NVZ Vereniging van Ziekenhuizen


Adviescommissie verklaart bezwaar zorginstellingen over vermogensklem gegrond
De commissie bezwaarschriften Awb heeft het bezwaar van zorginstellingen over de vermogensklem gegrond verklaard. Het voornemen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om instellingen die onder het bouwregime vallen de opbrengsten van hun vastgoedtransacties alleen te laten besteden aan de zorg is hiermee onzeker geworden.

De commissie geeft de zorginstellingen op vrijwel alle onderdelen gelijk en adviseert de minister de bezwaren gegrond te verklaren. De NVZ is verheugd dat de commissie erkent dat de aanwijzing van de minister voor de leden van de NVZ een aanzienlijke beperking van de mogelijkheden tot vestiging en aanwending van kapitaal met zich meebrengt.

De commissie is met de zorginstellingen van oordeel dat het besluit in strijd komt met artikel 1 Eerste Protocol EVRM (schending van het eigendomsrecht), het EG-Verdrag (schending van het beginsel van vrij verkeer van kapitaal en vrije vestiging) en artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (onzorgvuldige voorbereiding en belangenafweging).

Hoorzitting
Dinsdag 11 december vond de hoorzitting plaats over het besluit dat minister Klink op 23 juli 2007 nam. Dit besluit hield in dat die instellingen die onder het bouwregime vallen, de gerealiseerde opbrengst van vastgoedtransacties betreffende hun grootschalige gebouwen dan wel een batig saldo na liquidatie dienen te bestemmen voor de zorg. Meer dan vierhonderd zorginstellingen, waaronder een groot aantal van de leden van de NVZ, hebben hier bezwaar tegen gemaakt.

Minister aan zet
De uiteindelijke beslissing van de minister hoeft noodzakelijkerwijs niet overeen te komen met het uitgebrachte advies van de commissie. In beginsel kan de minister het advies naast zich neerleggen en in de beslissing op bezwaar de bezwaren alsnog ongegrond verklaren. Niettemin geeft de commissie in het advies zulke fundamentele kritiek op het besluit, dat de advocaat die deze zaak voor een deel van de bezwaarmakers heeft gevoerd, zich moeilijk kan voorstellen dat de minister het advies van de commissie naast zich neerlegt. Anderzijds is er brede steun in de Tweede Kamer voor dit beleid, zodat hij wellicht toch naar mogelijkheden zal zoeken om de regeling overeind te houden. De minister moet nu een besluit nemen. Gelet op de inhoud van het advies verwacht de NVZ de beslissing op bezwaar niet op heel korte termijn. In overleg met de advocaat kijkt de NVZ naar mogelijkheden de beslissing te bespoedigen.