Kamerbrief inzake vestiging Libanon-tribunaal in Nederland
21-12-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
In vervolg op mijn brief van 17 augustus j.l. (Kamerstuk 2006-2007, 31
128, nr. 1) informeer ik u graag, mede namens mijn ambtgenoten van
Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over de
uitkomst van de consultaties tussen Nederland en de Verenigde Naties
(VN) over de vestiging van het Speciaal Tribunaal voor Libanon
(Libanon-tribunaal) in Nederland.
De afgelopen maanden heeft Nederland intensief contact gehad met de VN
over de modaliteiten van de vestiging van het Libanon-tribunaal in
Nederland. Dit heeft geresulteerd in overeenstemming tussen Nederland
en de VN over de juridische aspecten, de locatie, de kosten, de
beveiliging, en de kwestie van de tenuitvoerlegging van straffen en de
relocatie van bedreigde getuigen. Deze onderwerpen worden hieronder
kort nader toegelicht.
Juridische aspecten
Voor de vestiging van het tribunaal in Nederland is een deugdelijke
rechtsgrondslag nodig, te weten een Zetelverdrag en een
uitvoeringswet. Met de VN is overeenstemming bereikt over de tekst van
het Zetelverdrag. Dit verdrag, dat vandaag in New York zal worden
ondertekend, is grotendeels gebaseerd op de Zetelverdragen voor het
Joegoslavië-tribunaal (Trb. 1994, 189) en het Internationaal Strafhof
(Trb.2007, 125), alsmede op het kabinetsstandpunt met betrekking tot
het Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) `Beleidskader Werving
en Opvang Internationale Organisaties,' van 27 juni 2005. Het
Zetelverdrag zal na ondertekening voorlopig worden toegepast. Dit
wordt noodzakelijk geacht omdat zo snel mogelijk met het opstarten van
het tribunaal moet worden begonnen.
Het wetsvoorstel tot goedkeuring van het Zetelverdrag en het
wetsvoorstel tot uitvoering van het Libanon-tribunaal zullen zo
spoedig mogelijk gelijktijdig aan het parlement worden voorgelegd.
Locatie
In nauw overleg met de VN is het voormalig AIVD hoofdkantoor in
Leidschendam als geschikte locatie voor het tribunaal geselecteerd. De
locatie is geschikt bevonden op de door Nederland en de VN gestelde
criteria voor wat betreft veiligheid, omvang en beschikbaarheid. Het
kantoorgedeelte van het gebouw kan begin 2008 in gebruik worden
genomen. In de loop van 2008 zal de rest van de locatie, inclusief een
inpandige rechtszaal, gereed worden gemaakt.
Kosten
VN-Veiligheidsraadresolutie 1757 van 30 mei 2007 bepaalt dat het
tribunaal voor 49% door Libanon wordt bekostigd, en voor 51% op basis
van vrijwillige bijdragen van Staten. Daarnaast zijn er, zoals ook het
geval is bij andere in Nederland gevestigde internationale hoven en
tribunalen, bepaalde kosten waarvoor Nederland in zijn hoedanigheid
van gastland verantwoordelijk is. Het gaat daarbij vooral om bepaalde
kosten die verband houden met de beveiliging van bij het tribunaal
betrokken personen en locaties.
Met de VN is overeengekomen dat de Nederlandse regering het
Libanon-tribunaal tegemoet komt in de huisvestingskosten door het
gebouw voor een maximale periode van zes jaar huurvrij beschikbaar te
stellen. Het bedrag dat hiermee is gemoeid zal als vrijwillige
bijdrage van Nederland aan het tribunaal worden aangemerkt. De overige
huisvestingskosten komen voor rekening van de VN.
Veiligheid
De afgelopen maanden is met de VN uitgebreid gesproken over de
noodzakelijke beveiliging van het tribunaal en haar medewerkers. De
dreigingen en risico's die met vestiging van dit tribunaal in
Nederland zijn gemoeid, worden nauwgezet gevolgd door de Nationaal
Coördinator Terrorismebestrijding in samenwerking met de
inlichtingendiensten en andere informatiepartners. Adequate
beveiligingsmaatregelen worden genomen op grond van het Stelsel
Bewaken en Beveiligen. Ook is er aandacht voor eventuele acties tegen
Nederlandse belangen in het buitenland. Uiteraard geldt dat veiligheid
nooit te garanderen is. De regering acht de veiligheidssituatie, na
afweging van de beschikbare informatie en mede in het licht van de
ervaringen met de beveiliging van andere internationale hoven en
tribunalen, geen beletsel om in te stemmen met de vestiging van het
tribunaal in Nederland.
Veroordeelden en bedreigde getuigen
De regering heeft als voorwaarde voor de vestiging van het tribunaal
in Nederland gesteld dat veroordeelden hun straf niet in Nederland
uitzitten. Naar het oordeel van de regering is aan deze voorwaarde in
voldoende mate voldaan, onder meer door de opname in het Zetelverdrag
van een bepaling die benadrukt dat er geen enkele verplichting op
Nederland rust om veroordeelden te detineren, alsmede van een bepaling
die het tribunaal verplicht zo snel mogelijk werk te maken van de
overdracht van veroordeelden naar derde landen in het kader van de
tenuitvoerlegging van straffen. Naast deze bepalingen in het
Zetelverdrag heeft de Verenigde Naties schriftelijk toegezegd dat de
Secretaris-Generaal in een zo vroeg mogelijk stadium zal beginnen met
het benaderen van landen met de vraag of zij bereid zijn om
veroordeelden hun straf aldaar te laten uitzitten.
Ook getuigen die, nadat zij voor het tribunaal hebben getuigd, om
veiligheidsredenen niet kunnen terugkeren naar hun thuisland of het
land waar zij permanent verblijf hebben, zullen direct na het afleggen
van hun getuigenverklaring Nederland moeten verlaten. In het
Zetelverdrag is een bepaling opgenomen waarin het tribunaal zich
verplicht om de noodzakelijke maatregelen te nemen om ervoor te zorgen
dat deze getuigen elders zullen worden ondergebracht.
Een precies tijdpad voor het tribunaal valt op dit moment niet te
geven. De VN-Veiligheidsraad heeft in Resolutie 1757 van 30 mei 2007
de SGVN verzocht de noodzakelijke maatregelen te nemen om het
tribunaal tijdig van start te laten gaan. In de planning, die is
opgesteld in nauw overleg met de VN, is Nederland er sinds de zomer
van 2007 vanuit gegaan dat het tribunaal in de loop van 2008 haar
werkzaamheden in Nederland zal aanvangen en in de loop van 2009 op
volle sterkte zal zijn. Dankzij de recente overeenstemming met de VN
over de modaliteiten van de vestiging van het tribunaal in Nederland
blijft dit een haalbaar scenario.
Over de timing van de komst van verdachten naar Nederland en over de
looptijd van het tribunaal valt op dit moment niets met zekerheid te
zeggen.
Met de vestiging van het Libanon-tribunaal in Nederland beoogt de
regering een concrete bijdrage te leveren aan de bevordering van de
internationale rechtsorde, aan de bestrijding van terrorisme en
straffeloosheid, en aan de versterking van de positie van Nederland
als vestigingsplaats van internationale organisaties.
De minister van Buitenlandse Zaken
Drs. M.J.M. Verhagen
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken