Gemeente Elburg
De raad der gemeente Elburg;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007
b e s l u i t :
de verordening declaratiefonds 2008 vast te stellen.
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. aanvrager: de persoon van 18 jaar of ouder die ten behoeve van zichzelf, zijn echtgenoot of tot zijn
gezin behorende, minderjarige kinderen, een tegemoetkoming verzoekt. Om voor de `bijdrage' in
aanmerking te komen, dient aanvrager aan te tonen dat het actuele inkomen niet meer bedraagt
dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Aanvrager is tevens inwoner van de
gemeente Elburg en staat ingeschreven in de gemeentelijke basis-administratie van de gemeente
Elburg. Om daarnaast ook voor het `meerkeuzebudget' in aanmerking te komen, dient aanvrager
aan te tonen gedurende een aaneengesloten periode van 12 kalendermaanden een inkomen te
hebben ontvangen dat niet meer bedraagt dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;
b. echtgenoot: de persoon die niet duurzaam gescheiden leeft van de aanvrager met wie hij of zij is
gehuwd. In deze verordening wordt mede als echtgenoot aangemerkt de niet met de aanvrager
gehuwde persoon met wie aanvrager een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een
bloedverwant in de eerste graad. Voor de beoordeling of er sprake is van een gezamenlijke
huishouding wordt aangesloten bij de bepalingen in de Wet WWB;
c. kind: het in gezinsverband levende en ten laste van aanvrager komende minderjarige kind;
d. tegemoetkoming: het maximum bedrag dat aanvrager als bijdrage en/of meerkeuzebudget kan
ontvangen.
e. bijdrage: het maximum bedrag dat aanvrager kan declareren in verband met kosten betreffende
deelname aan sociaal-culturele, recreatieve en/of sportieve activiteiten en bijbehorende reiskosten;
f. meerkeuzebudget: het maximum bedrag dat aanvrager kan declareren in verband met kosten
betreffende:
· abonnement Nederlandstalig(e) krant of tijdschrift, telefoon (bel-basis), kabel voor radio en tv;
· abonnement ADSL of kabel t.b.v. internet;
· reiskosten t.b.v. bezoeken onderwijs door kinderen jonger dan 18 die onder de WTOS vallen;
· hondenbelasting voor maximaal 1 hond;
· deelname aan sociaal-culturele, recreatieve en/of sportieve activiteiten en bijbehorende
reiskosten;
g. inkomen: de som van alle netto inkomsten genoten door aanvrager en/of diens echtgenoot, met
uitzondering van de middelen als bedoeld in artikel 31 lid 2 en 36 WWB. Bij de bepaling van het
inkomen wordt rekening gehouden met de draagkracht die in het kader van een aanvraag
bijzondere bijstand in aanmerking is genomen.
---
h. vermogen: de waarde van de bezittingen waarover aanvrager, diens echtgenoot en/of kind
beschikken of redelijkerwijs kunnen beschikken verminderd met de aanwezige schulden. Bij de
bepaling van het vermogen gelden de uitgangspunten zoals verwoord in artikel 34 WWB, met dien
verstande dat het eventuele vermogen in de eigen woning geheel buiten beschouwing blijft.
i. vermogensgrens: het bedrag genoemd in artikel 34 lid 3 Wet werk en bijstand (WWB).
j. bijstandsnorm: het bedrag voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Dit bedrag
wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van de WWB en de toeslagenverordening WWB
gemeente Elburg.
Artikel 2
Er wordt een tegemoetkoming verleend aan een rechthebbende die in een kalenderjaar ten behoeve van
zichzelf, zijn echtgenoot of tot zijn gezin behorende minderjarige kind(eren) kosten heeft gemaakt als
bedoeld in artikel 1 onder d en die voldoet aan de voorwaarden van deze verordening.
Artikel 3
Personen van 18 jaar of ouder die onderwijs volgen op grond waarvan aanspraak bestaat op
studiefinanciering ingevolge de Wet Studiefinanciering 2000 (WSF 2000), een tegemoetkoming op grond
van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) of kinderbijslag ingevolge de
Algemene Kinderbijslagwet, kunnen geen aanspraak maken op een tegemoetkoming op grond van deze
verordening.
Artikel 4
a. Indien het inkomen over voorgaande 12 maanden meer bedraagt dan 110% van de bijstandsnorm,
dan wordt de tegemoetkoming vastgesteld ter hoogte van de te bepalen tegemoetkoming minus de
berekende draagkracht.
b. De draagkracht als bedoeld onder a wordt gesteld op 50% van het inkomen boven 110% van de van
toepassing zijnde bijstandsnorm. De draagkracht geldt over de voorgaande 12 maanden.
c. De bijdrage bedraagt per kalenderjaar ten hoogste 180,00 per rechthebbende die op grond van deze
verordening hiervoor in aanmerking komt. De bijdrage is niet overdraagbaar binnen het gezin.
d. De hoogte van het meerkeuzebudget is afhankelijk van het aantal rechthebbende personen en bedraagt
per kalenderjaar ten hoogste het bedrag dat in onderstaande tabel wordt genoemd. Voor 2008 geldt de
kolom `budget A':
Gezinsgrootte c.q. samenstelling Budget A Budget B Budget C Budget D
Alleenstaande 475 356 238 119
Gehuwden c.q. samenwonenden 525 394 263 131
Alleenstaande ouder of gehuwden met 1 kind 685 514 343 171
Alleenstaande ouder of gehuwden met 2 kinderen 850 638 425 213
Alleenstaande ouder of gehuwden met 3 kinderen 1.010 758 505 253
Alleenstaande ouder of gehuwden met 4 kinderen 1.175 881 588 294
Alleenstaande ouder of gehuwden met 5 kinderen 1.340 1005 670 335
Alleenstaande ouder of gehuwden met 6 of meer kinderen 1.500 1125 750 375
Artikel 5
a. De aanvraag wordt ingediend bij burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg.
b. Het recht op een tegemoetkoming ontstaat niet eerder dan per de 1e van de maand waarin een
aanvraag is gedaan.
c. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken op een aanvraag.
d. Voor personen met een gemeentelijke uitkering voor levensonderhoud wordt het recht zoveel
mogelijk ambtshalve gecontinueerd.
e. Het recht op een tegemoetkoming wordt per kalenderjaar vastgesteld. Als aanvrager over een
gedeelte van een kalenderjaar rechthebbend is, wordt het recht naar rato vastgesteld.
---
Artikel 6
a. Aanvrager dan wel de persoon aan wie een tegemoetkoming is toegekend, is verplicht de gemeente
Elburg te informeren over een wijziging van de hoogte van het inkomen, vermogen en/of een
wijziging in de gezinssamenstelling.
b. Het recht op een tegemoetkoming in het kader van deze verordening kan herzien worden indien
aanvrager dan wel de persoon aan wie een tegemoetkoming is toegekend, onjuiste of onvolledige
informatie (heeft) verstrekt en/of niet langer voldoet aan de voorwaarden.
Artikel 7
a. Een declaratie in het kader van deze verordening wordt betaalbaar gesteld als de kosten
gedeclareerd zijn en de bewijsstukken overgelegd.
b. Indien aannemelijk is dat kosten maandelijks terugkomen, dan volstaat eenmalig aantonen.
c. De vergoeding betreffende de diverse abonnementen kan (maandelijks) vooraf betaalbaar worden
gesteld indien daarom wordt verzocht.
d. Tenminste eens per kwartaal worden betalingen verricht aan de hand van ingediende declaraties.
Artikel 8
De hoogte van de tegemoetkoming kan jaarlijks per 1 januari gewijzigd worden. De raad besluit
jaarlijks in het laatste kwartaal welke kolom ex artikel 4 onder d voor het volgende kalenderjaar
van toepassing is.
Artikel 9
In bijzondere gevallen en in gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en
wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen nadere richtlijnen geven voor de uitvoering van deze
verordening.
Artikel 10
a. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2008 en kan worden aangehaald als `de
verordening Declaratiefonds 2008'.
b. Per 1 januari 2008 wordt de op 18 december 2006 vastgestelde `verordening declaratiefonds 2007'
ingetrokken. Laatstgenoemde verordening blijft van toepassing op aanvragen die betrekking hebben
op 2007.
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg
in zijn vergadering van 17 december 2007
de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange Mr. Ir. M.C. Luiting-Kamminga.
---
Toelichting op de verordening Declaratiefonds
Artikel 1
· Met de formulering onder a, b en c wordt voor de bepaling van de rechthebbenden aansluiting gezocht bij
(definities uit) de Wet Werk en Bijstand (WWB). Om voor de bijdrage in aanmerking te komen, dient het
actuele inkomen minder te bedragen dan 110% van de bijstandsnorm. Niemand heeft recht op alleen het
meerkeuzebudget. Pas als duidelijk is dat het actuele inkomen en het inkomen over de achterliggende 12
maanden minder bedraagt dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, dan is er naast de
bijdrage recht op het meerkeuzebudget!
Als op enig moment het inkomen uit werk (aangevuld met eventuele andere inkomsten) hoger ligt dan
voornoemde norm, dan is datum einde WWB ook datum einde declaratiefonds.
· De tegemoetkoming biedt diverse mogelijkheden om kosten te declareren. De tegemoetkoming
bestaat uit de bijdrage en als reeds een jaar sprake is van een laag inkomen daarnaast het
meerkeuzebudget.
· De bijdrage biedt de mogelijkheid om deel te nemen aan sociaal-culturele en/of sportieve
activiteiten. De bijdrage is niet bedoeld voor vakantie. De volgende kosten kunnen gedeclareerd
worden:
· (ouderbijdrage) peuterspeelzaal
· babyzwemmen, bezoek of abonnement zwembad
· lidmaatschap bibliotheek, sportvereniging, mannenkoor of vrouwenvereniging
· koorkleding, sportkleding, tennisracket, sportschoenen, zwempak etc. behorend bij
lidmaatschap vereniging
· bezoek museum, concert, sportevenement, theater, dierentuin, pretpark, dagje uit
· cursus bloemschikken of andere cursus die niet in het kader van een activeringstraject gevolgd
wordt.
· reiskosten gemaakt voor een activiteit. De vergoeding bedraagt maximaal 0,10 per
`autokilometer' of de werkelijke kosten van Openbaar Vervoer. Ten aanzien van de reiskosten
wordt aansluiting gezocht bij het beleid betreffende de bijzondere bijstand. Ook een
kortingskaart voor openbaar vervoer en abonnement Memovo-bus kunnen gedeclareerd worden,
mits aantoonbaar activiteiten worden ontplooid!
· schoolreisje kinderen
· kerktelefoon c.q. kerkradio. Voor veel ouderen is dit één van de weinige mogelijkheden voor
participatie.
· Het meerkeuzebudget biedt meer mogelijkheden om kosten te declareren, nl.:
1. abonnement Nederlandstalig(e) krant, tijdschrift, telefoon (bel-basis), kabel voor radio en tv,
ADSL of kabel t.b.v. internet en E-mail:
· het moet gaan om een Nederlandstalige krant en om een Nederlandstalig tijdschrift.
· inzake de telefoon worden maximaal de kosten van het bel-basis abonnement (KPN)
vergoed.
· inzake het kabel-abonnement voor radio en tv worden alleen die abonnementskosten
vergoed per maand inclusief BTW.
· inzake het ADSL- of kabel-abonnement voor internet etc. worden de abonnementskosten
vergoed per maand inclusief BTW.
· De hoogte van de vergoeding voor telefoon en kabel wordt eens per jaar vastgesteld,
namelijk ter hoogte van de bedragen zoals die gelden per 1 januari.
2. reiskosten t.b.v. bezoeken onderwijs door kinderen jonger dan 18 die onder de WTOS vallen;
· aanvrager dient middels het overleggen van bewijsstukken de reiskosten aan te tonen.
3. hondenbelasting voor maximaal 1 hond;
· met name alleengaanden ervaren een huisdier als heel belangrijk. Alleen hondenbezitters dienen
belasting voor hun huisdier te betalen. De vergoeding geldt voor maximaal één hond.
4. deelname aan recreatieve activiteiten, zoals een vakantie(kamp);
5. sociaal-culturele en/of sportieve activiteiten en bijbehorende reiskosten (conform omschrijving
`bijdrage');
· Inkomen en vermogen worden conform de bepalingen van de WWB vastgesteld. Dat geldt echter
niet voor de langdurigheidstoeslag, die in het kader van deze verordening volledig buiten
beschouwing blijft.
---
· Iemand met meer vermogen dan de vermogensgrens, komt niet in aanmerking voor een
tegemoetkoming. Het eventuele vermogen in de eigen woning, waar aanvrager zijn of haar
hoofdverblijf heeft, blijft volledig buiten beschouwing, omdat redelijkerwijs niet van aanvrager
gevergd kan worden om alleen voor het declaratiefonds deze vorm van vermogen te gelde te
maken. Ook de administratieve lasten worden zodoende niet onnodig hoog.
· Aanvrager kan bepaalde kosten (gehad) hebben die van invloed zijn op de draagkracht. Met die
kosten wordt rekening gehouden. Te denken valt aan hoge woonkosten, voor zover geen
huurtoeslag of andersoortige tegemoetkoming in de woonkosten verkregen wordt, of reeds in
aanmerking genomen draagkracht in het kader van een aanvraag bijzondere bijstand.
Artikel 2
Er wordt op declaratiebasis uitbetaald, daarom dienen kosten te worden gemaakt en gedeclareerd.
Artikel 3
Ongewijzigd beleid dat verder geen toelichting behoeft.
Artikel 4
· De vergelijking tussen inkomen en 110% van de bijstandsnorm wordt gemaakt per de eerste van de
maand waarin de aanvraag is ingediend c.q. de eerste melding heeft plaatsgevonden. Dat sluit aan
bij artikel 5 onder b.
· De draagkracht wordt berekend over de achterliggende 12 maanden. Bij een aanvraag op 15
februari 2007, wordt de draagkracht berekend over de periode februari 2006 tot en met januari
2007. Omdat in artikel 4 het woord `tegemoetkoming' wordt gebruikt, kan volstaan worden met één
draagkrachtberekening, afgezet tegen de totaaltelling van bijdrage en meerkeuzebudget.
· Afhankelijk van de kosten die gedeclareerd worden kan de draagkracht in mindering worden
gebracht op meerkeuzebudget dan wel de bijdrage. Het gaat er om dat de draagkracht eerst wordt
`opgebruikt'.
· Bij de berekening van de draagkracht dient bezien te worden in hoeverre er reeds draagkracht in
aanmerking is genomen bij een aanvraag bijzondere bijstand. Ook hoge woonlasten kunnen de
draagkracht verminderen. Bij de in aanmerking te nemen draagkracht gaat het natuurlijk eveneens
om de achterliggende 12 maanden.
· De bijdrage is niet overdraagbaar binnen het gezin om er voor te zorgen dat zoveel mogelijk
mensen participeren!
· Het meerkeuzebudget daarentegen behoeft niet evenredig besteed te worden over de
rechthebbenden. Diverse kostensoorten zijn reeds ten behoeve van meer personen, te denken valt
aan telefoon, krant en kabel bijvoorbeeld.
Artikel 5
· De termijn van afhandeling is conform de bepalingen van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB)
· Het is niet klantvriendelijk om uitkeringsgerechtigden jaarlijks te belasten met het invullen van een
aanvraagformulier, als de gemeente reeds over alle benodigde gegevens beschikt èn duidelijk is dat
betrokkenen nog steeds aanspraak kunnen maken op voorzieningen van het Declaratiefonds.
Derhalve volstaat het ambtshalve vaststellen van het recht, hetgeen middels een beschikking aan
de rechthebbende meegedeeld wordt.
· Bij melding op 31 juli 2007, wordt het recht vastgesteld per 1 juli 2007. Dat betekent dat er
maximaal voor de helft (6/12e) recht bestaat op de tegemoetkoming.
Artikel 6
· Aanvrager heeft een informatieplicht.
· Een herziening van het recht leidt natuurlijk ook tot terugvordering van verstrekte gelden.
Artikel 7
· Uitgangspunt bij de declaratieregeling is dat slechts een tegemoetkoming verleend kan worden als
aanvrager tot de doelgroep behoort en aantoont dat de bedoelde kosten ook daadwerkelijk zijn
gemaakt door het overleggen van bewijsstukken. Op verzoek van aanvrager kan de gemeente ook
rechtstreeks betalingen doen aan derden, bijvoorbeeld de abonnementskosten.
---
· Het is niet klantvriendelijk en niet efficiënt om belanghebbende maandelijks om de nota van
bijvoorbeeld KPN te vragen. Duidelijk is dat de telefoonkosten periodiek terugkeren. Datzelfde geldt
voor andere abonnementen en kosten van lidmaatschap van een (sport)vereniging. Kortom, in deze
en vergelijkbare situaties volstaat dat eens per jaar wordt vastgesteld dat deze kosten worden
gemaakt.
· Abonnementskosten kunnen vooraf betaalbaar gesteld worden. Als het administratief haalbaar is, is
het voorstelbaar dat dit ook geldt voor andere maandbetalingen.
· Rechthebbenden met `een mobieltje' kunnen ook aanspraak maken op de vergoeding voor
telefoonkosten. Deze vergoeding bedraagt niet meer dan de kosten van het KPN bel-basis
abonnement.
· Naast de maandelijkse betalingen vinden incidentele betalingen plaats. Conform de huidige
werkwijze vinden betalingen eens per kwartaal plaats. De rechthebbende levert op gezette tijden
een declaratieformulier met bewijsstukken in. Er is niets op tegen om vaker betalingen te
verrichten.
Artikel 8
· Inzake de hoogte van het meerkeuzebudget kan de raad jaarlijks één van de weergegeven kolommen
vaststellen. De Raad heeft deze wens meermalen uitgesproken mede om het minimabeleid op de agenda te
houden. De kolom `budget A' geldt voor 2008. Ook de bijdrage kan jaarlijks worden gewijzigd door de
Raad.
Artikel 9
· Het is onmogelijk om alle mogelijke uitzonderingsgevallen hier te benoemen. Om toch een
voorbeeld te noemen: een tienermoeder (jonger dan 18) die haar kind wil laten deelnemen aan het
babyzwemmen.
· Aanvrager die is opgenomen in de W.S.N.P. of waarvoor een vergelijkbaar schuldbemidde-
lingstraject geldt, waardoor dientengevolge het (feitelijk) inkomen minder bedraagt dan 110% van
de bijstandsnorm dit ter beoordeling van het college wordt geacht tot de doelgroep als bedoeld
in artikel 1 sub a te behoren.
· Aangezien de uitvoeringspraktijk soms om kaders vraagt, wordt de mogelijkheid gecreëerd om
middels werkinstructies hier nadere invulling aan te geven. Werkinstructies worden door het college
vastgesteld.
Artikel 10
Dat artikel behoeft geen nadere toelichting.