Vrije Universiteit Amsterdam

Leerwerkplekken onder de loep genomen

6 december 2007

Edilse Goeloe, voormalig hoofd van de praktijkopleiding verpleegkunde, heeft ter afronding van haar studie onderwijskundig ontwerp en adviseren de leercondities op de werkplekken binnen VUmc voor student verpleegkundigen onderzocht. Zij bekeek onder andere op welke wijze het werkplekleren op de zorgeenheden is gerealiseerd en of de wensen van alle betrokkenen overeenkomen bij de gekozen vorm en de theoretische inzichten ten aanzien van het werkplekleren. Zij kwam tot de volgende conclusies en aanbevelingen.

Foto: Annuska Houtappels Op de onderzochte zorgeenheden is er sprake van een mix van verschillende typen werkplekleren. Het instructiemodel, waarbij de student informatie krijgt toegestuurd voor de start van de stage wordt het meest toepast, maar door de diversiteit van de informatievoorziening voor de studenten verpleegkunde is het doorlopen van een stage op de diverse zorgeenheden niet inzichtelijk. Goeloe adviseert om het instructiemodel op iedere zorgeenheid te implementeren en bruikbare instrumenten, zoals checklijsten, stappenplannen en stroomdiagrammen gezamenlijk te ontwikkelen die passend zijn bij dit type werkplekleren.

Werkplekbegeleiders
In VUmc is in de taakfunctieomschrijving van verpleegkundigen opgenomen dat iedere verpleegkundige moet fungeren als werkbegeleider. De geïnterviewden vinden dat dit min of meer is opgelegd. Niet ieder verpleegkundige is in staat om studenten goed te begeleiden. Een aantal zorgeenheden hanteert daarom bepaalde regels voor de begeleiders, zoals het volgen van de cursus begeleiden in de praktijk, een minimale werktijdsfactor en ervaring van de begeleider op de zorgeenheid.
Van de studenten verpleegkunde vindt 39% dat aandacht besteedt moet worden aan de kwaliteit van de werkbegeleiders op de zorgeenheden. Men vindt dat de kwaliteit van de werkbegeleiders op ieder afdeling verschillend is. Zo zijn werkbegeleiders vaak niet op de hoogte van de leertrajecten van de studenten door de diversiteit aan verpleegkundige opleidingen binnen VUmc. Dit brengt veel verwarring met zich mee en dit heeft weer gevolg voor de wijze hoe studenten beoordeeld worden. Alle ondervraagde studenten zijn van mening dat het leerklimaat door de invoer van een standaard leeractiviteitenplan en standaard dagevaluatie zal verbeteren.

Daarnaast vinden veel studenten dat er geen afstemming is tussen de theorie en de praktijk. De studenten ervaren dit als een groot gemis. Het kost de studenten veel tijd en energie om zich extra te verdiepen in de leerstof, naast alle nieuwe dingen die men leert op de zorgeenheid. Goeloe meent dat het wenselijk is dat de werkbegeleiders goed geïnformeerd zijn over de verschillende opleidingssoorten en dat ze op de hoogte moeten zijn van de bijbehorende leertrajecten van de studenten. Zij adviseert dat er vanuit het management op de zorgeenheden een meting moet plaatsvinden naar de kwaliteit van werkbegeleiders. Een instrument zoals de begeleidingsmeter van de OVDB, het kenniscentrum voor leren in de praktijk, zou een goed hulpmiddel kunnen zijn.
Volgens Goeloe is het ook beter om de functie van werkbegeleider als een aparte deelfunctie op te nemen in de taakfunctieomschrijving. Dit heeft als voordeel dat de werkbegeleiding op de zorgeenheden kan worden geoptimaliseerd. In het onderzoek wordt ook aangegeven dat door een tekort aan werkbegeleiders steeds dezelfde werkbegeleiders belast worden met het begeleiden van studenten. Goeloe geeft aan dat de begeleidingscapaciteit, de verhouding tussen het aantal werkbegeleiders per zorgeenheid en het aantal aanwezige studenten, op de zorgeenheden door de zorgmanagers goed in kaart moeten worden gebracht om dit probleem op te lossen.

Werkdruk
In het onderzoek wordt nog een aantal belemmerende factoren genoemd, die volgens de betrokkenen het leerrendement op de zorgeenheden negatief beïnvloeden Tijdens gesprekken blijkt dat er op de meeste zorgeenheden sprake is van hoge werkdruk, waardoor er weinig tot geen tijd is om een student optimaal te begeleiden. Ook 60% van de studenten ervaart de werkdruk als één van de belangrijkste oorzaken voor leerhindernis. Studenten worden door de omstandigheden gedwongen om taken uit te voeren, waar ze nog niet aan toe zijn. Daarnaast biedt de combinatie van hoge werkdruk en complexiteit van zorg geen goede mogelijkheid om te leren op de afdeling. Het is volgens Goeloe van belang dat het management gaat inventariseren naar mogelijke oplossingen hoe om te kunnen gaan met deze factoren om de kwaliteit van patiëntenzorg te waarborgen en het leren mogelijk te maken.

Het volledige onderzoek is te verkrijgen via Edilse Goeloe: egoeloe@asa.nl

Marcel Licher
Foto: COM VU, Annuska Hoiutappels
Edilse Goeloe
bron: Verpleegkundekatern