NEN


Geslaagde voorlichtingsbijeenkomst MVO

vrijdag 21 december 2007, 15:46

Op 30 oktober 2007 heeft de eerste voorlichtingsbijeenkomst over ISO 26000, Guidance on Social Responsibility, de ISO-richtlijn voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), plaatsgevonden in Utrecht. De belangstelling voor de voorlichtingsbijeenkomst was groot en de middag was daarom al weken van te voren volgeboekt. Doel van de bijeenkomst is de deelnemers uitgebreid te informeren over wat men wel en niet van ISO 26000 kan en mag verwachten. In dit artikel volgt een korte impressie van deze eerste voorlichtingsbijeenkomst over MVO.

Tijdens de voorlichtingsmiddag vertelden Louise Bergenhenegouwen (secretaris normcommissie MVO) en Hans Kröder (lid van de normcommissie MVO en internationaal expert in de ISO-werkgroep) welke richtlijnen ISO 26000 geeft voor implementatie van MVO. Er volgde als start een MVO-quiz, die op speelse wijze de belangrijkste kenmerken van de inhoud en het normontwikkelingsproces van ISO 26000 bloot legde. Daarna werden de hoofdstukken van ISO 26000 één voor één behandeld zodat het begrippenkader, de fundamentele MVO-principes en de MVO-issues die internationaal geaccepteerd zijn, helder werden voor de deelnemers. De meeste tijd van de bijeenkomst werd besteed aan de richtlijnen voor implementatie.

Opvallend was dat de vragen van de deelnemers keer op keer grote overeenkomst vertonen met de belangrijkste discussies die ook woedden in de internationale ISO-Werkgroep Social Responsibility. Vragen over de werkwijze bij het definiëren en prioriteren van stakeholders en de relatie tussen ISO 26000 en internationale wet- en regelgeving kwamen op de voorlichtingsmiddag naar voren en zijn ook voortdurend onderwerp van discussie in de internationale ISO-Werkgroep Social Responsibility. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de belangrijke vraag hoe ver een organisatie moet, wil en kan gaan met het verduurzamen van haar ketens, zowel opwaarts (richting haar afnemers) als neerwaarts (richting haar leveranciers).

De discussies, die over dit delicate onderwerp volgden, waren voor zowel de deelnemers als de docenten interessant. De verschillende percepties van het bedrijfsleven en de non-gouvernementele organisaties (NGO's) over het al dan niet moeten nemen van verantwoordelijkheid in de voortbrengingsketen en de bepaling van de grootte van de invloedssfeer kwamen duidelijk naar voren. Bij grote delen van het bedrijfsleven vindt men namelijk dat verantwoordelijkheid voor de economische, sociale, en milieu-aspecten en -effecten in de gehele keten te ver voert en soms zelfs, praktisch gezien, onmogelijk is omdat ketens te complex van aard kunnen zijn. Een verplichting tot afspraken met één schakel verder in de keten ligt bij een gedeelte van het bedrijfsleven al gevoelig. De NGO's zien over het algemeen meer mogelijkheden voor integraal ketenbeheer en proberen het bedrijfsleven via dialoog of hardere maatregelen te verleiden of te 'dwingen' tot het nemen van meer verantwoordelijkheid.

De evaluatieformulieren gaven weer dat de bijeenkomst over het algemeen hoog gewaardeerd werd. De volgende voorlichtingsbijeenkomst over ISO 26000, die nog niet volgeboekt is, wordt gegeven op 20 mei 2008 bij het NEN te Delft.