NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1
Radio / TV-interview | 21-12-2007
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse
ministerraad, over de missie in Uruzgan en de sfeer in het kabinet.
- MISSIE IN URUZGAN -
VAN GAALEN:
Eerst even het begin van deze week: lachende ministers op de
voorpagina van de Telegraaf dinsdag. Groeten aan Uruzgan. Ik vraag me
af: valt er eigenlijk wel wat te lachen?
BALKENENDE:
Wij zijn natuurlijk niet verantwoordelijk voor de foto's, maar het is
wel heel goed om nog eens aan te geven dat wij grote waardering hebben
voor het werk dat de mannen en vrouwen, onze militairen, daar
verrichten. Ze zijn daar om te werken aan veiligheid, vrede en opbouw.
Dat is de reden waarom ze daar zitten. En ik vind ook dat zij de volle
steun verdienen. Van het kabinet, van het parlement en ook van de
Nederlandse bevolking.
VAN GAALEN:
Dat begrijp ik, maar het viel mij op dat u zo makkelijk de Kamer kon
overtuigen dat we daar een zinvolle missie gaan doen. Hoe weet u zo
zeker dat wij daar iets kunnen bereiken?
BALKENENDE:
Omdat als je de situatie nu in Afghanistan vergelijkt met 5 tot 10
jaar geleden, je ziet dat de gezondheidszorg behoorlijk aan het
verbeteren. Veel meer kinderen gaan naar school. Er worden wegen
aangelegd. Er wordt meer geïnvesteerd. Buitenlandse ondernemingen
worden actief. Er ontstaan nieuwe mogelijkheden voor mensen om hun
brood te verdienen. En dat gaat niet vanzelf. De Taliban is actief,
maar je ziet wel verbeteringen.
VAN GAALEN:
U zegt 'je ziet', maar ik zie helemaal niks. Ik zie alleen maar
vechtende soldaten. Waarom zien we nooit die scholen en die
gezondheidszorg?
BALKENENDE:
Dat gebeurt ook.
VAN GAALEN:
Maar we zien het niet.
BALKENENDE:
Alles wat, laat ik zeggen, u laat zien, is niet het hele verhaal.
VAN GAALEN:
U zegt: we worden in Nederland verkeerd of eenzijdig voorgelicht.
BALKENENDE:
Ik zeg dat het zo is, precies zoals ik het nu aangeef en ik heb het er
met president Karzai ook over gehad, dat je op meerdere fronten ziet
dat het beter gaat. Onderwijs, gezondheidszorg, economie,
infrastructuur. Dat kan omdat de internationale gemeenschap bijdraagt
aan de ontwikkelingen in Afghanistan. En natuurlijk is het zo dat er
wordt gevochten. Natuurlijk is het zo dat de Taliban probeert het
proces van opbouw te verstoren. Natuurlijk is het zo dat de Taliban
daar mensen ophangt. Dat is de realiteit.
VAN GAALEN:
Ja, maar aan de andere kant heb ik begrepen dat de gewaardeerde
denktank Senlis zegt dat 54% van het grondgebied van Afghanistan wordt
beheerst door die mensen van de Taliban. Er zijn allerlei onzekere
factoren. De opbouw loopt niet echt goed. Hoe kunt u dan de Kamer
verzekeren dat straks als er mensen sneuvelen, dat voor een zinvolle
zaak is?
BALKENENDE:
Soms dan hoor je indrukwekkende verhalen, bijvoorbeeld van ouders van
omgekomen militairen, die natuurlijk groot verdriet hebben, ook in
deze kersttijd. Want je mist je zoon of je man. En juist zij weten hoe
belangrijk het is dat het werk wordt gedaan. Dat hoor je ook.
VAN GAALEN:
Kunt u ze uitleggen dat het zinvol is?
BALKENENDE:
Ja. En dat hoor je van de mensen zelf ook. Want uw vraag, ik snap
natuurlijk best dat er vragen zijn over een missie. Maar gesteld dat
Nederland zou zeggen: wij doen het maar niet. En als een land als
Australië zou zeggen: we doen het niet. En de Canadezen zeggen: we
doen het niet. Wat gebeurt er dan? Dan heeft u over het over de
invloed van de Taliban. Wat zou er dan gebeuren? Dan komt het hele
land onder de invloed van lieden die in het verleden hebben bewezen
schurken te zijn.
VAN GAALEN:
Je kunt ook zeggen: we gaan Kamp Holland verdedigen, dat is een
schietschijf voor de Taliban, en over 2 jaar gaan we daar weg en is er
niets gebeurd. Is dat het schrikbeeld dat Nederland voor ogen heeft?
BALKENENDE:
Waarom? Ik begrijp uw vraag wel, maar waarom praten we nu met de
Afghaanse regering, met president Karzai? Waarom trainen wij de mensen
van het Afghaanse leger? Dat is omdat zij dan delen van die taken
kunnen overnemen. We hebben ook gezegd: de komende jaren willen we dat
ook andere landen meedoen. Bijvoorbeeld de Fransen zullen ook actief
zijn bij het trainen van de Afghaanse...
VAN GAALEN:
Dat gaat om een paar mannen.
BALKENENDE:
Ja, maar het zijn wel trainingsactiviteiten. Het is goed dat ze dat
doen. En wat we dus op het ogenblik zien, dat is dat wij... We hebben
gezegd in Nederland: we gaan nog 2 jaar door, maar dan stoppen we er
ook mee. Dan hebben we een behoorlijke bijdrage geleverd. De Afghanen
zelf zullen de zaken over moeten nemen en dan zal de NAVO moeten
kijken hoe het zit met opvolgende landen. Alleen één ding staat vast:
Afghanistan kan niet zonder de hulp van de internationale gemeenschap.
Er is sprake van vooruitgang op meerdere terreinen en laten we dan ook
onze bijdrage daaraan leveren. En dan vind ik dat onze militairen, die
geweldig goed werk doen, de volle steun verdienen.
VAN GAALEN:
En u kunt als straks die ouders naar u toe komen en er sneuvelen
opnieuw mensen met de hand op het hart zeggen: ze zijn niet voor niets
gestorven?
BALKENENDE:
Dat zeg ik met de hand op het hart. En ik heb grote waardering voor
onze militairen en natuurlijk heb ik ook verdriet wanneer ik weer een
telefoontje krijg van de minister van Defensie dat er iemand is
omgekomen. Dat is verschrikkelijk. Natuurlijk denk ik aan de families,
maar datgene dat ze daar doen is ontzettend belangrijk. Ik heb zelf
eens gezegd tegen een veteraan die toen destijds in 1944 in Zeeland
heeft gevochten: ik groeide op eind jaren '50 en de jaren '60 in een
vrij land en daar heeft u voor gevochten. Dat doen onze mensen nu ook
daar.
- SFEER IN HET KABINET -
VAN GAALEN:
U gaat straks naar het kerstdiner in het Catshuis. Ik hoor van mensen
om u heen dat de sfeer wel eens beter is geweest in de coalitie. Kunt
u dat beamen?
BALKENENDE:
Ik moet zeggen dat wij vandaag een goede ministerraad hebben gehad. Ik
heb de nodige ministerraden gehad waarin behoorlijk is gelachen. Er
zijn wel eens moeilijke momenten geweest het afgelopen jaar.
Bijvoorbeeld rondom het ontslagrecht. Dat was moeilijk. Dat wisten we
ook. En ik heb ook vandaag gezegd tegen de leden van de ministerraad,
tegen de aanwezige ministers en staatssecretarissen: behalve het
ontslagrecht hebben we op alle terreinen beslissingen genomen. Het
wijzigingsverdrag in Europa: geen referendum. Uruzganverlenging.
Anders betalen voor mobiliteit. Vandaag weer een commissie die zich
gaat buigen over de participatie, zodat meer mensen aan het werk
komen. Er zijn geen zaken blijven liggen.
VAN GAALEN:
Nou zegt de heer Slob, een van de steunpilaren van uw coalitie, dat al
die goede dingen worden overschaduwd door die ruzies en ik citeer
even: pas op dat je geen niksig kabinet wordt dat maar doormoddert.
Wat vind u daarvan?
BALKENENDE:
Ik heb de heer Slob wel eens beter meegemaakt. Ik vind het erg
zwaarmoedig en ik vind het ook niet echt op de feiten gebaseerd.
Natuurlijk hebben we pittige discussies gehad. Dat is ook zo, maar aan
het eind van het jaar hoor je de balans op te maken. En de balans die
opgemaakt kan worden is dat datgene wat we hadden voorgenomen om dit
jaar te besluiten allemaal is gedaan. En dat is een hele andere
conclusie dan die de heer Slob trekt.
VAN GAALEN:
Nou kun je ook zeggen dat u zoveel besluiten heeft genomen dat u na
een jaar uitgeregeerd bent.
BALKENENDE:
Dat vind ik zo leuk hè. Als je nog bezig bent met te discussiëren in
het kabinet om besluiten voor te bereiden, dan zegt de oppositie en
ook sommige kranten: er wordt niet geregeerd. Nou, nu zeg ik gewoon
aan het eind van het jaar: we hebben alles besloten behalve het
ontslagrecht. En dan zegt men: nu bent u uitgeregeerd.
VAN GAALEN:
Het is nooit goed hè.
BALKENENDE:
In ieder geval is er dus wel geregeerd het afgelopen jaar.
VAN GAALEN:
Ja, maar toch stel ik vast dat u geen grote hervormingen op stapel
heeft gezet. Dat heeft uw vorige kabinet gedaan. De AOW, de
woningmarkt, de hypotheekrente et cetera laat u met rust. Nu heeft u
vandaag in de ministerraad vastgesteld: we gaan vooral in de
uitvoering zitten. Maar ja, daar neem je mensen toch niet mee mee?
BALKENENDE:
Nou ja, ik zie het zelf heel anders. Op de eerste plaats is het zo dat
de nodige veranderingen worden doorgevoerd. U heeft het over
hervormingen. Als wij nu zeggen dat Nederland minder regels moet
kennen voor degenen die voor de klas staan, mensen in de zorg en
ondernemers. Daar gaan we gewoon mee door...
VAN GAALEN:
Dat horen we al 10 jaar.
BALKENENDE:
Maar we zijn bezig. De afgelopen jaren is het gelukt en dat gaan wij
ook doen. De innovatie en het ondernemerschap. Wij willen dat we
excelleren internationaal. Dat gaat allemaal door...
VAN GAALEN:
Dat doet u ook al vijf jaar: voorzitter van het Innovatieplatform.
BALKENENDE:
Ja. En je hebt ook gezien de afgelopen jaren dat de positie van
Nederland is gesterkt op het gebied van innovatie. Alleen de
buitenwereld is ook verbeterd...
VAN GAALEN:
Dat zijn allemaal abstracte onderwerpen met uw welnemen. Het is toch
niet waar mensen in het café over praten.
BALKENENDE:
Nee, omdat u te gemakkelijk zegt: ach, er gebeurt eigenlijk niks. Dan
eens 'n punt waar de mensen in het café over praten. Dat is
bijvoorbeeld geweld. Je veilig voelen op straat. Aanpak van
voetbalvandalisme. Daar gaan we gewoon mee aan de slag en dat zetten
wij nu op tafel. Daar gaan wij mee aan de slag en het wordt
gerealiseerd. Wanneer we het hebben over alcoholmisbruik onder
jongeren, een ander voorbeeld, dan zeg ik: dat pakken we gewoon aan.
En daar heb je de komende jaren ook voor nodig, want je verandert de
werkelijkheid niet van de ene op de andere dag. Als wij zeggen dat we
zorgen dat mensen die nu nog geen kansen hebben op de arbeidsmarkt -
ouderen, mensen met een beperking - mee kunnen doen, dan gaan we daar
de komende jaren mee aan de slag. Dat zijn allemaal zaken die mensen
merken en die ze ook van ons mogen verwachten.
VAN GAALEN:
Maar toch hoor ik in de kringen van de coalitie dat de geest van
Beetsterzwaag toch een beetje weg is. Het is toch een beetje een
verstandshuwelijk. Voelt u dat ook zo?
BALKENENDE:
Nee.
VAN GAALEN:
Het is wat zakelijker geworden.
BALKENENDE:
Nou, weet u, eerst was natuurlijk toch de interessante ontdekking: wij
willen met z'n drieën een kabinet vormen en wij hebben een
gemeenschappelijke toekomstagenda. Dat gaf een goed gevoel. Daarna was
er een behoorlijk positief commentaar en naderhand kwam er wat meer
kritiek van: neemt het kabinet wel besluiten? Ik constateer aan het
eind van het jaar dat onze agenda voor de toekomst behoorlijk is
vastgesteld en nu ook op de rails is gezet. Ik heb te maken met
gemotiveerde bewindslieden. En natuurlijk is niet alles vlekkeloos.
Natuurlijk zijn er wel eens conflicten. Natuurlijk heb je wel eens
discussies. Maar de vraag is niet zozeer hoe het hele spel is geweest
de afgelopen tijd, maar vooral: hoe staan we er nu voor? Heb je gedaan
wat gedaan wat gedaan moest worden? En dat geeft mij dus een goed
gevoel.
VAN GAALEN:
En u gaat met een goed gevoel het kerstdiner in straks?
BALKENENDE:
Absoluut.
VAN GAALEN:
Wat staat er eigenlijk op het menu? Weet u dat al?
BALKENENDE:
Dat ga ik niet verklappen.
VAN GAALEN:
Toch geen fout vlees hè?
BALKENENDE:
U hoeft zich geen zorgen te maken.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, IW)
Ministerie van Algemene Zaken