Rechtbank Haarlem



De rechtbank Haarlem heeft op 21 december 2007 uitspraak gedaan in de strafzaken tegen Holleeder en 8 medeverdachten.

Bewijs
Hieronder wordt -per zaak- weergegeven hetgeen de rechtbank van de ten laste gelegde feiten bewezen heeft verklaard, steeds met een korte aanduiding van de bewijsmiddelen waarop dat oordeel berust.

Afpersing Friedländer
Holleeder, enige verdachte in deze zaak, is veroordeeld voor de afpersing van Friedländer. Het bewijs steunt met name op de verklaringen van Friedländer en van diens vrouw.

Afpersing Wijsmuller
Overeenkomstig de eis van de Officier van Justitie is Holleeder vrijgesproken van de hem ten laste gelegde afpersing en deelname aan een criminele organisatie. Ook de andere verdachten in deze zaak, te weten S.T. en O.T. zijn vrijgesproken van de hen ten laste gelegde feiten.

Afpersing Houtman
Holleeder, R.v.D. en R.G. (voor een beperktere rol) zijn veroordeeld voor de afpersing van Houtman. Het bewijs hiervoor berust in belangrijke mate op de verklaringen van Maria Houtman, die worden ondersteund door diverse andere getuigenverklaringen. M.G. is van deze afpersing, en van wapenbezit vrijgesproken. Daarnaast is Holleeder in deze zaak veroordeeld voor het leiding geven aan een criminele organisatie; en R.v.D. en R.G. voor deelname aan diezelfde criminele organisatie.
R.G. is schuldig bevonden aan wapenbezit.

Afpersing Endstra
Bewezen is dat Holleeder in 8 van de 13 hem ten laste gelegde gevallen Endstra heeft afgeperst. De medeverdachte M.M. is veroordeeld voor de afpersing van twee geldbedragen die Endstra betaalde na de bedreiging op het kantoor van Moszkowicz in december 2002.
Ten aanzien van het bewijs overweegt de rechtbank -kort samengevat- het volgende.
De rechtbank is van oordeel dat de verdediging voldoende gelegenheid heeft gehad om de betrouwbaarheid van de geluidsopnamen -en van de schriftelijke weergave- van de `achterbankgesprekken' of Endstra-tapes' te onderzoeken. Daarom is geoordeeld dat de Endstra-tapes bruikbaar zijn voor het bewijs. De inhoud van Endstra's verklaringen worden in de genoemde 8 gevallen voldoende gesteund door andere bewijsmiddelen.
Voor de overige (5) aan Holleeder ten laste gelegde afpersingen van Endstra geldt dat de door Endstra gedane betalingen en zijn aantekeningen niet worden gesteund door ander bewijsmateriaal, en daarom niet als afpersing kunnen worden aangemerkt. Holleeder is verder veroordeeld voor het witwassen van 2 contante geldbedragen. De verdachte M.K. is vrijgesproken van afpersing; hij is veroordeeld voor het -eenmalig- witwassen van een contant geldbedrag van EUR 250.000,--.
Verdachte M.D. is veroordeeld voor schuld-witwassen. Alle verdachten in deze zaak zijn vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie; er is niet gebleken van een structuur waarbinnen de voor afpersing of witwassen veroordeelden hebben geopereerd.

Mishandeling
Van de 5 aan Holleeder ten laste gelegde mishandelingen, heeft de rechtbank er 4 bewezen verklaard.

Strafmaat
Holleeder is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar. Bij de hoogte van deze straf houdt de rechtbank er rekening mee dat Holleeder zich schuldig heeft gemaakt aan de afpersing van 3 personen van wie bekend is dat zij vermogend waren, dat Holleeder twee maal van afpersing afkomstig geld heeft witgewassen, en dat hij schuldig is aan meerdere mishandelingen. Hierbij telt in het bijzonder dat Holleeder eerder voor afpersing is veroordeeld, en kon weten dat slachtoffers nog lang last van de emotionele gevolgen van deze inbreuk op hun privéleven hebben.
Gelet op de onvoorspelbaarheid van de ontwikkeling van Holleeder's gezondheid, en in aanmerking genomen dat hij voor ernstige feiten is veroordeeld, houdt de rechtbank bij de straf geen rekening met zijn hartkwaal. Als strafverminderende omstandigheid heeft de rechtbank meegewogen dat de vele uitlatingen in de pers over zijn schuld, voorafgaand aan het oordeel van de rechter, in elk geval niet in het voordeel van Holleeder hebben gewerkt. Ook de gang van zaken rond het verhoor van Maria Houtman op 27 augustus 2007, waarbij het OM onvoldoende rekening heeft gehouden met het belang van de verdediging, leidt tot enige strafvermindering.

BC0703 (WH) negen jaar

BC0712 (MG) vrijspraak

BC0697 (MM) 20 maanden

BC0701 (OT) vrijspraak

BC0708 (MK) vijf maanden

BC0700 (ST) vrijspraak

BC0710 (MD) werkstraf 240 uur

BC0704 (RG) 18 maanden

BC0706 (RvD) 33 maanden

Bron: Rechtbank Haarlem
Datum actualiteit: 27 december 2007 Naar boven