Ministerie van Verkeer en Waterstaat

de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Datum 28 december 2007
Ons kenmerk VenW/DGW-2007/1832
Onderwerp Voortgang Kaderrichtlijn Water

Geachte voorzitter,

In het werkproces ter voorbereiding op de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en Waterbeheer 21e eeuw (WB21) is voorzien dat ik de Kamer op diverse momenten informeer. In mijn brief van 15 oktober (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 27 625, nr. 107) heb ik u toegezegd u in december 2007 te informeren over de voortgang van het werkproces. In deze brief zal ik achtereenvolgens ingaan op de belangrijkste ontwikkelingen, de aanpak van de kosten-batenanalyse in 2008 en tenslotte de werkafspraken tussen rijk en regio voor 2008 en 2009. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bericht ik u daarover als volgt.

Voortgang regionaal

· Regionale KRW-maatregelenpakketten uitgewerkt
· De regionale uitwerking laat lagere KRW-kosten zien ten opzichte van 2006
· De maatregelen zijn in lijn met de opgaven uit de Decembernota 2006 KRW/WB21
· WB21 voorbereiding en uitvoering ligt op schema

Voortgang KRW
In 2007 stond in de regionale gebiedsprocessen KRW de uitwerking van doelen en maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit centraal. De regionale waterbeheerders (waterschappen, provincies, gemeenten en regionale diensten van Rijkswaterstaat) hebben in meer dan 130 gebiedsgroepen een grote slag gemaakt in het meer concreet maken van de maatregelen en doelen voor de oppervlaktewater- en grondwaterlichamen. Onder de noemer Harmonisatie gebiedsprocessen KRW heb ik de voortgang en de onderlinge vergelijkbaarheid in door de regio's gehanteerde uitgangspunten en aanpak in beeld gebracht en gestroomlijnd.

Een eerste nog zeer voorlopig beeld uit de Harmonisatie is dat de kosten voor de KRW lager uitvallen ten opzichte van de kostenraming in de Decembernota 2006. Het blijkt dat reeds veel bestaande maatregelen, bijvoorbeeld ter bestrijding van de regionale wateroverlast (WB21), een aanzienlijke bijdrage leveren aan het realiseren van de KRW- doelen.
Voorts laten de uitkomsten zien dat de belangrijkste opgaven voor Nederland zitten in het verbeteren van de inrichting van de waterlichamen. De inrichtingsmaatregelen betreffen bijvoorbeeld de aanleg van natuurvriendelijke oevers, het laten hermeanderen van beken en de aanleg van vispassages. Het aantal emissiereducerende maatregelen is in omvang en kosten kleiner dan de inrichtings- en beheermaatregelen. Dat is ook te verklaren omdat in het verleden met bronmaatregelen al veel voortgang is geboekt. Men wacht tevens af wat de mogelijkheden zullen zijn van het generieke diffuse bronnenbeleid, waaronder het mestbeleid.

Voortgang WB21
Partijen in de regio liggen op schema om de WB21-opgave (voorkomen van regionale wateroverlast `op orde in 2015') te realiseren. Het opstellen en uitvoeren van WB21- maatregelen loopt voor op de KRW. In 2007 is actief gezocht naar verdergaande mogelijkheden voor synergie met andere doelen, waaronder KRW. Belangrijk daarbij zijn ruimtelijke maatregelen en het vaststellen van de gebiedsnormen voor wateroverlast. Een deel van deze gebiedsnormen is inmiddels doorvertaald in Streekplannen en Bestemmingsplannen. In 2008 zal dit verder worden voltooid. In 2009 worden de gebiedsnormen met de bijbehorende maatregelen vastgesteld. Aandachtspunten bij de uitvoering zijn vertragingen als gevolg van grondverwerving, planologische procedures en bezwaarprocedures.

Voortgang internationaal KRW

· Nederland in middenmoot wat betreft tijdig realiseren KRW-verplichtingen;
· Lidstaten houden vast aan uitvoerbare richtlijn prioritaire stoffen, besluitvorming nog niet afgerond; en

· Internationale afstemming van start.

In maart 2007 heeft de Europese Commissie (EC) haar oordeel gepresenteerd over de implementatie van de KRW tot nu toe in de Europese Lidstaten. Het betreft een beoordeling van het tijdpad van de KRW-implementatie, met als doel het implementatieproces zonodig bij te sturen en de kwaliteit ervan te verhogen. Het beeld van de voortgang van de EC over Nederland is dat we voldoende scoren, iets boven het EU-gemiddelde.

Stikstofemissies uit de landbouw worden gereguleerd door de Europese Nitraatrichtlijn. Meerdere lidstaten hebben net als Nederland overeenstemming bereikt over hun actieprogramma's. De recente programma's van andere lidstaten bevatten strengere eisen voor goed landbouwkundig gebruik van meststoffen. De onderhandeling met Brussel over het 4e nitraatactieprogramma wordt door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gestart in maart 2008. De uitkomsten zullen waarschijnlijk eind 2009 definitief worden.

Momenteel wordt op Europees niveau gewerkt aan de richtlijn prioritaire stoffen. In het kader van deze richtlijn worden normen voor prioritaire stoffen voorgesteld. In juni 2007 is in de Milieuraad een Politiek Akkoord bereikt. Inzet is om het EU-parlement te overtuigen dat we tot realistische regelgeving moeten komen. De Lidstaten zijn alle van mening dat doelverlaging en fasering ook voor deze categorie van stoffen mogelijk moeten zijn.

Nederland hing een ingebrekestelling boven het hoofd voor de Richtlijn Stedelijk Afvalwater vanwege het niet voldoen aan de eis van 75% stikstofverwijdering op de zuiveringsinstallaties. Inmiddels voldoet Nederland aan de eis, waardoor deze procedure in 2007 is afgewend. In vergelijking met Frankrijk en België heeft Nederland de zuivering van stedelijk afvalwater goed op orde. Vergeleken met Duitsland is Nederland minder ver.

Voortgang in de internationale stroomgebieden De internationale commissies van de Rijn (ICBR), Maas (IMC), Schelde (ISC) en Eems (Stuurgroep Eems) zijn gestart met het voorbereiden van de internationaal afgestemde stroomgebiedsbeheerplannen. Belangrijke mijlpaal in 2007 was de rapportage in maart aan de Europese Commissie over het meetnet voor monitoring van grond- en oppervlaktewater (de zogenaamde art. 8 rapportage).

Inmiddels zijn in alle riviercommissies de stroomgebiedrelevante stoffen vastgesteld. Dit zijn stoffen die voor het specifieke stroomgebied aandacht verdienen naast de stoffen die al in de KRW zijn vermeld.

Tijdens de Rijnministersconferentie van 17 oktober zijn concretere afspraken gemaakt voor samenwerking bij de uitvoering van de KRW. Er is bijvoorbeeld expliciet gemaakt dat het bereiken van nutriëntendoelstellingen voor de Noordzee ook verplichtingen voor de landen bovenstrooms betekent. Daarnaast is uitvoerig gesproken over de passeerbaarheid voor vissen van de Rijn. In de overige stroomgebieden wordt bekeken of er voldoende draagvlak is vanuit de oeverlidstaten voor een dergelijke ministersconferentie.

Om de netwerken tussen waterbeheerders aan de beide kanten van de Nederlandse grenzen te versterken, vond in april 2007 in Maastricht de Internationale KRW Conferentie plaats. De meeste landen denken aan het gebruik maken van uitzonderingen die de KRW biedt. Dat geldt met name voor fasering, waarover ik u in de Decembernota 2006 heb bericht.

Voortgang nationaal - KRW

· Milieu- en Natuurplanbureau gaat betere onderbouwing kosten en baten leveren;
· AMvB's voor gegevensverstrekking en doelstellingen in voorbereiding;
· Consequente aanpak vismigratieknelpunten; en
· Pragmatische afstemming KRW-Natura 2000.

Kosten- batenanalyse KRW in de vorm van een ex-ante evaluatie Ik heb het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) gevraagd of ze de kosten-baten analyse voor de KRW willen uitvoeren. Omdat de analyse beoogt beslissing ondersteunende informatie te bieden, en een basis te zijn voor het overleg met de Tweede Kamer, is het van belang dat er breed draagvlak is voor de opzet van de studie en de uitgevoerde analyses. Een belangrijke meerwaarde is daarbij betrokkenheid van Alterra, het Landbouw Economisch Instituut en van het Centraal Planbureau (CPB). Op deze wijze zijn de belangrijkste expertise en deskundigheid verenigd.

Het MNP heeft aangegeven de analyse in de vorm van een ex-ante evaluatie KRW (EAE KRW) uit te voeren. Met de gekozen opzet van de EAE KRW wordt in belangrijke mate tegemoet gekomen aan de aanbevelingen van de Commissie van Deskundigen over de Strategische MKBA 2006.
De EAE KRW voldoet daarnaast aan de eisen die vanuit de Kaderrichtlijn worden gesteld aan onderbouwende analyses ten behoeve van besluitvorming over de ecologische ambities en inzet om die op de termijn van 2015 (of na uitstel 2021 of 2027) te halen.

Op basis van deze ex-ante evaluatie zullen we moeten bepalen of we de ingeslagen koers kunnen voortzetten of dat na overleg met de bestuurlijke partners de ingeslagen koers bijgesteld dient te worden. Naar verwachting zal ik u de resultaten in mei 2008 met een kabinetsstandpunt kunnen aanbieden.

Implementatie juridisch instrumentarium
In 2007 is gestart met de voorbereiding van het juridische instrumentarium t.a.v. de gegevensverstrekking en het vastleggen van doelstellingen. De bepaling over gegevensverstrekking tussen besturen zal worden opgenomen in het Waterbesluit (AMvB op grond van de nieuwe Waterwet). Het concept Waterbesluit zal naar verwachting medio 2008 naar de Raad van State worden gestuurd voor advies.

In de AMvB `doelstellingen' worden de doelen voor natuurlijke wateren vastgelegd. Tevens wordt het juridisch kader gegeven waarbinnen afleiding van de doelstellingen voor sterk veranderde en kunstmatige wateren moet worden vastgesteld. Ook wordt de juridische basis voor de toepassing van uitzonderingen in de AMvB geregeld. De AMvB Doelstellingen wordt zodanig vormgegeven dat de waterkwaliteitseisen alleen een directe rol spelen bij het vaststellen van de waterhuishoudingsplannen op basis van de Wet op de waterhuishouding (later de Waterwet). Door deze beperkte koppeling wordt beoogd de directe doorwerking van de waterkwaliteitseisen naar vergunningverlening en ruimtelijke ordening, indachtig de ervaring met luchtkwaliteit, zoveel mogelijk te voorkomen.

Vismigratieknelpunten
In 2007 heeft een landelijke prioritering van vismigratieknelpunten plaatsgevonden. Hier heb ik u met mijn brief van 15 oktober j.l. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 27 625, nr. 107) reeds over geïnformeerd. De aanpak bij de waterbeheerders bleek onderling te verschillen. De prioritering wordt daarom nu op geharmoniseerde wijze vormgegeven. Hieraan wordt een overzicht van knelpunten gekoppeld, waarvoor maatregelen dienen te worden getroffen in de eerste stroomgebiedsbeheerplannen.

Natura 2000­KRW
Alle betrokkenen streven ernaar om de uitwerking van Natura 2000 en KRW maximaal op elkaar af te stemmen. Prioriteit wordt gegeven aan die gebieden waar het op tijd realiseren van watercondities essentieel is voor het behoud en de bescherming van natuurwaarden. Hierover zijn concrete afspraken gemaakt tussen het Inter Provinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het ministerie ven Verkeer en Waterstaat. Ook de Tweede Kamer is over de samenhang tussen Natura 2000 en KRW geïnformeerd in de Nota van Antwoord Inspraakprocedure aanwijzing Natura 2000-gebieden (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007- 2008, 31 200 XIV nr. 150). In de praktijk blijken de afstemming en samenhang tussen Natura 2000 en KRW goeddeels realiseerbaar.

Generieke maatregelen
Zoals eerder in deze brief aangegeven is het generiek mestbeleid op basis van het Nitraatactieprogramma ook essentieel voor bereiken van de KRW doelstellingen. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer hebben u recent bericht over de monitoring van de nitraatrichtlijn (brief d.d. 30 november 2007) en de evaluatie van de meststoffenwet 2007 (brief d.d. 3 december 2007). De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft in 2007 een Uitvoeringsprogramma diffuse bronnen voorbereid en zal u dat naar verwachting nog in december 2007 aanbieden.

In het beleidsprogramma van het Kabinet `Samen werken, samen leven ' zijn in pijler 3 binnen de enveloppe Water en Kust middelen opgenomen voor de Kaderrichtlijn Water. Deze middelen betreffen onder meer de stimulering van innovaties die nodig zijn om de doelen van de Kaderrichtlijn Water tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten te realiseren. Nevendoelstelling van deze impuls is de verbetering van de concurrentiepositie van de Nederlandse watersector. In de ministerraad van 7 december 2007 is besloten dat voor innovaties 75 miljoen euro beschikbaar is. Dit geld wordt via twee tenders op de markt gezet. De eerste tender wordt in 2008 op de markt gezet. Over de inzet van de overige middelen wordt u afzonderlijk geïnformeerd.

Voortgang Nationaal - Waterbeheer 21e eeuw

· Actualisatie van het Nationaal Bestuursakkoord Water begin 2008;
· Stedelijke wateropgave beter in beeld; en
· Afspraken over aanpak van de verdrogingsbestrijding.

Actualisatie van het Nationaal Bestuursakkoord Water In 2007 is gewerkt aan de actualisatie van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW- actueel) naar aanleiding van de evaluatie uit 2006 die ik u vorig jaar in december heb aangeboden. Ik verwacht u in 2008 het geactualiseerde bestuursakkoord te kunnen aanbieden.

Verdroging
Voor de aanpak van de verdrogingsbestrijding door middel van TOP-lijsten en ILG- middelen verwijs ik u naar de brief daarover van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31 200, XIV, nr. 9) die met u is besproken in het Algemeen overleg van 25 september 2007.

Stedelijke wateropgave
In 2006 is een eerste schatting van de stedelijke wateropgave gemaakt, gebaseerd op de gegevens van elf gemeenten. Omdat de schatting maar beperkt betrouwbaar was, is in 2007 een betrouwbaarder schatting gemaakt op basis van 60 gemeenten. Het betreft extra kosten die gemeenten moeten maken om het stedelijk watersysteem op orde te brengen. De bandbreedte van de nieuwe raming is circa 15% hoger dan in 2006. Gemeenten en waterschappen maken uiterlijk voor eind 2008 afspraken over een maatregelenprogramma en bijbehorende financiering om het stedelijk watersysteem op orde te brengen en te houden.

Watertekort
Uit de geactualiseerde Droogtestudie Nederland blijkt dat het watersysteem voor droogte tot 2015 op orde is. Tevens blijkt dat er vanaf 2015 een toenemend risico is op watertekorten, waardoor de beschikbaarheid van voldoende water van de juiste kwaliteit onder druk kan komen te staan. Waterbeheerders dienen daarom bij de herziening van de huidige waterbeheerplannen aan te geven hoe zij met de toenemende kans op watertekorten nu en in de toekomst om zullen gaan. Om tijdig te kunnen inspelen op de veranderingen van het klimaat zal periodiek worden getoetst wat de effecten van nieuwe inzichten in de klimaatsverandering zijn. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) zal naar verwachting in 2012 met nieuwe klimaatscenario's komen.

Vervolgcampagne `Nederland leeft met Water'
In 2003-2006 heeft de campagne "Nederland leeft met Water" een succesvolle bijdrage geleverd aan het vergroten van het bewustzijn van inwoners van Nederland rond de wateropgave. In 2007 is de koers bepaald voor het vervolg. De vervolgcampagne in 2008- 2011 zal erop gericht zijn de betrokkenheid, medewerking en participatie voor het waterbeleid verder te vergroten en de maatschappelijke solidariteit voor waterbeleid in stand te houden en te versterken. Inhoudelijke elementen van de vervolgcampagne zijn de nadruk op duurzaamheid, integraal waterbeleid en -waterbeheer en de focus op de kansen van water. De campagne krijgt een regionale component.

Kaders en werkafspraken voor 2008 en 2009
Op 12 december 2007 zijn in het Landelijk Bestuurlijk Overleg (LBOW) de werkafspraken tussen rijk en regio voor 2008-2009 besproken. De belangrijkste afspraken hebben betrekking op:

1. De ex ante evaluatie KRW en de eventuele doorwerking daarvan.
2. Producten en deadlines van bouwstenen en besluitvorming voor de (ontwerp) stroomgebiedsbeheerplannen.

3. Scope en vergelijkbaarheid van de KRW-maatregelen voor opname in de (ontwerp) stroomgebiedsbeheerplannen.

4. Voortgangsmetingen in 2008 en 2009.

5. Voorbereiding van de inspraak, die eind 2008 start, op de ontwerpplannen.

De voortgang zoals beschreven in deze brief geeft vooralsnog geen aanleiding om de koers te wijzigen die met de Decembernota 2006 is ingezet. Als de besluitvorming over de ex ante evaluatie KRW daartoe aanleiding geeft (mei 2008), kan de koers na overleg met de bestuurlijke partners worden bijgesteld.

Vervolgproces
Het jaar 2008 zal in het teken staan van de voorbereiding van de ontwerpstroomgebieds- beheerplannen die uiterlijk op 22 december 2008 in de inspraak gaan. Een voor uw Kamer belangrijk element in de voorbereiding van die ontwerpstroomgebiedsbeheerplannen is de eerder in deze brief beschreven ex-ante evaluatie KRW. Naar verwachting zal ik u de resultaten van de ex ante evaluatie KRW begin mei 2008 met een kabinetsstandpunt kunnen aanbieden.

Voor uw Kamer belangrijke data in het vervolgproces zijn:

Begin mei 2008 Toezending ex ante evaluatie KRW met kabinetstandpunt 22 december Start inspraakprocedure ontwerpstroomgebiedsbeheerplannen 2008
22 juni 2009 Sluiting inspraakprocedure ontwerpstroomgebiedsbeheerplannen september 2009 Toezending kabinetsreactie op resultaten inspraak aan de Tweede Kamer
22 december Conform KRW uiterlijke datum dat het kabinet de definitieve 2009 stroomgebiedsbeheerplannen moet vaststellen

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa