ChristenUnie
Bijdrage debat over de algemene douanewet
Bijdrage debat over de algemene douanewet
woensdag 16 januari 2008 09:52
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. De afgelopen jaren is er veel gebeurd bij de douanedienst.
De taken zijn veranderd en uitgebreid. De tijd dat de douanier in de
bosjes lag om de botersmokkelaars te bespieden, is nu echt voorbij.
Het is dan ook tijd om de bevoegdheden van de douane duidelijk vast te
leggen. Mijn fractie is daarom een voorstander van de algehele
herziening van de douanewetgeving die wij vandaag bespreken.
De staatssecretaris hamert er bij voortduring op dat de algemene
douanewet alleen de bevoegdheden van de douane en de inbedding van een
aantal verdragen regelt. Mijn fractie bespeurt echter ook enkele
principiële wijzigingen.
De grootste wijziging is volgens mijn fractie de overgang van
wantrouwen naar vertrouwen. In het communautaire douanewetboek zijn de
mogelijkheden voor certificering en het daarbij horende horizontale
toezicht uitgebreid. De Algemene douanewet borduurt voort op dit
principe. Wij steunen de mogelijkheden om efficiënter om te gaan met
de vele controles, maar de vraag is hoe de verhouding tussen
efficiëntie en controle moet liggen. Concreet noem ik de
AEO-certificering. Wanneer een AEO-status is afgegeven, wordt niet
meer periodiek gecontroleerd of een bedrijf nog certificaatwaardig is.
Het AEO-certificaat heeft ook geen bepaalde geldigheidsduur. Hierin
schuilt volgens de fractie van de ChristenUnie een risico. Immers, er
vindt verminderde controle plaats wanneer een AEO-certificaat eenmaal
is afgegeven. Kan de staatssecretaris toezeggen dat er toch periodieke
controle op de certificaatwaardigheid van een bedrijf gaat
plaatsvinden? Zo ja: hoe gaat hij die vormgeven?
Een andere principiële wijziging is de verschuiving van fiscale
controles naar niet-fiscale controles. Dat was deels al praktijk, maar
wordt nu bevestigd in de wet. De één-loket-gedachte die hieruit
voortvloeit, heeft consequenties voor de aansturing van de
verschillende ambtenaren die bij controles betrokken zijn. De
staatssecretaris stelt dat met de verschillende departementen wordt
afgesproken hoe de aansturing wordt vormgegeven. Echter, hierbij is
zeker ook de ministeriële verantwoordelijkheid van belang. Die wordt
aangesproken als de douane als "huisarts", zoals het ook in de stukken
staat, geen reden ziet voor een specialistische beoordeling, terwijl
er achteraf allerlei zaken mis blijken te zijn met de goederen. Wie
wordt er dan aangesproken? De staatssecretaris gaat convenanten
afsluiten met de verschillende departementen over de vormgeving van de
controles. Komt ook hier de verantwoordelijkheidsvraag aan de orde? Zo
niet, hoe gaat de staatssecretaris de ministeriële
verantwoordelijkheid vormgeven op dit punt?
De één-loket-gedachte heeft voorts consequenties voor de expertise van
de douaniers. Zij moeten zich straks ook een globaal oordeel kunnen
vormen van bijvoorbeeld de kwaliteit van de goederen. Dat is toch een
heel ander soort taak dan een fiscale controle. Waarschijnlijk moet de
expertise van de douaniers dan ook worden uitgebreid. Tegelijkertijd
vindt er echter een omvangrijke reorganisatie plaats. Hoe ziet de
staatssecretaris dat samengaan? Wat vindt de staatssecretaris
bijvoorbeeld van een voorstel om te evalueren hoe de uitvoering, de
opleiding of de professionalisering van de douanetaken zich
ontwikkelt? Wat vindt hij ervan om daarbij expliciet aandacht te
besteden aan de omvang van de gegroeide expertise van de douane in
relatie tot de taken die er uitgevoerd worden? Graag hoor ik hierop
een reactie.
Tot slot een opmerking over de lijfsvisitatie. Hierover is al vaker
gesproken. Deze wet regelt de kaders waarbinnen lijfsvisitatie mag
plaatsvinden. Het is goed dat deze nu vastgelegd worden. Het blijft
voor mijn fractie van belang dat de procedures rondom de
lijfsvisitatie met de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden gevolgd.
Het gaat hier immers om een grote inbreuk op de persoonlijke
levenssfeer van mensen. Wij vertrouwen erop dat de douane dit ook zal
doen. Graag wil ik toch nog een toezegging van de staatssecretaris dat
mensen die onderworpen worden aan een lijfsvisitatie exact op de
hoogte worden gesteld van de procedures en hun rechten en plichten.
Dan kan iedereen zich een beeld vormen van de rechtmatigheid van de
handeling, voordat die zich gaat afspelen.