medio 2008).
(notaparagraaf 5.10)
56 De overheid gaat in overleg met betrokken organisaties om te komen tot meer reversibel
bedwelmen van met name runderen (gereed medio 2009). (notaparagraaf 5.10)
Transport van dieren (notaparagraaf 5.11)
57 De sector heeft per 1 januari 2008 geborgde kwaliteitssystemen voor het transport van dieren.
(notaparagraaf 5.11)
58 De Nederlandse overheid komt in EU-verband met voorstellen tot aanscherping van de
Transportverordening. (notaparagraaf 5.11)
59 De sector komt uiterlijk op 1 juni 2008 met een plan om te komen tot verbetering van de
condities op de wagen voor lange afstandstransporten. (notaparagraaf 5.11)
60 De overheid draagt zorg voor de aanpassing van een handhavingsstrategie zodat het
nalevingspercentage omhoog gaat en het aantal incidenten sterk wordt teruggebracht.
(notaparagraaf 5.11)
Vis (notaparagraaf 6.3)
61 Kweekbedrijven en verwerkingsbedrijven van paling en meerval in Nederland, waar levende vis
wordt geslacht, zullen binnen 4 jaar gebruik maken van een diervriendelijkere dodingsmethode.
(notaparagraaf 6.3)
62 De overheid ontwikkelt een maatlat voor duurzame kweek van vissen, inclusief welzijn. Deze
zal worden ingezet voor stimuleringsbeleid. (notaparagraaf 6.3)
---
63 De overheid zorgt voor de ontwikkeling van operationele indicatoren waarmee ongewenste
effecten van waterkwaliteit in recirculatiesystemen op welzijn en diergezondheid,
geïnventariseerd kunnen worden. (notaparagraaf 6.3)
64 De overheid voert vervolgonderzoek uit naar het natuurlijk gedrag en de fysiologie van enkele
in Nederland gekweekte vissoorten in relatie tot houderijomstandigheden. (notaparagraaf 6.3)
65 De overheid stelt op basis van de uitkomsten van voorgaand onderzoek, randvoorwaarden op
voor de aquacultuur. (notaparagraaf 6.3)
66 De overheid ondersteunt praktijkonderzoek naar het huidige transport van levende vissen en
indien nodig naar mogelijke verbeterpunten. (notaparagraaf 6.3)
67 De overheid bevordert met het oog op een duurzame visstand, het terugdringen van
bijvangsten en selectievere vangstmethoden. (notaparagraaf 6.3)
68 De sector ontwikkelt een internationale gedragscode voor de sportvisserij. (notaparagraaf 6.3)
69 Samen met de sportvisserij sector zal de overheid een traject inzetten om de huidige
gedragscode, de voorlichting en het toezicht hierop, te evalueren. (notaparagraaf 6.3)
Gezelschapsdieren
70 Het LICG lanceert in oktober 2007 de website en de eerste campagne. (hoofdstuk 7)
71 Het LICG zorgt in 2008 voor een `Dierenbijsluiter'. (hoofdstuk 7)
72 De overheid verkent in 2008 met het Platform Verantwoord Huisdierbezit de mogelijkheid te
komen tot gidsen voor goede praktijken (nadere invulling zorgplicht gezelschapsdieren).
(hoofdstuk 7)
73 De overheid hangt begin 2008 de AMvB inzake de positieflijst voor. (hoofdstuk 7)
74 Overheid en bedrijfsleven zorgen er voor dat eind 2008 een certificatiesysteem voor honden en
katten operationeel is. (hoofdstuk 7)
75 De overheid stelt met ingang van 2011 een I&R voor honden verplicht. Met de sector wordt
gesproken over de opzet van de uitvoering. (hoofdstuk 7)
76 De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied komt uiterlijk september 2008 met een plan van
aanpak voor de aanpak van erfelijke problemen bij rashonden. (hoofdstuk 7)
77 De overheid voert de evaluatie van de Regeling agressieve dieren (RAD) uit en besluit voor de
zomer 2008 over de uitkomsten en vervolgstappen. (hoofdstuk 7)
78 De overheid vraagt RUU, faculteit diergeneeskunde een cursusmodule op te zetten voor
personeel op dierenambulances. (hoofdstuk 7)
79 De overheid overlegt met brancheorganisaties van dierenambulancen om te komen tot
verdergaande professionalisering. (hoofdstuk 7)
80 Rijksoverheid overlegt met andere overheden om te bezien hoe goede lokale initiatieven
breder navolging kunnen krijgen. (hoofdstuk 7)
81 De overheid breidt de handhavingscapaciteit voor gezelschapsdieren per 2008 uit met 3 fte.
(hoofdstuk 7)
---
Paarden (notaparagraaf 8.3)
82 De sector komt binnen een jaar met een plan van aanpak om te komen tot de noodzakelijke
welzijnsverbeteringen (huisvesting, voeding, transport en trainingsmethoden), waarbij ik inzet op
een realisatie binnen 3 jaar. Wanneer dit niet gebeurt zal de overheid regels stellen.
(notaparagraaf 8.3)
83 De sector wordt gevraagd zijn verantwoordelijkheid te nemen en het couperen van
paardenstaarten te beëindigen. Tevens zet de overheid zich in voor agendering binnen de EU.
(notaparagraaf 8.3)
Dierentuinen en circussen
84 Evaluatie Dierentuinenbesluit (afgerond eind 2008). (notaparagraaf 9.2.1)
85 Onderzoek naar het dierenwelzijn van circusdieren (gereed december 2008), waarna
besluitvorming. (notaparagraaf 9.3)
Dieren in de natuur
Populatiebeheer en schadebestrijding
86 Ontwikkeling van alternatieve preventieve middelen om faunaschade aan landbouwgewassen
te voorkomen. Hierdoor kan het afschot van dieren worden verminderd. (notaparagraaf 10.3.1)
Opvang gewonde dieren
87 De opvangsector heeft in 2007 een opvangprotocol ontwikkeld dat door LNV is goedgekeurd.
LNV gaat hierop handhaven waardoor de kwaliteit van de opvang verbetert. (notaparagraaf 10.3.2)
In het wild levende grazers
88 Betere inbedding van het aspect dierenwelzijn in het beheer van de in het wild levende grazers
door onnodig lijden te voorkomen door het hanteren van duidelijke afschotcriteria en via de
inrichting van het leefgebied. (notaparagraaf 10.3.3)
89 Vervreemding van de natuur verminderen, met name bij de jeugd. Verhoging ecologische
kennis, rol van dieren in het ecosysteem en het belang van duurzame populaties. (notaparagraaf
10.3.3)
90 Maatschappelijk besef van `wildheid' natuurdieren groeit. Voorlichting door met name
terreinbeherende organisaties. (notaparagraaf 10.3.3)
Plaagdieren
91 Bij het toestaan van nieuwe bestrijdingsmethoden wordt het aspect van dierenwelzijn
zorgvuldig meegenomen. (notaparagraaf 10.3.6)
Proefdieren
Evaluatie van de Wod
92 Nederlandse discussie over de 3 thema's van de evaluatie Wod. (notaparagraaf 11.5)
De evaluatie van de Wet op de dierproeven (Wod), "Een noodzakelijk kwaad" 1 heeft geleid tot
een aantal aanbevelingen. De belangrijkste onderwerpen kunnen worden ingedeeld in drie
verschillende thema's:
a) openheid en openbaarheid;
b) ethische aspecten; en
c) toezicht.
De ministers van VWS en LNV sturen een brief aan de Tweede Kamer (beleidsvoornemens
dierproeven en biotechnologie bij dieren) over de uitkomsten van de Nederlandse discussie
1 Noodzakelijk kwaad; Evaluatie Wet op de dierproeven. ZonMw, maart 2005. Reeks evaluatie regelgeving:
deel 18, p 8-11.
---
met betrekking tot de hierboven genoemde thema's. Samen met de betrokken partijen zal
worden gestreefd naar aanpassingen in het beleid aan de hand van de drie thema's.
Herziening Europese dierproevenrichtlijn (86/609/EEG) (notaparagraaf 11.6)
93 De overheid zal de uitkomsten van de discussie in Nederland zoals genoemd staat onder 9.1.1
inbrengen bij het proces van herziening van 86/609/EEG.
Kabinetsvisie alternatieven voor dierproeven (notaparagraaf 11.7)
94 De overheid ontwikkelt een kabinetsvisie over alternatieven voor dierproeven.
---
01
Ambitie uit de nota:
De landbouwsector opent de deuren; uiterlijk in 2015 is de productiewijze van alle bedrijven
transparant. (notaparagraaf 4.3)
Doel:
De burger heeft meer zicht op de productiewijze van dierlijke producten en kan de productiewijze
dan ook meenemen in haar afwegingen bij de aankoop van dierlijke producten.
Wie:
De landbouwsector.
Resultaat:
Gehouden dieren zijn in principe zichtbaar voor burgers, ofwel in het landschap, of wel op het
bedrijf. De sector wordt uitgenodigd om in 2008 met een plan van aanpak te komen.
Planning:
Uiterlijk 2015.
---
02, 41 en 50
Ambitie uit de nota:
· Primaire sector, ketenpartijen, retail, maatschappelijke organisaties en overheid
ondertekenen uiterlijk 1 mei 2008 een convenant ten behoeve van een substantieel
tussensegment voor varkens- en kippenvlees. (notaparagraaf 4.3)
· Convenant met primaire varkenshouderijsector, verwerkende industrie, retail, horeca,
catering, maatschappelijke organisaties en overheid over het ontwikkelen en op de markt
brengen van een tussensegment varkensvlees (gereed 1 mei 2008). (notaparagraaf 5.6.4)
· Convenant met primaire pluimveehouderijsector, verwerkende industrie, retail, horeca,
catering, maatschappelijke organisaties en overheid over het uitrollen van bestaande en
nieuw te ontwikkelen tussensegmenten pluimveevlees (gereed 1 mei 2008).
(notaparagraaf 5.6.5)
Doel:
Meer keuze voor de consument tussen diervriendelijke producten in de winkel.
Wie:
LNV, de betrokken sectoren en de andere genoemde spelers sluiten een convenant om het aanbod
van het tussensegment te vergroten.
Resultaat:
Er is één convenant ter bevordering van het diervriendelijke tussensegment.
Er zijn zichtbaar meer verschillende diervriendelijke producten in het schap.
Planning:
In mei 2008 is het convenant vastgelegd. Daarin is ook vastgelegd wanneer de consument het
uitgebreidere diervriendelijke assortiment kan verwachten. Gestreefd wordt om in 2009 de
consument een ruimere keus aan te kunnen bieden.
10
3
Ambitie uit de nota:
De overheid zorgt voor gerichte campagnes om duurzame consumptie te stimuleren.
(notaparagraaf 4.3)
Doel:
Deze meerjarige campagne loopt tot 2011 en heeft als doel om een grote groep consumenten
bewust te laten inkopen, dat wil zeggen dat zij (maatschappelijke) kwaliteitsaspecten van
voedselproductie meewegen in hun aankoopbeslissingen.
Wie:
LNV continueert de campagne van het Voedingscentrum met uitingen over dierenwelzijn.
Resultaat:
Consumenten zijn zich beter bewust van de achtergrond van hun voedsel en in staat dit in hun
keuzeproces te betrekken. Omdat gestart wordt met het thema dierenwelzijn zijn hier indicatoren
voor benoemd. Deze zullen ook worden benoemd voor nieuwe thema's binnen deze campagne. In
2011 realiseert 85% van de Nederlanders zich dat men door de keuze voor bepaalde producten
invloed heeft op het welzijn van dieren in de veehouderij. In 2011 weegt 33% van de consumenten
dierenwelzijn mee bij de aankoopbeslissing van vlees.
Planning:
In 2011 zijn de indicatoren van de campagne gehaald.
---
4
Ambitie uit de nota:
De overheid zet zich in voor etikettering op dierenwelzijn via het Europese spoor. (notaparagraaf
4.3)
Doel:
Achterliggend doel is dierenwelzijn verbeteren via de markt.
Etikettering vervult de volgende (operationele) doelen
1) onderscheiden producten die aan EU standaarden (of van vergelijkbaar niveau) voldoen.
2) onderscheiden van producten die voldoen aan strengere eisen van dierenwelzijn dan het
EU wettelijk niveau
Wie:
Nederlandse overheid zal zich ervoor inzetten opdat de Europese Commissie met een goed
voorstel komt met betrekking tot etikettering op dierenwelzijn.
Resultaat:
Europese onderzoeksresultaten over etikettering van dierenwelzijn en een Commissievoorstel
voor etikettering van dierenwelzijn. Dit leidt tot een etiket dat gegrond een aanduiding of claim
voor dierenwelzijn geeft en dat moet resulteren in een diervriendelijk consumentengedrag.
Planning:
De Raad heeft middels Raadsconclusies de Europese Commissie opgeroepen om een rapport over
etikettering voor dierenwelzijn in te dienen. Momenteel voert de Europese Commissie een
onderzoek uit voor etikettering voor dierenwelzijn.
12
5
Ambitie uit de nota:
De overheid stelt een programma van activiteiten op ten behoeve van een open en eerlijke
dialoog over dierenwelzijn. (notaparagraaf 4.3)
Doel:
De maatschappelijke dialoog dient:
- om het gesprek in de samenleving over dierenwelzijn in de breedste zin van het woord te
entameren op basis van eerlijke en open informatie over dierenwelzijn en met respect voor de
positie van alle partijen;
- om daardoor bij te dragen aan de verbetering van dierenwelzijn.
Wie:
LNV samen met maatschappelijke organisaties.
Resultaat:
De Maatschappelijke Dialoog Dierenwelzijn resulteert in een aantal activiteiten die bijdragen aan
het verbeteren van het dierenwelzijn.
De resultaten van de activiteiten zijn te gebruiken voor het uitvoeren en bijstellen van het
werkprogramma van de Nota Dierenwelzijn, het opstellen van evaluaties en input voor
vervolgbeleid. Dierenwelzijn staat hoger op de agenda en er is een grotere groep betrokken bij de
onderwerpen die in de dialoog zijn gebracht, problemen en oplossingen zijn beter gekoppeld aan
partijen die hier iets aan kunnen bijdragen, discussies over dierenwelzijn zijn gebaseerd op meer
kennis van en begrip over het onderwerp.
Planning:
De dialoog loopt tot en met 2011. Jaarlijks zullen enkele activiteiten worden uitgevoerd.
13
6, 18-21, 37-40, 46-49
Ambitie uit de nota:
In 2011 zijn 5% van de stallen integraal duurzaam en diergericht ingericht. Dit houdt in dat in 2011
5% van de veehouderijbedrijven produceert op een bovenwettelijke, integraal verduurzaamde
manier. Onder `integraal duurzaam' wordt verstaan dat verschillende duurzaamheidkenmerken in
onderlinge samenhang verbeterd zijn ten opzichte van reguliere stal- en houderijsystemen. Naast
een sterke verbetering van dierenwelzijn gaat het om stal- en houderijsystemen die voldoen aan
andere belangrijke maatschappelijke randvoorwaarden zoals milieu, diergezondheid,
arbeidsomstandigheden, landschappelijke inpasbaarheid en economische haalbaarheid.
Doel:
Het houden van dieren in stallen waar rekening is gehouden met het natuurlijk gedrag van het
dier en de behoeften die daaruit voortvloeien en waarbij fysieke ingrepen aan het dier niet meer
nodig zijn. Naast borging van het welzijn worden ook andere factoren zoals diergezondheid,
arbeidsomstandigheden en milieu geborgd of verbeterd.
Wie:
LNV, VROM, WUR, boeren, maatschappelijke organisaties, ketenpartijen (stallenbouwers,
verwerkende industrie), veterinairen, retail.
Resultaat:
- (Her)nieuwde stal- en houderijsystemen waarmee dierenwelzijn en andere belangrijke factoren
als milieu, arbeidsomstandigheden en diergezondheid worden verbeterd.
- Monitor integraal duurzame stallen
- Aangepaste of nieuwe stal- en houderijsystemen in het landelijk gebied die de dierhouderij
integraal verbeteren
- Mogelijkheid voor nieuwe marktsegmenten gebaseerd op de integraal verbeterde houderij.
Planning:
Eind 2011 moet 5% van de aanwezige stallen integraal duurzaam zijn
Om te komen tot de integraal duurzame stallen zijn een aantal, al dan niet volgtijdelijke, stappen
noodzakelijk.
· Ontwerpen van hernieuwde of nieuwe integraal duurzame en diergericht stalsystemen
voor diverse diersoorten waaronder melkvee, kraamzeugen, guste en drachtige zeugen,
speenbiggen en vleeskuikens door middel van onderzoek en (her)ontwerp (voorjaar 2009);
· Introduceren van deze (her)nieuwde ontwerpen in de praktijk door het stimuleren van
innovatie- en demonstratieprojecten (vanaf zomer 2009);
· Het stimuleren van de toepassing in de praktijk via investerings- en fiscale stimulering
(vanaf zomer 2009).
· Opstellen van een monitor integraal duurzame en diervriendelijke stallen waarmee de
realisatie kan worden gevolgd (voorjaar 2009).
· Jaarlijkse monitoring van de realisatie van integraal duurzame en diervriendelijke stallen
(vanaf zomer 2009)
14
7 en 8
Ambitie uit de nota:
Integraal beoordelingskader (notaparagraaf 5.3)
· De overheid geeft wetenschappers opdracht een afwegingskader te ontwikkelen op basis
waarvan de verschillende belangen gewogen kunnen worden (eind 2008 gereed);
· De overheid zal vanaf dat moment zorgdragen dat in besluitvorming over belangrijke
thema's, de effecten op alle waarden worden getoetst waardoor de afweging transparant
wordt
Doel:
Transparante en gewogen besluitvorming in het kader van dierenwelzijn.
Wie:
LNV
Resultaat:
Een model voor participatieve multi-criteria analyse (pMCA). Transparantere besluitvorming en
meer gewogen besluiten ten aanzien van alle factoren die meespelen bij het houden van
landbouwhuisdieren.
Planning:
Eind 2008 is de methode ontwikkeld. Vanaf 2009 zal het afwegingskader in praktijk worden
gebracht.
15
9 en 10
Ambitie uit de nota:
Robuuste dieren (notaparagraaf 5.4):
· De overheid maakt onderzoek naar meer robuuste dieren mogelijk (NWO-LNV
onderzoeksprogramma).
· De sector zet de komende jaren in op het gebruik van meer robuuste dieren.
Doel:
Verhogen van de verzameling eigenschappen van een dier die een dier fysiek en mentaal gezond
houden.
Wie:
NWO, LNV, sectororganisaties, fokkerij-organisaties
Resultaat:
· Onderzoeksresultaten die in de praktijk gebruikt kunnen gaan worden om de balans van
dieren qua gezondheid, welzijn en productiviteit te herstellen;
· Sector maakt een inventarisatie van lopende initiatieven om meer gebruik te maken van
robuustere dieren en komt met een plan van aanpak voor de komende jaren;
· Verbeterde match tussen productie en dier.
Planning:
Eind 2011 is het onderzoekprogramma afgerond. De sector wordt uitgenodigd om de
inventarisatie en het plan van aanpak in 2008 op te leveren.
16
11
Ambitie uit de nota:
De overheid zorgt voor een actieve coalitievorming met lidstaten die een voorhoedepositie in
willen nemen. (notaparagraaf 5.5)
Doel:
Aanscherpen EU dierenwelzijnsbeleid.
Wie:
Nederlandse overheid, andere lidstaten, Europese Commissie, Europees Parlement, Raad van
Europa en OIE
Resultaat:
Er is een netwerk van gelijkgezinde lidstaten die samenwerken in het Raadstraject om effectief
ambities voor dierenwelzijn te realiseren. Dit kan leiden tot vooruitstrevende EU regelgeving voor
dierenwelzijn op lange termijn.
Planning:
Doorlopend gedurende tenminste deze kabinetsperiode.
17
12
Ambitie uit de nota:
De overheid zorgt voor een betere bundeling en samenwerking op het terrein van (internationaal)
wetenschappelijk onderzoek. (notaparagraaf 5.5)
Doel:
Middels gedeelde onderzoeksresultaten in combinatie met goede beleidsmatige banden zorgen
voor een gezamenlijke prioritering en agendering van welzijnsonderwerpen in Brussel.
Wie:
De overheid, Europese Commissie en andere lidstaten.
Resultaat:
· Meer samenwerking op ambtelijk niveau en via de onderzoeksinstellingen in het uitvoeren
van onderzoek en delen van onderzoeksresultaten.
· Voldoende ruimte op EU begroting voor onderzoek naar dierenwelzijn.
· Voldoende ruimte op LNV begroting voor Europees onderzoek naar dierenwelzijn.
Planning:
Doorlopend.
18
13
Ambitie uit de nota:
De overheid zorgt samen met wetenschappers voor feitelijke en wetenschappelijke gegevens
teneinde te komen tot een aanscherping van de Vleeskuikenrichtlijn. (zie ook nummers 44 en 45)
(notaparagraaf 5.5)
Doel:
Verdere welzijnsverbetering na 2012 van vleeskuikens op Europees niveau via de
Vleeskuikenrichtlijn.
Wie:
Nederlandse overheid en wetenschappers.
Resultaat:
· Het onderzoek sluit aan bij het wetenschappelijk onderzoek van Welfare Quality dat op
EU-niveau plaats vindt. Dit moet leiden tot aanscherping van de richtlijn en daaruit
voortvloeiend een welzijnsverbetering bij vleeskuikens.
· De Nederlandse innovatieve praktijkervaringen zullen worden gebruikt als input voor
aanscherping van de Vleeskuikenrichtlijn.
Planning:
2008-2010
19
14
Ambitie uit de nota:
De overheid zet zich in voor het behoud van het Europees verbod op de legbatterij per 2012.
(notaparagraaf 5.5)
Doel:
Het verbeteren van het welzijn van legkippen door op termijn de legbatterij als
huisvestingssysteem te verbieden. Operationeel doel is het behoud van het bestaande verbod op
de legbatterij 2012 c.q. het voorkomen van een uitstel van het huidige Europese verbod per 2012.
Wie:
Nederlandse overheid, Europese Commissie, Europees Parlement, andere lidstaten.
Resultaat:
Handhaving van het verbod op het gebruik van de legbatterij in 2012.
Planning:
In 2008 zal de discussie over behoud of uitstel vermoedelijk zijn beslecht.
20
15, 32 en 33
Ambitie uit de nota:
· De overheid zet zich in om in EU-verband uiterlijk 2015 te komen tot het stoppen met
castratie. (notaparagraaf 5.5)
· Afspraken tussen primaire varkenshouderij, maatschappelijke organisaties, verwerkende
industrie en de retail over de afzet van varkensvlees van verdoofd gecastreerde biggen
voor de Nederlandse markten per 1 januari 2009. (notaparagraaf 5.6.4)
· De overheid zet zich op EU-niveau in op acceptatie per 2015 van varkens en vlees van
varkens die niet gecastreerd zijn. (notaparagraaf 5.6.4)
Doel:
Stoppen met castreren van biggen ten behoeve van de integriteitwaarborg en in de tussentijd
welzijnsvriendelijker castreren.
Wie:
· LNV, in samenwerking met de bovengenoemde organisaties;
· De sector en LNV voor het praktijk rijp maken van welzijnsvriendelijkere
castratiemethoden.
Resultaat:
· Korte termijn een welzijnsvriendelijkere castratiemethode (bijvoorbeeld CO2-verdoving);
· (Internationaal) onderzoeksprogramma om castreren overbodig te maken;
· Op lange termijn vlees van niet-gecastreerde varkens in de schappen;
· Afspraken met EU-cie en lidstaten over aanpak en waarborgen tijdens de herziening van
de Varkensrichtlijn;
· Stoppen met castreren van mannelijke varkens.
Planning:
Tussenoplossing 2008, eindoplossing 2015.
21
16 en 58
Ambitie uit de nota:
· De overheid zet zich in voor een aanscherping van de Transportverordening bij de
eerstvolgende evaluatie (transportcondities op de wagen en transportduur).
(notaparagraaf 5.5)
· De Nederlandse overheid komt in EU-verband met voorstellen tot aanscherping van de
Transportverordening. (notaparagraaf 5.11)
Doel:
Verbeterde welzijnsomstandigheden voor levende dieren tijdens transport. Operationeel doel is
een aanscherping van de Europese eisen voor het transport van levende dieren.
Wie:
Nederlandse overheid, Europese Commissie, Europees Parlement, andere lidstaten.
Resultaat:
Ambitie is om te komen tot een maximum in de transporttijd voor slachtvee en beladingsnormen
voor diverse categorieën dieren. Concreet moet dit resulteren in een Commissievoorstel ter
aanscherping van de huidige Transportverordening. Ingeval van goedkeuring van het voorstel in
het Raadstraject en na implementatie van de gewijzigde Transportverordening zullen de
welzijnscondities tijdens transport verbeteren. Dit resulteert in minder lange afstandstransporten
en verbetering van het welzijn tijdens transport.
Planning:
In 2008 wordt de Nederlandse inzet geconcretiseerd en richting de Europese Commissie
uitgedragen. De Europese Commissie komt mogelijk in 2009 met een voorstel voor aanscherping.
---
17
Ambitie uit de nota:
De overheid zet zich op EU-niveau in voor Europese welzijnsregeling voor (opfok)
vleeskuikenouderdieren, kalkoenen, nertsen en konijnen. (notaparagraaf 5.5)
Doel:
Verbeterde welzijnsomstandigheden voor genoemde diercategorieën in Europa.
Wie:
Nederlandse overheid, Europese Commissie, Europees Parlement, andere lidstaten.
Resultaat:
Europese richtlijnen of verordeningen die het welzijn van genoemde diercategorieën
communautair reguleren. Concreet moet dit resulteren in een verbetering van het welzijn van de
genoemde diercategorieën.
Planning:
Binnen de termijn van de huidige EC (tot en met 2009) zal LNV prioriteit geven aan inzet op
transport, doden van dieren en castratie. Vanaf 2010 zal LNV zich inzetten voor Europese
welzijnsregelgeving voor (opfok) vleeskuikenouderdieren, kalkoenen, nertsen en konijnen.
23
22
Ambitie uit de nota:
Sectoren en maatschappelijke organisaties zetten o.a. via de activiteiten van Stichting Weidegang in op
het bevorderen van de weidegang. (notaparagraaf 5.6.1)
Doel:
De trend naar jaarrond opstallen van melkkoeien is bijgebogen, waarmee:
- de mogelijkheid van natuurlijk gedrag van de koe wordt bevorderd
- wordt tegemoetkomen aan een maatschappelijke wens.
Wie:
· Werkgroep Weidegang (NZO, LTO, Dierenbescherming, CBL, N&M)
· Stichting Weidegang (Friesland Foods, Natuurmonumenten, CBL, andere
zuivelondernemingen, Dierenbescherming, NAJK, LTO, NMV)
Resultaat:
Ketenpartijen en maatschappelijke organisaties ondernemen activiteiten ter stimulering van
weidegang. De trend naar jaarrond opstallen van melkkoeien is bijgebogen.
Planning:
De planning is aan de sectoren en maatschappelijke organisaties die zich hebben verenigd in de
Stichting Weidegang.
24
23
Ambitie uit de nota:
De overheid stelt regelgeving op met welzijnseisen voor de huisvesting van melkvee. (notaparagraaf
5.6.1)
Doel:
Een eerste stap in de welzijnsverbetering voor melkkoeien zetten, door, vooruitlopend op
volgende stappen via de ontwikkeling van integraal duurzame stallen, de huidige goede praktijk
bij stallenbouw (zoals in de 2e generatie ligboxenstal) als minimum neer te zetten.
Wie:
Te ontwikkelen in samenwerking met maatschappelijke organisaties (DB), sector en
stallenbouwers.
Resultaat:
Een AmvB waarin de minimale eisen voor de huisvesting van melkvee zijn vastgelegd. Dit levert
een ruimere en lichtere huisvesting voor melkkoeien op.
Planning:
2009
25
24
Ambitie uit de nota:
De overheid onderzoekt en dringt in EU-verband aan op een alternatief (chip of transponder in het
oor) voor de huidige grote oorflappen. (notaparagraaf 5.6.1)
Doel:
Vermindering van ingrepen bij melkvee.
Wie:
LNV.
Resultaat:
LNV onderzoekt de huidige stand van zaken en kijkt daarbij tevens naar alternatieven en
technische vernieuwingen. Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek worden zomogelijk
vervolgstappen ondernomen.
Planning:
Het onderzoek is gereed in 2008.
26
25
Ambitie uit de nota:
Met ingang van 1 juni 2008 is het vriesbranden bij koeien een verboden ingreep. (notaparagraaf
5.6.1)
Doel:
Verminderen van het aantal ingrepen bij runderen.
Wie:
LNV.
Resultaat:
Er is een verbod op het vriesbranden van runderen.
Planning:
Rekening wordt gehouden met de motie Waalkens (Tweede Kamer, vergaderjaar 20072008, 21
501-32, nr. 254).
27
26
Ambitie uit de nota:
De sector draagt zorg voor een verbetering van de transportcondities op de wagens.
(notaparagraaf 5.6.2)
Doel:
Verhogen van het dierenwelzijnniveau tijdens transport van nuchtere kalveren van binnenlandse-
en van buitenlandse herkomst.
Wie:
De sector kalverhouderij in samenwerking met de transportsector.
Resultaat:
Minder stress en uitputting van de nuchtere kalveren en daardoor wellicht minder
diergeneesmiddelen en antibioticagebruik.
Planning:
De sector wordt uitgenodigd om op 1 juni 2008 een plan van aanpak gereed te hebben.
28
27
Ambitie uit de nota:
De sector wordt opgeroepen de mogelijkheden te onderzoeken om minder afhankelijk te worden
van de import van kalveren over lange afstand. (notaparagraaf 5.6.2)
Doel:
Verbetering van het welzijn van nuchtere kalveren, welke voor de kalfsvleesproductie zijn bestemd
en vermindering van de insleep van besmettelijke dierziekten.
Wie:
De sector kalverhouderij.
Resultaat:
Een structurele afname van het totaal aantal nuchtere kalveren-import kilometers.
Planning:
De sector wordt uitgenodigd om in 2008 een analyse te maken van de mogelijkheden.
29
28
Ambitie uit de nota:
De sector wordt uit een oogpunt van een verbetering van het dierenwelzijn en ter vermindering
van de risico's op insleep van dierziekten opgeroepen een plan op te stellen om te komen tot een
vermindering van het aantal verzamelslagen in binnen- en buitenland (gereed 1 juli 2008).
(notaparagraaf 5.6.2)
Doel:
Verbetering van het welzijn van nuchtere kalveren en vermindering van ziekteninsleep door nuka-
importen.
Wie:
De sector kalverhouderij.
Resultaat:
Plan van aanpak van het bedrijfsleven waarin concrete maatregelen staan die leiden tot minder
verzamelslagen.
Planning:
De sector wordt uitgenodigd om voor 1 juli 2008 te komen met een plan van aanpak.
30
29
Ambitie uit de nota:
De overheid stelt per 2009 de rubber matten verplicht in stallen waar vleeskalveren anders dan op
stro worden gehuisvest. (notaparagraaf 5.6.2)
Doel:
Verbetering van de begaanbaarheid van de vloeren voor de kalveren.
Wie:
LNV
Resultaat:
Slip- en glijbestendige stalvloeruitvoering in vleeskalverstallen.
Planning:
De regelgeving is op 1 januari 2009 vastgesteld. De kalverhouders zal hierbij een overgangstermijn
van een half jaar worden geboden om uitvoering te geven aan de verplichting rubber matten in de
stallen aan te brengen.
31
30
Ambitie uit de nota:
De overheid besluit aan de hand van de uitkomsten van de `welzijnsmonitor vleeskalveren' of
verdergaande maatregelen nodig zijn. (notaparagraaf 5.6.2)
Doel:
Verdere verbetering van het welzijn van vleeskalveren tijdens de mesterijfase.
Wie:
LNV
Resultaat:
Het onderzoek dat nu loopt levert een meetinstrument (welzijnsmonitor vleeskalveren) op
waarmee op een eenvoudige, eenduidige wijze het kalverwelzijn op praktijkbedrijven kan worden
gemeten en bewaakt. Dit onderzoek is onderdeel van het communautaire onderzoek `Welfare
Quality'. De uitkomsten van het onderzoek zullen zonodig leiden tot aanpassing van de
welzijnseisen.
Planning:
Oplevering van de welzijnsmonitor medio 2010. Daarna zal besluitvorming door LNV over de
noodzaak van verdergaande maatregelen plaats vinden.
32
31
Ambitie uit de nota:
De sector onderzoekt samen met wetenschappers de mogelijkheden om te komen tot een forse
vermindering van het aantal keizersnedes. (notaparagraaf 5.6.3)
Doel:
Forse, structurele afname van keizersnedefrequentie bij Belgische Wit Blauwe ras en bij Verbeterd
Roodbonte ras.
Wie:
De sector.
Resultaat:
Onderzoeksproject (in uitvoering) naar aanpak en maatregelen om de reductie van keizersnedes te
bereiken.
Planning:
In 2009 wordt het onderzoeksproject afgerond.
---
34
Ambitie uit de nota:
De overheid verbiedt per 2009 het knippen van de hoektanden, enkel vijlen is toegestaan.
(notaparagraaf 5.6.4)
Doel:
Zo min mogelijk ingrepen toestaan en de ingrepen die nodig zijn om erger dierenleed te
verkomen zo diervriendelijk mogelijk toe te passen.
Wie:
LNV draagt zorg voor het verbod.
Resultaat:
Wijziging van het Ingrepenbesluit.
Planning:
2009
34
35
Ambitie uit de nota:
Op basis van de evaluatie, zet de overheid in op verhoging van de welzijnseisen in de Europese
Varkensrichtlijn en het vasthouden aan de Europese verplichting van de groepshuisvesting voor
dragende zeugen vanaf 2013. (notaparagraaf 5.6.4)
Doel:
Verbeteren van het welzijn van varkens.
Wie:
LNV, betrokken ketenpartijen en maatschappelijke organisaties.
Resultaat:
Een herziening van de Europese Varkensrichtlijn. De verwachting is dat de herziening meerdere
jaren in beslag zal nemen.
Planning:
Vanaf 2009 wordt gestart met de herziening van de Europese Varkensrichtlijn.
35
36
Ambitie uit de nota:
De primaire varkenshouderijsector, maatschappelijke organisaties, de slachterijsector, de
veehandel en de veetransporteurs stellen een plan op dat gericht is op vergroting van de export
van biggen naar Duitsland en het zoeken naar alternatieven voor het lange afstand transport van
slachtvarkens (zeugen, vleesvarkens) (gereed 1 maart 2008). (notaparagraaf 5.6.4)
Doel:
Terugdringen van lange afstandstransporten van slachtvarkens en beerbiggen.
Wie:
De primaire varkenshouderijsector, maatschappelijke organisaties, de slachterijsector, de
veehandel en de veetransporteurs.
Resultaat:
Een plan van aanpak, opgesteld door de genoemde partijen.
Planning:
De sector wordt uitgenodigd om zo vroeg mogelijk in 2008 met een plan van aanpak te komen.
36
42
Ambitie uit de nota:
Op basis van de resultaten van het Plan van aanpak ingrepen van het bedrijfsleven wordt in 2011
de regelgeving met betrekking tot snavelbehandeling bij legpluimvee aangepast. (notaparagraaf
5.6.5)
Doel:
Het terugdringen van het aantal ingrepen in de pluimveehouderij.
Wie:
Dit Plan van Aanpak is opgesteld door de NOP, NVP en PPE en zal door deze partijen worden
uitgevoerd.
Resultaat:
Na afloop van de overgangstermijn op 1 september 2011 wordt op basis van de resultaten van het
Plan van Aanpak de regelgeving met betrekking tot ingrepen bij pluimvee aangepast.
Planning:
2011
37
43
Ambitie uit de nota:
De overheid draagt zorg voor de implementatie van de Vleeskuikenrichtlijn in nationale
regelgeving. (notaparagraaf 5.6.5)
Doel:
Door middel van regelgeving een stap gezet in het verbeteren van het welzijn van vleeskuikens.
Wie:
LNV.
Resultaat:
De implementatie in Nationale regelgeving zal leiden tot een verbetering van het welzijn van
vleeskuikens als gevolg van optimalisatie van diermanagement en huisvesting. Dit kan merkbaar
zijn door een afname van de sterfte onder vleeskuikens en een afname van welzijnsgerelateerde
aandoeningen.
Planning:
2010
38
44
Ambitie uit de nota:
De overheid agendeert op EU-niveau de gevolgen van de genetische aanleg voor het welzijn van
vleeskuikens (op basis van het onderzoeksrapport van de Commissie in 2010). (notaparagraaf
5.6.5)
Doel:
Op Europees niveau te komen tot een verbetering van het welzijn van vleeskuikens door
veranderde lichamelijke en biologische kenmerken.
Wie:
LNV.
Resultaat:
Op basis van de resultaten van het onderzoek uitgevoerd door de Europese Autoriteit voor
voedselveiligheid, zal Nederland aandringen bij de Commissie om na te gaan of een Europese
aanpak mogelijk is.
Planning:
In 2010 worden de onderzoeksresultaten opgeleverd en daarna volgt agendering in het
Raadstraject.
39
45
Ambitie uit de nota:
De overheid zet op EU-niveau in op aanscherping en aanvulling van de normen in de
Vleeskuikenrichtlijn ten aanzien van sterfte, voetzoolaandoeningen, borstblaren en
bezettingsgraad (bij de evaluatie van de richtlijn in 2012). (notaparagraaf 5.6.5)
Doel:
Verdere welzijnsverbetering na 2012 van vleeskuikens op Europees niveau.
Wie:
Nederlandse overheid, Europese Commissie, Europees Parlement, andere lidstaten.
Resultaat:
Beoogd resultaat is een wijzigingsvoorstel van de Commissie gericht op aanscherping van de
Vleeskuikenrichtlijn. Indien het wijzigingsvoorstel op een meerderheid in de Raad kan rekenen, zal
dit resulteren in een verbetering van het welzijn van vleeskuikens in Europa. Dit dient herkenbaar
te zijn door een verdere afname van sterfte en welzijnsgerelateerde aandoeningen zoals
voetzoollaesies en borstblaren.
Planning:
LNV zet zich in voor aanscherping van de richtlijn per 2012.
40
51
Ambitie uit de nota:
De overheid zorgt samen met de sector voor gerichte informatievoorziening aan
hobbydierhouders over dierenwelzijn. (notaparagraaf 5.6.8)
Doel:
Verhoogd niveau van specifieke kennis bij hobbydierhouders.
Wie:
LNV in samenwerking met de sector.
Resultaat:
Samen met hobbydierhouders wordt in 2008 een nieuw communicatiebeleid opgezet. Dit omvat
onder andere het faciliteren van een interactieve website zoals het Landelijk Kennisnetwerk
Levende Have, waarbij dierhouders gebruik kunnen maken van de kennis van deskundigen uit de
hobbydierwereld. Het betreft immers vaak het ontsluiten van specifieke kennis over het houden
van hobbydieren. Het LICG zal bij de informatievoorziening over hobbydieren ook een rol
vervullen. In 2011 zal een evaluatie uitgevoerd worden naar de tevredenheid bij de stakeholders
over het gevoerde communicatiebeleid.
Planning:
Facilitering interactieve website in 2008.
Evaluatie van het communicatiebeleid in 2011.
41
52
Ambitie uit de nota:
De overheid vraagt de leden van de Werkgroep verwaarlozing landbouwhuisdieren te komen met
nieuwe impulsen in de aanpak en preventie van verwaarlozing. (notaparagraaf 5.9)
Doel:
Een halt toe roepen aan stijgende lijn ten aanzien van de cijfers verwaarlozing
landbouwhuisdieren.
Wie:
LNV in samenwerking met de werkgroep verwaarlozing landbouwhuisdieren
Resultaat:
Een projectplan voor de begeleiding van bedrijven waarbij sprake is van structurele verwaarlozing
landbouwhuisdieren. De aanpak zal leiden tot een vermindering van het aantal bedrijven met
structurele verwaarlozing.
Planning:
Projectplan voorjaar 2008, de uitvoering zal 4 jaar in beslag nemen.
42
53-1 en 54 en 55
Ambitie uit de nota:
· De overheid financiert onderzoek naar bedwelmingsmethoden van eendagskuikens,
pluimvee en varkens (eind 2008 gereed). (notaparagraaf 5.10)
· De overheid laat onderzoek uitvoeren naar het maatschappelijk draagvlak voor
gentechnologie bij kuikens (1e kwartaal 2008 gereed). (notaparagraaf 5.10)
· Debat met Tweede Kamer over ethisch te kiezen richting rond eendagskuikens (medio
2008). (notaparagraaf 5.10)
Doel:
Het verhogen van het welzijnsniveau van eendagskuikens tijdens het dodingsproces danwel het
voorkomen van het doden van mannelijke eendagskuikens.
Wie:
LNV
Resultaat:
Het ontwikkelen van mogelijkheden om het doden van mannelijke eendagskuikens te voorkomen
door middel van het volgen van de onderstaande stappen:
1. Opstellen criteria vanuit dierenwelzijnsoverweging voor het acceptabel doden van
eendagskuikens;
2. Het vast kunnen stellen of de Nederlandse samenleving het ontwikkelen van bepaalde
alternatieven acceptabel vindt en zo ja welke;
3. Kennis ontwikkelen die noodzakelijk is om de in een eerder opgeleverd rapport beschreven
mogelijke alternatieven verder uit te werken.
Debat met de Tweede Kamer nadat het onderzoek naar het maatschappelijk draagvlak voor
gentechnologie bij kuikens heeft plaatsgevonden.
Planning:
1. Eind 2008
2. voorjaar 2008
3. 2008-2012
43
53-2
Ambitie uit de nota:
De overheid financiert onderzoek naar bedwelmingsmethoden van eendagskuikens, pluimvee en
varkens (eind 2008 gereed). (notaparagraaf 5.10)
Doel:
Het welzijnsvriendelijk maken van de dodingsmethoden voor pluimvee en varkens.
Wie:
LNV.
Resultaat:
1. Juiste elektrische parameters voor het verdoven van eenden, leghennen en vleeskuikens
(de uitkomsten zullen daarna in nationale regelgeving worden opgenomen en inzet zijn
voor de aanpassing van de EU-richtlijn.);
2. Mogelijke alternatieven voor het verdoven van vleeskuikens;
3. CO2 gasverdovingsmethode waarbij het dierenwelzijn aanmerkelijk beter gewaarborgd is
en verplicht stellen van deze methode.
Planning:
Het onderzoek is eind 2008 gereed.
---
56
Ambitie uit de nota:
De overheid gaat in overleg met betrokken organisaties om te komen tot meer reversibel
bedwelmen van met name runderen (gereed medio 2009). (notaparagraaf 5.10)
Doel:
Het verhogen van het dierenwelzijnniveau tijdens het ritueel slachten.
Wie:
LNV in overleg met Joodse en/of Islamitische organisaties en slachterijen
Resultaat:
Onderzoekresultaten (afkomstig uit het onderzoek naar bedwelmingsmethoden) die voor deze
organisaties acceptabel zijn en een verhoogd welzijnsniveau tijdens de slacht met zich
meebrengen, uitdragen.
Planning:
2008-2009
45
57
Ambitie uit de nota:
De sector heeft per 1 januari 2008 geborgde kwaliteitssystemen voor het transport van dieren.
(notaparagraaf 5.11)
Doel:
· Het bereiken dat de gehele sector in de keten dat betrokken is bij transport van dieren,
haar verantwoordelijkheid neemt waardoor het welzijn van de dieren tijdens transport
beter geborgd wordt.
· Verhogen naleving welzijnsregelgeving tijdens transport.
Wie:
De sector.
Resultaat:
· Goed geborgd kwaliteitssysteem waarin de verantwoordelijkheid van de gehele keten tot
uiting komt.
· Vliegende brigades en het geven van strenge sancties.
· Gemaakte afspraken met andere lidstaten.
Planning:
Per 1 april 2008 start de sector met geborgde kwaliteitssystemen voor het transport van dieren.
46
58
Ambitie uit de nota:
De Nederlandse overheid komt in EU-verband met voorstellen tot aanscherping van de
Transportverordening. (notaparagraaf 5.11)
Doel:
· Verminderen risico's welzijnsproblemen en insleep besmettelijke dierziekten;
· Verhogen dierenwelzijnsniveau van fokdieren tijdens lang transport.
Wie:
LNV.
Resultaat:
Ingezet zal worden op een gewijzigde Transportverordening waarin is opgenomen:
· een maximale transportduur voor slachtvee van 8 uur;
· aangescherpte eisen inzake transport fokvee.
Planning:
De transportverordening zal vermoedelijk in 2009 worden geëvalueerd. De overheid zal zich dan
inzetten voor aanscherping van de richtlijn.
47
59
Ambitie uit de nota:
De sector komt uiterlijk op 1 juni 2008 met een plan om te komen tot verbetering van de condities
op de wagen voor lange afstandstransporten. (notaparagraaf 5.11)
Doel:
Verhogen van het dierenwelzijnniveau tijdens lang transport.
Wie:
De transportsector.
Resultaat:
Plan van aanpak van de sector waarin beschreven staat hoe en wanneer zij zullen komen met
verbetering van de condities op de wagen. Afname van het aantal klachten over misstanden
tijdens lang transport.
Planning:
1 juni 2008
48
60
Ambitie uit de nota:
De overheid draagt zorg voor de aanpassing van een handhavingsstrategie zodat het
nalevingspercentage omhoog gaat en het aantal incidenten sterk wordt teruggebracht.
(notaparagraaf 5.11)
Doel:
Het bevorderen van de naleving van de regelgeving met betrekking tot dierenwelzijn, waaronder
voorschriften voor het transport van landbouwhuisdieren, door middel van een efficiënt en
effectief gebruik van de handhavingsinstrumenten, via toepassing van de principes van
Programmatisch Handhaven.
Wie:
LNV
Resultaat:
Een daling van het aantal geconstateerde overtredingen in binnen en buitenland.
Planning:
2008
49
61
Ambitie uit de nota:
Kweekbedrijven en verwerkingsbedrijven van paling en meerval in Nederland, waar levende vis
wordt geslacht, zullen binnen 4 jaar gebruik maken van een diervriendelijkere dodingsmethode.
(notaparagraaf 6.3)
Doel:
Diervriendelijkere dodingsapparatuur beschikbaar voor kweekvis.
Wie:
Overheid in samenwerking met de kweeksector.
Resultaat:
Dodingapparatuur is commercieel inzetbaar waardoor paling en meerval op een diervriendelijke
wijze gedood kunnen worden.
Planning:
2011
50
62
Ambitie uit de nota:
De overheid ontwikkelt een maatlat voor duurzame kweek van vissen, inclusief welzijn. Deze zal
worden ingezet voor stimuleringsbeleid. (notaparagraaf 6.3)
Doel:
Stimuleren van ondernemers om maatschappelijk verantwoord te produceren.
Wie:
LNV laat een werkbare maatlat ontwikkelen.
Resultaat:
Viskweekbedrijven kunnen de maatlat gebruiken om duurzaam en maatschappelijk verantwoord
te produceren.
Planning:
2009
51
63
Ambitie uit de nota:
De overheid zorgt voor de ontwikkeling van operationele indicatoren waarmee ongewenste
effecten van waterkwaliteit in recirculatiesystemen op welzijn en diergezondheid,
geïnventariseerd kunnen worden. (notaparagraaf 6.3)
Doel:
Ontwikkelen van operationele indicatoren waarmee ongewenste effecten van waterkwaliteit in
recirculatiesystemen op welzijn en gezondheid geïnventariseerd kunnen worden.
Wie:
LNV in samenwerking met de sector.
Resultaat:
Rapport met aanbevelingen met betrekking tot de minimumeisen aan waterkwaliteit in
recirculatiesystemen voor de in Nederland gekweekte vissoorten.
Planning:
2010
52
64 en 65
Ambitie uit de nota:
· De overheid voert vervolgonderzoek uit naar het natuurlijk gedrag en de fysiologie van
enkele in Nederland gekweekte vissoorten in relatie tot houderijomstandigheden.
(notaparagraaf 6.3)
· De overheid stelt op basis van de uitkomsten van voorgaand onderzoek, randvoorwaarden
op voor de aquacultuur. (notaparagraaf 6.3)
Doel:
Kennisontwikkeling m.b.t. natuurlijk gedrag en fysiologie.
Wie:
LNV in samenwerking met de sector.
Resultaat:
Rapport met aanbevelingen waarin o.a. de meer beschikbare kennis over natuurlijk gedrag wordt
beschreven. Op basis van o.a. het rapport zullen randvoorwaarden voor de aquacultuur worden
opgesteld.
Planning:
Doorlopend onderzoek. Zodra mogelijk zullen de randvoorwaarden worden opgesteld.
53
66
Ambitie uit de nota:
De overheid ondersteunt praktijkonderzoek naar het huidige transport van levende vissen en
indien nodig naar mogelijke verbeterpunten. (notaparagraaf 6.3)
Doel:
Mogelijke verbeteringen aanbrengen in het transport van levende vissen en zo nodig onder de
aandacht brengen bij de sector en in Europa.
Wie:
LNV in samenwerking met de kweeksector en transporteurs.
Resultaat:
Rapport met aanbevelingen voor eventuele verbetermogelijkheden tijdens transport. Daarnaast
zal overleg worden gepleegd met Nederlandse bedrijven en aandacht hiervoor worden gevraagd
in Europees verband.
Planning:
2010
54
67
Ambitie uit de nota:
De overheid bevordert met het oog op een duurzame visstand, het terugdringen van bijvangsten
en selectievere vangstmethoden. (notaparagraaf 6.3)
Doel:
Verbeteren van de visbestanden en bevorderen van gerichte visserij waardoor geen onnodig leed
wordt toegebracht.
Wie:
LNV in samenwerking met de Visserijsector in Europees verband.
Resultaat:
Er wordt gericht gevist op doelsoorten, er zijn weinig bijvangsten. LNV gaat de discussie aan met
stakeholders en levert een actieve inbreng aan discussies in de EU.
Planning:
2011
---
68 en 69
Ambitie uit de nota:
· De sector ontwikkelt een internationale gedragscode voor de sportvisserij. (notaparagraaf
6.3)
· Samen met de sportvisserij sector zal de overheid een traject inzetten om de huidige
gedragscode, de voorlichting en het toezicht hierop, te evalueren. (notaparagraaf 6.3)
Doel:
Mogelijke verbeteringen aanbrengen in de huidige gedragscode.
Wie:
De sportvisserijsector in samenwerking met LNV.
Resultaat:
Aangepaste gedragscode om indien nodig te komen tot een diervriendelijkere wijze van
sportvisserij beoefening.
Planning:
2010
56
70
Ambitie uit de nota:
Het LICG lanceert in oktober 2007 de website en de eerste campagne. (hoofdstuk 7)
Doel:
Het presenteren van het LICG als hét voorlichtings- en informatiecentrum voor houders van
gezelschapsdieren, welk centrum betrouwbare en deskundige informatie biedt over het
verantwoord aanschaffen en houden van gezelschapsdieren.
Wie:
LICG
Resultaat:
- Betrouwbare en deskundige informatie over het aanschaffen en houden van allerhande
gezelschapsdieren is voor iedere burger snel en makkelijk beschikbaar op de LICG-website.
- Eerste LICG-publiekscampagne "De Blauwe Hond" is van start gegaan.
Planning:
Eind 2007 is de website opengesteld en de 1e publiekscampagne van start gegaan.
57
71
Ambitie uit de nota:
Het LICG zorgt in 2008 voor een `Dierenbijsluiter'. (hoofdstuk 7)
Doel:
Betrouwbare en deskundige informatie over het verantwoord aanschaffen en houden van
gezelschapsdieren ontwikkelen en voor een breed publiek makkelijk toegankelijk maken. Goede
voorlichting kan bijdragen aan een welzijnsverbetering van gezelschapsdieren in de praktijk.
Wie:
LNV geeft het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG) opdracht om zogenaamde
"dierenbijsluiters" te ontwikkelen en die voor een breed publiek makkelijk toegankelijk te maken.
Resultaat:
Informatie is vervat in zogenaamde "dierenbijsluiters", die o.a. op de LICG-website te vinden zijn.
Burgers, houders & potentiële kopers van gezelschapsdieren kunnen op snelle en eenvoudige
wijze betrouwbare en deskundige informatie vinden over het verantwoord aanschaffen en houden
van gezelschapsdieren.
Planning:
Op 31 oktober 2007 zijn de eerste dierenbijsluiters op de LICG-website verschenen. De
informatievoorziening middels de dierenbijsluiters verloopt volgens een groeimodel. In 2008
worden meer dierenbijsluiters ontwikkeld en de informatie wordt steeds verder uitgebreid.
58
72
Ambitie uit de nota:
De overheid verkent in 2008 met het Platform Verantwoord Huisdierbezit de mogelijkheid te
komen tot gidsen voor goede praktijken (nadere invulling zorgplicht gezelschapsdieren).
(hoofdstuk 7)
Doel:
Gidsen voor goede praktijken kunnen voor houders van dieren en voor sectorpartijen dienen als
leidraad voor het bereiken van goed dierenwelzijn.
Wie:
LNV in samenwerking met het Platform Verantwoord Huisdierbezit.
Resultaat:
Er is duidelijkheid over de mogelijke realisatie van gidsen voor goede praktijken voor
gezelschapsdieren.
Planning:
2008.
59
73
Ambitie uit de nota:
De overheid hangt begin 2008 de AMvB inzake de positieflijst voor. (hoofdstuk 7)
Doel:
Duidelijkheid bij houders van dieren over welke dieren als gezelschapsdier gehouden mogen
worden.
Wie:
LNV
Resultaat:
Er is een regeling waarin de lijst met dieren die mogen worden gehouden is opgenomen.
Sommige dieren zullen als resultaat hiervan niet meer gehouden mogen worden.
Planning:
In 2008.
60
74
Ambitie uit de nota:
Overheid en bedrijfsleven zorgen er voor dat eind 2008 een certificatiesysteem voor honden en
katten operationeel is. (hoofdstuk 7)
Doel:
Uiteindelijk doel is om het welzijn en de gezondheid in de gezelschapsdieren sector te verbeteren
door verbetering van de kwaliteit van de bedrijfsmatige spelers in de sector. Certificering is een
instrument om de kwaliteit van de bedrijfsmatig betrokkenen, de geleverde dieren en de geboden
diensten te verhogen en daarmee het welzijn van dieren te verhogen.
Wie:
LNV
Resultaat:
Het concrete resultaat is een certificatieschema, op basis waarvan bedrijfsmatige spelers
zich kunnen laten certificeren.
De controles op de naleving van de AMvB zullen zich toepsitsen op bedrijfsmatige spelers
die niet-gecertificeerd zijn. De capaciteit voor handhaving zal worden uitgebreid.
Planning:
Eind 2008.
61
75
Ambitie uit de nota:
De overheid stelt met ingang van 2011 een I&R voor honden verplicht. Met de sector wordt
gesproken over de opzet van de uitvoering. (hoofdstuk 7)
Doel:
Verhoging van het percentage geïdentificeerde en geregistreerde honden.
Wie:
De sector en LNV.
Resultaat:
Verplichte I&R voor honden.
Planning:
In 2011 is het systeem geïmplementeerd.
62
76
Ambitie uit de nota:
De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied komt uiterlijk september 2008 met een plan van aanpak
voor de aanpak van erfelijke problemen bij rashonden. (hoofdstuk 7)
Doel:
Sector neemt zelf de verantwoordelijkheid om de welzijnsproblemen die ontstaan zijn als gevolg
van het fokbeleid (o.a. ten gevolge van maximalisatie van uiterlijke kenmerken) aan te pakken.
Wie:
De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied is verantwoordelijk voor het totstandkomen van het
plan van aanpak.
Resultaat:
In september 2008 ligt er een plan van aanpak vanuit de sector. Dit moet leiden tot een
vermindering van de welzijnsproblematiek bij rashonden als gevolg van de uitvoering van het plan
van aanpak.
Planning:
September 2008.
63
77
Ambitie uit de nota:
De overheid voert de evaluatie van de Regeling agressieve dieren (RAD) uit en besluit voor de
zomer 2008 over de uitkomsten en vervolgstappen. (hoofdstuk 7)
Doel:
Beoordeling van de effectiviteit van de regeling en vergelijkend onderzoek naar omgang met
soortgelijke problematiek in andere Europese landen.
Wie:
LNV stelt een Commissie van wijzen in ter evaluatie van de RAD.
Resultaat:
Rapport met de evaluatie van de RAD. Daarna zal een besluit over de regeling worden genomen
en indien nodig zullen hondenbeten in het algemeen worden aangepakt.
Planning:
Zomer 2008.
64
78 en 79
Ambitie uit de nota:
· De overheid vraagt RUU, faculteit diergeneeskunde een cursusmodule op te zetten voor
personeel op dierenambulances. (hoofdstuk 7)
· De overheid overlegt met brancheorganisaties van dierenambulances om te komen tot
verdergaande professionalisering. (hoofdstuk 7)
Doel:
Verdere professionalisering van de organisaties van dierenambulances om te komen tot
verbetering van de kwaliteit en uniformiteit van handelen.
Wie:
LNV in samenwerking met de RUU, overkoepelende dierenambulanceorganisaties en de
Dierenbescherming.
Resultaat:
· Specifieke cursusmodule voor personeel op dierenambulances. Dierenambulances en
dierenbescherming worden betrokken bij de ontwikkeling van de vakopleiding.
· Overleg met overkoepelende dierenambulanceorganisaties.
Planning:
2008
65
80
Ambitie uit de nota:
Rijksoverheid overlegt met andere overheden om te bezien hoe goede lokale initiatieven breder
navolging kunnen krijgen. (hoofdstuk 7)
Doel:
Verbreden en verder uitdragen van goede initiatieven die een bijdrage leveren aan een verhoogd
dierenwelzijn bij gezelschapdieren.
Wie:
LNV
Resultaat:
Goede regionale initiatieven krijgen aandacht. Het is aan lokale overheden zelf om daaraan
navolging te geven.
Planning:
Doorlopend.
---
81
Ambitie uit de nota:
De overheid breidt de handhavingscapaciteit voor gezelschapsdieren per 2008 uit met 3 fte.
(hoofdstuk 7)
Doel:
Versterking van de naleving van de bestaande voorschriften voor gezelschapsdieren.
Wie:
LNV
Resultaat:
Verbeterde handhaving van de welzijnsvoorschriften voor gezelschapsdieren.
Planning:
Vanaf 2008.
67
82
Ambitie uit de nota:
De sector komt binnen een jaar met een plan van aanpak om te komen tot de noodzakelijke
welzijnsverbeteringen (huisvesting, voeding, transport en trainingsmethoden), waarbij ik inzet op
een realisatie binnen 3 jaar. Wanneer dit niet gebeurt zal de overheid regels stellen.
(notaparagraaf 8.3)
Doel:
Welzijnsverbetering bij paarden.
Wie:
De sector.
Resultaat:
Plan van aanpak voor de welzijnsproblemen bij paarden waarbij huisvesting en trainingsmethoden
prioriteit hebben.
Samen met de sector oplossingen vinden voor welzijnsverbeteringen inzake individuele
huisvesting welke experimenteel zal worden getoetst.
Planning:
Najaar 2008 moet er een plan van aanpak vanuit de sector liggen.
68
83
Ambitie uit de nota:
De sector wordt gevraagd zijn verantwoordelijkheid te nemen en het couperen van
paardenstaarten te beëindigen. Tevens zet de overheid zich in voor agendering binnen de EU.
Doel:
Geen paarden meer met gecoupeerde staarten binnen de EU.
Wie:
De minister zal dit onderwerp agenderen in Europees verband.
De sector.
Resultaat:
Een europees verbod op het couperen van paardenstaarten.
De sector neemt zijn verantwoordelijkheid en accepteert geen paarden met gecoupeerde staarten.
Planning:
In 2008 zal de minister dit onderwerp agenderen op de Europese agenda.
69
84
Ambitie uit de nota:
Evaluatie Dierentuinenbesluit (afgerond eind 2008). (notaparagraaf 9.2.1)
Doel:
Uitvoering van de motie nummer TK 2006-2007, 30800 XIV, nr. 121.
Wie:
LNV geeft een onderzoeksinstelling de opdracht om het dierentuinenbesluit te evalueren.
Resultaat:
Rapport Evaluatie Dierentuinen met hierin aandacht voor huisvestingseisen, fok-transactiebeleid
en educatieve programma's. De uitkomsten kunnen aanleiding zijn om de regelgeving aan te
passen.
Planning:
Eind 2008.
70
85
Ambitie uit de nota:
Onderzoek naar het dierenwelzijn van circusdieren (gereed december 2008), waarna
besluitvorming. (notaparagraaf 9.3)
Doel:
Inzicht verkrijgen in het welzijn van circusdieren met als doel politieke besluitvorming.
Wie:
LNV laat WUR/ASG onderzoek uitvoeren met een klankbordcommissie waarin relevante partijen
van voor- en tegenstanders plaatsnemen.
Resultaat:
Rapport over de bevindingen ten aanzien van het welzijn van dieren in circussen en een analyse
met betrekking tot regelgeving voor dieren in circussen in Europese lidstaten.
Naar aanleiding van het rapport zal de minister een beleidsstandpunt innemen.
Planning:
Eind 2008.
71
86
Ambitie uit de nota:
Ontwikkeling van alternatieve preventieve middelen om faunaschade aan landbouwgewassen te
voorkomen. Hierdoor kan het afschot van dieren worden verminderd. (notaparagraaf 10.3.1)
Doel:
Vermindering afschot.
Wie:
Faunafonds, faunabeheereenheden, onderzoeksinstanties en particuliere organisaties.
Resultaat:
Beschrijving van de alternatieve middelen die kunnen worden toegepast om dieren te weren of te
verjagen. De landbouwgemeenschap krijgt hierdoor een breder palet aan mogelijkheden
aangereikt om schade aan landbouwgewassen te voorkomen. Er worden uiteindelijk minder
dieren gedood.
Planning:
2011
72
87
Ambitie uit de nota:
De opvangsector heeft in 2007 een opvangprotocol ontwikkeld dat door LNV is goedgekeurd. LNV
gaat hierop handhaven waardoor de kwaliteit van de opvang verbetert. (notaparagraaf 10.3.2)
Doel:
Een goede opvang van wilde dieren kunnen garanderen.
Wie:
VOND, LNV draagt zorg voor de ontheffingen.
Resultaat:
Selectie opvangcentra die dieren op een verantwoorde wijze opvangen en verzorgen.
Opvangcentra die niet aan deze standaard voldoen krijgen niet langer ontheffing.
Planning:
2008
73
88
Ambitie uit de nota:
Betere inbedding van het aspect dierenwelzijn in het beheer van de in het wild levende grazers door
onnodig lijden te voorkomen door het hanteren van duidelijke afschotcriteria en via de inrichting van
het leefgebied. (notaparagraaf 10.3.3)
Doel:
Onnodig lijden van in het wild levende grazers voorkomen.
Wie:
Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten.
Resultaat:
- Zorgen voor een inrichting van het leefgebied van in het wild levende grote grazers met
voldoende beschutting en een gevarieerd habitat zodat een duurzame zelfstandige populatie
mogelijk is (welzijn op populatieniveau). Toezien hierop bij beheerders van gebieden met in het
wild levende grazers.
- Eventueel verlenen van zorg bij dieren die onnodig lijden. In de gebieden met in het wild levende
grote grazers (Spoor A gebieden) wordt hiervoor een beslisboom gehanteerd door de beheerder.
Bij uitzichtloos lijden worden dieren actief gedood. Curatieve zorg wordt verleend als het lijden is
veroorzaakt door menselijk falen.
Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten hebben hiertoe beleid opgesteld en voeren dit ook uit.
Het beleid is onder andere geformuleerd in de Nota `Omgang met dieren' en de nota `Soortgericht
beleid' van Stichting Natuurmonumenten.
Planning:
De beslisbomen voor zorgverlening aan grote grazers worden al toegepast. In de
Oostvaardersplassen vinden komende jaren inrichtingsmaatregelen plaats ter verbetering van het
dierenwelzijn (aantakken Hollandse Hout).
74
89 en 90
Ambitie uit de nota:
· Vervreemding van de natuur verminderen, met name bij de jeugd. Verhoging ecologische
kennis, rol van dieren in het ecosysteem en het belang van duurzame populaties.
(notaparagraaf 10.3.3)
· Maatschappelijk besef van `wildheid' natuurdieren groeit. Voorlichting door met name
terreinbeherende organisaties. (notaparagraaf 10.3.3)
Doel:
Meer kennis en begrip in de samenleving voor de rol van natuurlijke processen in het ecosysteem.
Wie:
LNV in samenwerking met onder andere scholen en terreinbeherende organisaties.
Resultaat:
Lesmateriaal en andere communicatiemiddelen. Vanuit LNV wordt een duidelijke boodschap
gecommuniceerd waarbij wordt aangesloten bij andere communicatieprojecten zoals Natuur en
Milieueducatie.
Planning:
2011
75
91
Ambitie uit de nota:
Bij het toestaan van nieuwe bestrijdingsmethoden wordt het aspect van dierenwelzijn zorgvuldig
meegenomen. (notaparagraaf 10.3.6)
Doel:
Diervriendelijkere bestrijdingsmethoden van plaagdieren.
Wie:
LNV in samenwerking met Faunafonds, onderzoeksinstanties en particuliere organisaties.
Resultaat:
Beschrijving van de alternatieve bestrijdingsmethoden die kunnen worden toegepast om plaag- en
schadedieren weg te vangen. De ongediertebestrijdingsector en muskusrattenbestrijding krijgt
een breder palet aan mogelijkheden aangereikt om plaag- en schadedieren te bestrijden. Waar
mogelijk worden dieren weggevangen en elders weer losgelaten.
Planning:
2011
76
92
Ambitie uit de nota:
Nederlandse discussie over de 3 thema's van de evaluatie Wod. (notaparagraaf 11.5)
De evaluatie van de Wet op de dierproeven (Wod), "Een noodzakelijk kwaad" 2 heeft geleid tot
een aantal aanbevelingen. De belangrijkste onderwerpen kunnen worden ingedeeld in drie
verschillende thema's:
a) openheid en openbaarheid;
b) ethische aspecten; en
c) toezicht.
De ministers van VWS en LNV sturen een brief aan de Tweede Kamer (beleidsvoornemens
dierproeven en biotechnologie bij dieren) over de uitkomsten van de Nederlandse discussie
met betrekking tot de hierboven genoemde thema's. Samen met de betrokken partijen zal
worden gestreefd naar aanpassingen in het beleid aan de hand van de drie thema's.
Doel:
Verbetering en vereenvoudiging van regelgeving.
Wie:
VWS en LNV.
Resultaat:
Brief aan de Tweede Kamer met de beleidsvoornemens. Meer en eenduidiger openheid over
dierproeven; minder administratieve lasten voor onderzoeksinstellingen die biotechnologische
handelingen bij dieren verrichten; verduidelijkte positie van de proefdierdeskundige.
Planning:
Brief is op 22 september 2007 naar de Tweede Kamer verzonden. Behandeling in de Tweede Kamer
vermoedelijk in februari 2008.
2 Noodzakelijk kwaad; Evaluatie Wet op de dierproeven. ZonMw, maart 2005. Reeks evaluatie regelgeving:
deel 18, p 8-11.
---
93
Ambitie uit de nota:
De overheid zal de uitkomsten van de discussie in Nederland zoals genoemd staat onder 9.1.1
inbrengen bij het proces van herziening van 86/609/EEG. (notaparagraaf 11.6)
Doel:
Beïnvloeding Europese regelgeving
Wie:
VWS (woordvoerder); LNV
Resultaat:
Opname en of verbeteringen van de EU-regelgeving ten aanzien van: reikwijdte; ethische toetsing
van projecten; erkenning van inrichting, personeel en projecten; gebruik van `non-human
primates'; transparantie en handhaving; verdere promotie van de drie V's (vermindering,
vervanging en verfijning); huisvesting en zorg; ongerief niveaus en hergebruik.
Planning:
2008
78
94
Ambitie uit de nota:
De overheid ontwikkelt een kabinetsvisie over alternatieven voor dierproeven. (notaparagraaf
11.7)
Doel:
De visie dient als basis voor een samenhangend beleid ten aanzien van alternatieven voor
dierproeven en zal helderheid verschaffen over taken en verantwoordelijkheden van overheid en
de andere betrokken partijen. Op basis daarvan zal ook bekeken worden waar de overheid op
inzet en hoeveel middelen daarvoor ingezet zullen worden.
Wie:
VWS, LNV, EZ, VROM, Def, OCW
Resultaat:
Brief aan de Tweede Kamer met een kabinetsvisie.
Planning:
Voorjaar 2008
79
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit