Ministerie van Defensie

Kamervragen over de webwinkel 'Military Gadgets'

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Datum 21 december 2007
Ons kenmerk D/2007034954

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op vragen van het lid Eijsink (PvdA) aan de staatssecretaris van Defensie over de webwinkel 'Military Gadgets' (ingezonden 11 december 2007 met kenmerk 2070806410).

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

drs. J.G. de Vries

Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88

Pagina 1/4

Ministerie van Defensie

Antwoorden op de vragen van het lid Eijsink (PvdA) aan de staatssecretaris van Defensie over de webwinkel 'Military Gadgets' (ingezonden 11 december 2007 met kenmerk 2070806410).

1. Bent u op de hoogte van het artikel 'Militairen vullen plunjezak aan via webwinkel'? Ja.

2. Deelt u de mening, gebaseerd op informatie vanuit de krijgsmacht, dat het succes van deze webwinkel vooral te danken is aan de gebrekkige wijze waarop het defensieapparaat zelf het personeel van spullen voorziet? De mening dat het defensieapparaat haar personeel op gebrekkige wijze voorziet van uitrustingsstukken deel ik niet, wat niet wegneemt dat verbeteringen altijd mogelijk zijn. De redenen waarom defensiepersoneel gebruik maakt van genoemde (web)winkels zijn divers. De door Defensie vastgestelde persoonsgebonden uitrustingspakketten bevatten kwantitatief voldoende en kwalitatief goed materieel en zijn toegesneden op de omstandigheden waarin de militair zijn of haar werk moet doen. Op de markt zijn echter in een aantal gevallen modernere artikelen verkrijgbaar, veelal tegen aanzienlijke meerkosten, die nog beter of simpelweg meer aansprekend zijn. Daarnaast valt een groot deel van het door personeel aangekochte materieel in de categorie 'handig maar niet noodzakelijk voor de uitvoering van de functie'. Deze categorie materieel wordt niet organiek door Defensie verstrekt. Vooral deze categorie draagt bij aan het succes van de webwinkels.

3. Is het waar dat tussen het moment van bestellen van een jas en de aflevering twee jaar kunnen zitten? Dit is in de regel niet waar. Een medewerker bestelt een artikel via de Defensie-webwinkel uit het assortiment van het defensiebedrijf voor Kleding en Persoonsgebonden Uitrusting (KPU). Dan kunnen zich drie situaties voordoen:
* Het gevraagde artikel ligt op voorraad. De gemiddelde levertijd bedraagt dan één week. Pagina 2/4 Ministerie van Defensie

* Het gevraagde artikel zit wel in het assortiment, maar is niet uit voorraad leverbaar. Indien het artikel ook bij de leverancier niet op voorraad is, maar moet worden geproduceerd, kan de levertijd oplopen tot vijf maanden. Deze tijd is nodig voor productie, keuring en levering.
* Indien het gevraagde artikel niet in het assortiment zit, moet voor dit artikel een zogeheten "Programma van Eisen" worden opgesteld en geaccordeerd. De doorlooptijd voor het aanschaffen van nieuwe, kledinggerelateerde artikelen bedraagt maximaal 15 maanden. Indien voor dit artikel nog onderzoek dan wel beproeving nodig is, verlengt dit de doorlooptijd.

4. Is het waar dat door gebrek aan inspraak het aanbod aan kleding en dergelijke niet of onvoldoende aansluit op de behoeften van het personeel? Het is niet juist dat het personeel geen inspraak heeft bij het tot stand komen van het assortiment. Met name op het gebied van operationele uitrusting wordt veel aandacht besteed aan de behoeften en ervaringen van het personeel en wordt het assortiment voortdurend geëvalueerd en verder ontwikkeld. Invoering van een nieuw artikel kost echter de nodige tijd vanwege het beproeven van het artikel in de praktijk en de, vanwege het financiële beslag, vaak lange verwervingsprocedures.

5. Is het waar dat deze benodigdheden in veel grotere hoeveelheden worden aangeschaft dan nodig, waardoor na verloop van tijd veel materiaal weer via domeinen naar de dump verdwijnt? 6. Deelt u de mening dat het zowel vanuit het oogpunt van zorg voor het personeel, als vanuit het oogpunt van goed (financieel) beheer hoog tijd is dat de verstrekking van benodigdheden, zowel qua assortiment als qua logistiek (inkoop, opslag en verstrekking), kritisch wordt bezien en wordt aangepast aan de eisen van de tijd? Zo ja, wanneer kan de Kamer een voorstel tegemoet zien? Zo neen, waarom niet? Deze mening deel ik niet. Defensie verstrekt kwantitatief en kwalitatief goede, doelmatig samengestelde persoonsgebonden uitrustingspakketten. De behoefte aan voorraden van artikelen wordt bepaald op basis van inzet van eenheden, het

Pagina 3/4

Ministerie van Defensie

opleiding- en oefenprogramma en de geplande productie-/besteltijd van de artikelen. De behoefte aan artikelen wordt op continue basis bijgesteld aan de hand van opgedane ervaringen en technologische ontwikkelingen. Een bijgestelde behoefte kan er toe leiden dat nieuwe artikelen in het assortiment worden opgenomen maar kan er ook toe leiden dat verouderde en/of overbodige artikelen worden afgestoten. Afstoting van artikelen verloopt via Domeinen. Er is dus geen reden tot een herziening van de bestaande logistieke procedures. Uit oogpunt van personeelszorg onderschrijf ik uiteraard het belang dat bij geconstateerde tekortkomingen in de uitvoering van de procedure zo snel mogelijk dient te worden gereageerd.

Pagina 4/4