De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Binnenhof 1 A Anna van Hannoverstraat 4
2513 AA S GRAVENHAGE Telefoon (070) 333 44 44
Fax (070) 333 40 33
2513AA22XA
www.szw.nl
Ons kenmerk UB/S/2007/41157
Datum 21 december 2007
Onderwerp Groeipad eenmalige gegevensuitvraag
In vervolg op de toezegging tijdens de behandeling van het wetsvoorstel eenmalige
gegevensuitvraag werk en inkomen (Kamerstukken II 2006/07, 30970) informeer ik u over de
invulling van het groeipad eenmalige gegevensuitvraag. Voor wat betreft de gegevens uit de
polisadministratie heb ik u geïnformeerd bij brief van 17 december jl.
Het wetsvoorstel eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen is door beide Kamer der
Staten-Generaal aanvaard en zal op 1 januari 2008 inwerkingtreden. Eenmalige
gegevensuitvraag is een principe dat de ketensamenwerking, zoals verankerd in de Wet SUWI,
ondersteunt. De SUWI-partijen zijn verplicht om met elkaar samen te werken, en op de hun ter
beschikking staande gegevens te delen en te gebruiken. De Expertcommissie Keller sprak in
zijn rapport `De burger bediend' van een `omgekeerde intake': eerst kijken in de eigen
systemen en andere beschikbare gegevensbronnen, daarna pas aan de burger de nog
ontbrekende gegevens vragen.
In het wetsvoorstel en het ontwerpbesluit wordt op hoofdlijnen de richting bepaald van de
eenmalige gegevensuitvraag binnen de SUWI-keten. In het Besluit, dat aan uw Kamer is
voorgelegd, wordt daarbij al concreter dan in de wet ingevuld om welke soort gegevens het
gaat. Op niveau van ministeriële regeling wordt vastgelegd welke gegevens kwalitatief goed
zijn en niet meer aan de klant mogen worden uitgevraagd. Invoering van het principe van
eenmalige gegevensuitvraag dient zorgvuldig te gebeuren. Dit betekent een gefaseerde,
stapsgewijze invoering en een meerjarig groeipad.
Invulling groeipad
Het uitgangspunt is dat de invulling van het groeipad wordt gebaseerd op realistische
afspraken, waarbij een goede balans wordt gevonden tussen slagvaardigheid en
zorgvuldigheid. In de memorie van toelichting en de nota naar aanleiding van het verslag bij
de Wet eenmalige gegevensuitvraag is aangegeven dat bij de invulling van het groeipad
aangesloten wordt bij a) de beschikbaarheid van (basis)registraties, b) de stand van zaken van
de implementatie van het digitaal klantdossier, en c) de kwaliteit van de gegevens.
Ons kenmerk UB/S/2007/41118
Ad a) beschikbaarheid van (basis)registraties
De Wet eenmalige gegevensuitvraag moet worden gezien in het bredere perspectief van de
ontwikkeling van de e-overheid. Het kabinet wil eenmalige gegevensuitvraag onder meer
bereiken door de realisatie van een stelsel van basisregistraties. Er zijn inmiddels tien
basisregistraties aangewezen waaronder de Gemeentelijke Basisadministratie
Persoonsgegevens (GBA), het Handelsregister (NHR) en de Kentekenregistratie van de
Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Het verplicht gebruik van authentieke gegevens uit
basisregistraties door bestuursorganen kent een groeipad. De aanpassing aan de vereisten van
de GBA kent bijvoorbeeld een groeipad tot 2010. De SUWI-organisaties hergebruiken
overigens in de huidige uitvoeringsprocessen reeds gegevens uit de GBA.
In aanvulling op het stelsel van basisregistraties schrijft de Wet eenmalige gegevensuitvraag
voor dat in het domein van werk en inkomen een verplicht gebruik geldt voor die gegevens
waarvan is vastgesteld dat ze kwalitatief goed zijn. Dit betreft met name bestanden van het
UWV, de CWI en de gemeenten die in de SUWI-keten worden gebruikt, bijvoorbeeld
gegevens over inschrijving werk en gegevens over uitkeringen.
Ad b) stand van zaken digitaal klantdossier
Het digitaal klantdossier ondersteunt, in de gemeenten die gegevens aanleveren en de
implementatie hebben afgerond, de eenmalige gegevensuitvraag. Naar verwachting zal de
implementatie niet volledig zijn afgerond op 1 januari 2008. In "technische" zin zal de
invoering van het digitaal klantdossier grotendeels in 2007 worden gerealiseerd, maar als het
gaat om de implementatie van klantdiensten, ketenafspraken en om de afstemming van
werkprocessen, zal het implementatietraject voor een deel doorlopen in 2008.
De aangenomen Motie Nicolaï c.s (Kamerstukken II, 2006/07 39070, nr.14). verzoekt de
regering om de verplichte aansluiting van de sociale dienstsystemen op de systemen van de
overige ketenpartijen uiterlijk voor 1 april 2008 te realiseren. Op dit moment leveren 280 van
de 441 gemeenten gegevens aan het digitaal klantdossier. Gezamenlijk zijn deze gemeenten
goed voor een belangrijk deel van het klantenbestand WWB. Nog eens zo'n 65 gemeenten zijn
in de testfase, en zullen daarmee op afzienbare termijn gaan leveren. Op 3 januari 2008 wordt
het klantbeeld alsmede de vooringevulde intake landelijk opengesteld. Dit betekent dat klanten
in de gemeenten die de gegevens aanleveren hun klantbeeld kunnen inzien en gebruik kunnen
maken van een deels vooringevuld formulier. De verwachting is dat de openstelling als
stimulans zal werken voor de locaties die het digitaal klantdossier nog niet volledig hebben
geïmplementeerd. Met ingang van 1 januari 2008 zijn partijen verplicht tot het instandhouden
van de elektronische voorzieningen voor gegevensuitwisseling in de SUWI-keten en het
raadplegen van gegevens. Ik zal gemeenten hier ook op aanspreken.
Bij het digitaal klantdossier wordt gebruik gemaakt van bestaande en bewezen voorzieningen,
zoals SUWInet Inkijk. Dit laat onverlet dat er bij de implementatie van het digitaal
klantdossier aandachtspunten zijn, zoals privacy en beveiliging, gegevenskwaliteit,
ondersteunende systemen en het vormgeven van de processen rond inzage en correctie. Hierin
wordt door de ketenpartijen ook in 2008 verder geïnvesteerd.
---
Ons kenmerk UB/S/2007/41118
Ad c) kwaliteit van de gegevens
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel eenmalige gegevensvraag heb ik aangegeven dat
mijn inschatting was dat in 2008 een beperkte set gegevens onder het verbod van uitvraag aan
de klant zou gaan vallen. Voor het verbod van uitvraag komen alle gegevens in aanmerking
waarvan vaststaat dat zij van voldoende kwaliteit zijn. Dat is in ieder geval zo indien ze een
authentiek gegeven zijn (basisregistraties).
Met de uitvoering heeft overleg plaatsgevonden over welke gegevens die kwaliteit hebben dat
ze kunnen vallen onder het verplicht gebruikt en daarmee niet meer aan de klant mogen
worden uitgevraagd. De expertise van de uitvoering is immers essentieel voor de concrete
invulling van het groeipad. In bijlage 1 treft u de invulling van het groeipad in het kader van de
Wet eenmalige gegevensuitvraagaan. In 2008 betreft het een verplicht gebruik van een aantal
gegevens uit de primaire systemen van het UWV, de CWI, de gemeenten en de SVB. Hiermee
wordt op beperkte schaal een begin gemaakt met eenmalige gegevensuitvraag.
Een belangrijk deel van de overige gegevens in de SUWI-keten worden via het digitaal
klantdossier door professionals hergebruikt. Ook de SVB maakt bij de uitvoering van haar
taken veel gebruik van elektronische gegevensuitwisselingen met andere organisaties binnen
en buiten de SUWI-keten.
In de brief van 17 december jl. heb ik aangegeven dat in het eerste kwartaal 2009 een
beoordeling kan plaatsvinden of en zo ja, welke gegevens uit de polisadministratie onder het
verplicht gebruik in het kader van de Wet eenmalige gegevensuitvraag worden gebracht
Op niveau van ministeriële regeling wordt een en ander vastgelegd. In het kader van een
zorgvuldig uitvoeringsproces geeft de Wet eenmalige gegevensuitvraag ruimte om een
gegeven uit te vragen aan de klant als een goede uitvoering van taken dat vereist. Dit heeft dan
betrekking op individuele gevallen. In verband met een zorgvuldige implementatie ligt het in
de rede dat er enige tijd zit tussen het bekendmaken van de gegevens die door de SUWI-
organisaties niet meer aan klanten mogen worden uitgevraagd en de inwerkingtreding hiervan.
Elektronische inzage en correctie
In de beantwoording van de vragen van de vaste commissie van Sociale Zekerheid over het
Besluit d.d. 3 december 2007 heb ik aangegeven dat digitale correctie een groeipad kent
waarbij in het kader van zorgvuldigheid een stapsgewijze ontwikkeling wordt voorgestaan. In
het digitaal klantdossier worden gegevens getoond aan de burger die bekend zijn bij de
ketenpartijen. Voor de burger is het van groot belang dat hij op een laagdrempelige en
eenvoudige manier de gegevens kan laten corrigeren wanneer ze foutief zijn. Hierbij moet het
voor een burger helder zijn waar hij zijn gegevens kan laten corrigeren. In het klantbeeld wordt
daarom duidelijk gemaakt bij welke registerhouder een burger zich kan wenden met een
verzoek tot correctie.
In het kader van het digitaal klantdossier worden in praktijk eerste stappen gezet met een
elektronische correctievorm. In de pilot in Heerenveen/Skarsterlan en de proefuitrol in Den
Haag is proefgedraaid met het digitaal ontvangen van elektronische correctieverzoeken via het
---
Ons kenmerk UB/S/2007/41118
Digitaal Klantdossier. Deze nieuwe elektronische variant biedt de burger de mogelijkheid om
via het klantbeeld op een laagdrempelige en gestroomlijnde wijze een elektronisch signaal naar
de registerhouder van het betreffende gegeven te sturen. De registerhouder van het gegeven
ontvangt het elektronische correctieverzoek en handelt dit verzoek conform de eigen
procedures af. In navolging van de bevindingen in de pilots heeft het CWI besloten om
elektronische correctie per 1 januari 2008 landelijk in gebruik te nemen. Dit betekent dat
klanten vanaf 1 januari 2008 via het digitaal klantdossier de mogelijkheid krijgen om voor
bepaalde CWI-gegevens (telefoonnummer, gegevens m.b.t. werkervaring, opleidingsgegevens
en gegevens over de beschikbaarheid van de klant) elektronisch een correctieverzoek in te
dienen bij het CWI. Ook de gemeentelijke sociale diensten kunnen klanten de mogelijkheid
bieden om elektronisch correctieverzoeken in te dienen op de gegevens die getoond worden in
het digitaal klantdossier. In 4 gemeenten wordt in dit verband al gewerkt met elektronische
correctie: Den Haag, Heerenveen, Skarsterlan en Capelle aan den IJssel. Inmiddels heeft een
deel van de gemeenten aangegeven dat zij op korte termijn van elektronische correctie gebruik
willen gaan maken.
Binnen de e-overheid worden op dit moment de mogelijkheden onderzocht om te komen tot
een generieke, dat wil zeggen een binnen de overheid breed toepasbare, correctievoorziening.
Stand van zaken aansluiting externe bronnen
In het Algemeen overleg WWB 17 oktober 2007 heb ik toegezegd om u te informeren door
wie het digitaal klantdossier te raadplegen is en met welke instanties het is gekoppeld. Ik wil
benadrukken dat via het digitaal klantdossier - in overeenstemming met het huidig wettelijke
regime - informatie over burgers alleen wordt verstrekt c.q. uitgewisseld, als dat noodzakelijk
is en er een wettelijke grondslag voor aan te wijzen is. Medewerkers moeten geautoriseerd zijn
om toegang te krijgen tot het digitaal klantdossier en medewerkers kunnen alleen gegevens
raadplegen die zij voor hun specifieke taak nodig hebben (via taak-gerichte
gegevensschermen). Klanten hebben op hun beurt alleen toegang tot hun eigen dossier-
gegevens met behulp van DigiD.
Gegevens van overheidsinstanties buiten de SUWI-keten komen via het digitaal klantdossier
beschikbaar. Voor professionals is het op dit moment via het digitaal klantdossier de GBA
middels de landelijk raadpleegbare deelverzameling, het kentekenregister van de RDW, het
Verificatie en Informatie Systeem en het SUWI bedrijvenregister/Handelsregister ontsloten. In
2008 wordt de verzekerdenadministratie van de SVB ontsloten. Momenteel lopen er pilots in
het kader van de ontsluiting van de Informatiebeheergroep. Met het Kadaster zijn vergaande
afspraken gemaakt voor de ontsluiting van het Kadaster als basisregistratie. In 2008 wordt in
overleg met de Staatssecretaris van Financiën bezien of gegevens over vermogen afkomstig
van de Belastingdienst kunnen worden ontsloten.
Naast SUWI-keten kunnen derden ook de elektronische voorzieningen benutten bij
gegevensuitwisseling met SUWI-partijen, mits voor deze gegevensuitwisseling een wettelijke
grondslag aanwezig is. Zo zal bijvoorbeeld de IND begin 2008 als pilot worden aangesloten.
Daarnaast geldt dat in het kader van het breed overheidsgebruik de technische voorzieningen
in overleg beschikbaar kunnen worden gesteld voor andere partijen.
---
Ons kenmerk UB/S/2007/41118
Ten slotte
Het digitaal klantdossier is zeker niet af. Het is belangrijk dat het digitaal klantdossier wordt
verankerd in de ketensamenwerking. Parallel aan de afronding van DKD fase 1 en het borgen
van de resultaten hiervan in de ketensamenwerking worden afspraken gemaakt over de
ambities van een volgende fase van het digitaal klantdossier. Hierbij is van belang dat rekening
wordt gehouden met de ontwikkelingen in de ketensamenwerking werk en inkomen
(ondersteuning in locaties werk en inkomen), de ontwikkeling van het stelsel van
basisregistraties en de ontwikkeling van generieke voorzieningen e-overheid.
Ik zal u zoals toegezegd jaarlijks in december in een afzonderlijke rapportage bij de aanbieding
van de jaarplannen SUWI inzicht geven in de wijze waarop invulling wordt gegeven aan dit
groeipad en het daaraan verbonden groeipad voor inzage- en correctiefaciliteiten. In mei 2008
zal ik u eenmalig via een tussenrapportage informeren over de stand van zaken met betrekking
tot de invulling van het groeipad.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A. Aboutaleb)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid