Twentse bestuurskundige: Integratiedebat steeds meer dialoog tussen doven
Twentse bestuurskundige: Integratiedebat steeds meer dialoog tussen
doven
Onderzoekers, beleidsmakers en politici zitten verstrikt in een
`dialoog tussen doven' over het integratiebeleid. Dit beleid kenmerkt
zich al vier decennia door vallen en opstaan, zonder dat veel lessen
zijn geleerd. Aldus de bestuurskundige P.W.A. (Peter) Scholten, die op
vrijdag 18 januari 2008 promoveert aan de Universiteit Twente.
Hét Nederlandse integratiemodel bestaat niet, stelt Scholten. Een
eenduidig oordeel over het succes of falen van het beleid is dan ook
niet mogelijk. Het hangt er maar van af welke beleidsuitgangspunten
men aanneemt. Die uitgangspunten veranderden zowat eens in de tien
jaar. Lag in de jaren '70 het accent op behoud van identiteit met het
oog op terugkeer van migranten, in de jaren '80 stond in het
Minderhedenbeleid sociaal-culturele emancipatie van `Etnische
Minderheden' centraal. In de jaren '90 concentreerde het
Integratiebeleid zich op sociaal-economische participatie en actief
burgerschap van allochtonen. En ten slotte verschoof in het
Integratiebeleid `Nieuwe Stijl' van oud-minister Verdonk de focus naar
sociaal-culturele aanpassing. Deze integratiemodellen keren nog
voortdurend terug in het debat.
Toch zijn beleidsmakers en politici vaak op zoek naar dergelijke
eenvoudige oordelen over het integratiebeleid. Zo was de Tijdelijke
Parlementaire Onderzoekscommissie Integratiebeleid uit 2003 eigenlijk
een `mission impossible.' De commissie kwam tot de omstreden conclusie
dat de integratie `een geheel of gedeeltelijk succes' was. Maar waar
deze conclusie gebaseerd was op de normatieve waardering van onderwijs
als de sleutelsector voor integratie, werd in het politieke debat
juist veel meer belang werd gehecht aan sociaal-culturele aanpassing
en religie. In plaats van consensus over beleidsuitgangspunten te
creëren, gaf de parlementaire commissie zo aanleiding tot een nieuwe
controverse over de uitgangspunten.
Politiek cynisme
In het verleden had onderzoek een zeer prominente rol in
beleidsontwikkelingen. Onderzoekers en beleidsmakers dachten dat het
integratieprobleem maakbaar was, mits het rationeel werd benaderd.
Maar de hechte relatie tussen een beperkte kring van gelijkgestemde
onderzoekers en beleidsmakers verhinderde een serieuze overweging van
alternatieve beleidsmodellen. Deze technocratische vervlechting van
onderzoek en beleid lijkt in de voorbije tien jaar steeds meer te zijn
omgeslagen in politiek cynisme over onderzoek en in selectief, vaak
instrumenteel gebruik van wetenschappelijk onderzoek. Terwijl
kritische geluiden van onder meer de Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid genegeerd worden, neemt het gebruik toe van meer
instrumenteel onderzoek van onder andere het Sociaal en Cultureel
Planbureau.
Het huidige integratiedebat gaat niet eens zozeer over de integratie
van migranten, maar over het `herverbeelden' van de Nederlandse
gemeenschap. Het boek van Paul Scheffer `Het Land van Aankomst'
illustreert dit, aldus Scholten. Er worden grote woorden gebruikt over
`dé Nederlandse identiteit' en over gevoelens van onzekerheid bij
autochtone Nederlanders. Die grote woorden worden echter vaak
geprojecteerd op het integratievraagstuk, waarbij de noodzaak tot
integratie van migranten de behoefte symboliseert aan sociale cohesie
en identiteitsbehoud in de samenleving in zijn geheel.
Tegenover politiek cynisme en technocratisch denken over onderzoek
bepleit Scholten een derde weg. Onderzoekers kunnen de oplossing van
zulke weerbarstige beleidsthema's dichterbij brengen door kritisch te
reflecteren op fundamentele beleidsveronderstellingen en
beleidsalternatieven systematisch in kaart te brengen. Van
onderzoekers vergt dit dat zij niet langer hun eigen model opleggen
maar meerdere modellen onderzoeken, en van beleidsmakers dat zij zich
ook openstellen voor kritische en soms onwelkome geluiden vanuit de
wetenschap. Op die manier helpen onderzoekers de woorden van vier
decennia integratiedebat omzetten in daden die kunnen leiden tot een
beter integratiebeleid.
Noot voor de pers:
Peter Scholten is Universitair Docent Bestuurssociologie aan de
Universiteit Twente.
Zijn proefschrift Constructing Immigrant Policies. Research-policy
relations and immigrant integration in the Netherlands (1970-2004) is
op aanvraag verkrijgbaar. Contactpersoon Universiteit Twente, afdeling
Communicatie: drs. Berend Meijering, 053-489 4385,
b.meijering@utwente.nl
Top
Laatst gewijzigd op 15-01-2008 12:32:15 door Webmaster
Universiteit Twente