Bron:

GEMEENTE GRONINGEN LAAT PARDONNERS IN DE KOU STAAN

Groningse vluchtelingen en sympathisanten die zich al jaren inzetten voor een pardonregeling lazen opgelucht het Dagblad van het Noorden van 29 mei jl. Daarin stelde wethouder Verschuren namens het college van burgemeester en wethouders dat Groningen gedurende de afhandeling van de pardonregeling geen mensen op straat zal laten staan. Een politiek gebaar dat past bij een gemeente die zichzelf een voortrekkersrol toebedeelt als het gaat om noodopvang voor vluchtelingen.

Onze verbazing is dan ook groot dat deze zelfde wethouder bij een voorlichtingsbijeenkomst voor instellingen die met vluchtelingen werken en die de gemeente wil betrekken bij haar uitvoering van het pardon, meedeelde dat de vluchtelingen die nu zonder voorzieningen op straat leven en voor de regeling in aanmerking komen, toch géén financiële ondersteuning krijgen. Juist deze meest kwetsbare groep van geïllegaliseerde vluchtelingen die in Groningen al tijden geen toegang heeft tot de door de gemeente gefinancierde noodvoorzieningen, zal tot de afhandeling van de regeling nog een half tot anderhalf jaar op straat moeten zien te overleven. Een humane en zorgvuldige afhandeling van de pardonregeling zoals is overeengekomen tussen staatssecretaris Albayrak van justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, geldt in de ogen van het college niet voor deze Groningse vluchtelingen.

De inhoudelijke onderbouwing van deze uitsluitingspolitiek is niet gebaseerd op een gebrek aan financiële middelen, maar "de gemeente wil geen valse verwachtingen scheppen" aldus Verschuren. Het links college neemt daarmee de argumentatie van voormalig minister Verdonk over om mensen die een reëel perspectief op een toekomst in Nederland hebben, tussentijds het recht op een menswaardig bestaan te ontzeggen.

Gemeenten als Nijmegen, Amersfoort, Tilburg en Eindhoven stellen in schril contrast met Groningen per pardonkandidaat 180 tot 276 euro per maand én andere voorzieningen ter beschikking, zodat deze mensen op een enigszins menswaardige wijze de regeling kunnen afwachten. Wij vragen ons af hoe het mogelijk is dat juist het Groninger college - dat vóór de inwerkingtreding van de pardonregeling bij elke discussie in de gemeenteraad over noodopvang altijd riep dat ze ook vluchtelingen die gedwongen op straat leefden van harte wilde opvangen maar zich daarin door de wet zagen belemmerd - nu het wettelijk wel kan én er genoeg financiële armslag voor is toch niet thuis geeft!

Het is moeilijk te bevatten dat het huidige college voor de derde keer onder druk van vluchtelingen en de publieke opinie gedwongen moet worden haar beleid ten aanzien van vluchtelingen te wijzigen. Eerder heeft de gemeenteraad het college moeten terugfluiten, omdat zij wilde meewerken aan het uit de voorzieningen zetten van `De 50 van Groningen' via het vertrekcentrum Ter Apel. Mensen die na negen tot vijftien jaar verblijf in Groningen nu zonder meer voor de pardonregeling en een verblijfsvergunning in aanmerking komen. Vervolgens wilde het college slechts na ingrijpen van de gemeenteraad voldoende financiële middelen ter beschikking stellen aan een project voor ex-AMA's (minderjarige asielzoekers) opdat zij niet in de illegaliteit belanden maar een toekomst kunnen opbouwen. Nu hangt het voor de derde maal in korte tijd van de gemeenteraad af, of zij in het kader van het dualisme alsnog het Groningse beleid waar kan maken dat er in Groningen geen vluchteling op straat hoort te leven.

Hans Alderkamp, medewerker Werkgroep Vluchtelingen Vrij, 27 juni 2007