Voorhang wijziging tarieven in Regeling diervoeders
20 december 2007 - kamerstuk
Kamerbrief met een voorstel tot wijziging van de Regeling diervoeders.
De minister stelt voor de vergoeding van kosten van werkzaamheden van
de VWA ten aanzien van de diervoederregelgeving te wijzigen.
Meer informatie
* Voorhang wijziging tarieven in Regeling diervoeders
Kamerstuk | 20-12-2007 | PDF-Document, 123 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Voorhang wijziging tarieven in Regeling diervoeders
TRCJZ/2007/3780 20 december 2007
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Geachte Voorzitter,
Gelet op artikel 25, vijfde lid, van de Kaderwet diervoeders doe ik u hierbij een voorstel
toekomen tot wijziging van de Regeling diervoeders voor de aanpassing van de hoogte
van de tarieven, bedoeld in artikel 25, eerste lid, van voornoemde wet. Voorts is de
toelichting voor de Staatscourant bijgevoegd.
De wijziging omvat de aanpassing van de tarieven voor de vergoeding van kosten van
werkzaamheden van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) ten aanzien van de
diervoederregelgeving. Deze wijziging hangt samen met de invoering van het nieuwe
retributiestelsel voor de werkzaamheden van de VWA.
Voorts wordt een nieuw tarief geïntroduceerd voor de vergoeding van de kosten van
zogenaamde aanvullende officiële controles. De retributie van die kosten wordt dwingend
voorgeschreven door artikel 28 van verordening (EG) nr. 882/2004. De wijziging van de
tarieven zal op 1 maart 2008 van kracht worden.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
MINISTERIE VAN LANDBOUW,
NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit van ..., TRCJZ/2007/3440,
houdende wijziging van de tarieven voor retributies
ten aanzien van werkzaamheden VWA inzake
diervoederregelgeving
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
Gelet op artikel 25, eerste lid, van de Kaderwet diervoeders;
BESLUIT:
Artikel I
De Regeling diervoeders1 wordt als volgt gewijzigd.
A
Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
a. ¤ 12,55 per aanvraag als aanvraagtarief voor de behandeling of wijziging van een
aanvraag;.
2. In onderdeel b wordt "¤ 47,17" vervangen door: ¤ 97,98.
3. In onderdeel b vervallen de dubbele punt aan het eind van de aanhef en de onderdelen
1o en 2o, en wordt aan het eind een zinsdeel toegevoegd, luidende: ¤ 26,67 per kwartier dat
aan het onderzoek ter plaatse door een ambtenaar is besteed..
B
In artikel 89a wordt "¤ 17,83" vervangen door: ¤ 17,70.
1 Stcrt 2004, nr. 193; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 14 maart 2007 (Stcrt.
2007, 57).
C
Artikel 90 komt te luiden:
Ter vergoeding van de kosten voor het onderzoek, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de
wet, wordt bij de houder van een erkenning in rekening gebracht ¤ 82,86 als starttarief,
vermeerderd met ¤ 23,95 per kwartier dat aan het onderzoek door een ambtenaar is
besteed.
D
Na artikel 90 wordt een nieuw artikel gevoegd, luidende:
Artikel 90a
1. Voor een aanvullende officiële controle na vaststelling van niet-naleving, als bedoeld in
artikel 28 van verordening (EG) nr. 882/2004, wordt bij de exploitant van de onderneming
ten aanzien waarvan de aanvullende officiële controle wordt verricht, een bedrag in
rekening gebracht van ¤ 85,00.
2. Indien de in het eerste lid bedoelde aanvullende officiële controle bestaat uit zowel
aanvullende controlewerkzaamheden als aanvullende monstername en
laboratoriumonderzoek ten aanzien van deze monsters, wordt bij de exploitant van de
onderneming ten aanzien waarvan deze aanvullende officiële controle wordt verricht, een
bedrag in rekening gebracht van ¤ 225,00 per aanvullende officiële controle.
3. Indien de in het eerste lid bedoelde aanvullende officiële controle slechts bestaat uit
aanvullende monstername en laboratoriumonderzoek, wordt bij de exploitant van de
onderneming ten aanzien waarvan deze aanvullende officiële controle wordt verricht, een
bedrag in rekening gebracht van ¤ 165,00 per aanvullende officiële controle.
E
Artikel 94 wordt alsvolgt gewijzigd:
1. Onderdeel a vervalt.
2. Onderdeel b komt te luiden:
a. ¤ 77,68 als starttarief per verrichting die op één dag, in een aaneengesloten periode,
reguliere pauzes daaronder inbegrepen, op één plaats worden verricht, vermeerderd met
¤ 41,93 per kwartier dat aan de verrichtingen door een ambtenaar is besteed;
3. Onderdeel c en d worden geletterd b en c.
4. In onderdeel c (nieuw) wordt "¤ 19,33" vervangen door: ¤ 41,93.
F
Artikel 95 komt te luiden:
1. Ingeval het onderzoek, bedoeld in artikel 89 of 90, buiten toedoen van de met het
onderzoek belaste ambtenaar of ambtenaren wordt onderbroken of uitgesteld, wordt bij de
aanvrager, bedoeld in artikel 89, onderscheidenlijk de houder van een erkenning, bedoeld
in artikel 90, in rekening gebracht ¤ 23,95 voor elk kwartier dat de onderbreking of het
uitstel heeft geduurd voor iedere ambtenaar die met het onderzoek is belast
2. Ingeval de verrichtingen, bedoeld in artikel 94, buiten toedoen van de met de
verrichtingen belaste ambtenaar of ambtenaren wordt onderbroken of uitgesteld, wordt bij
de aanvrager in rekening gebracht ¤ 41,93 voor elk kwartier dat de onderbreking of het
uitstel heeft geduurd voor iedere ambtenaar die met het onderzoek is belast;
3. Ingeval een onderzoek of verrichting, waarvoor ingevolge de bepalingen van dit
hoofdstuk ter vergoeding van de kosten een retributie kan worden geheven, plaatsvindt
buiten openingstijd, wordt het bedrag dat ingevolge de artikelen 89, 90 en 94 in rekening
wordt gebracht per kwartier, dat aan het onderzoek of de verrichtingen door een
ambtenaar wordt besteed, verhoogd met 30%.
4. De openingstijd, bedoeld in het derde lid, is de periode van maandag tot en met vrijdag,
van 07.00 uur tot 18.00 uur, met uitzondering van algemeen erkende feestdagen en 5 mei.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2008.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Toelichting voor de Staatscourant
1. Algemeen
De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling diervoeders.1 De wijziging
omvat de aanpassing van de tarieven voor de vergoeding van kosten van werkzaamheden
van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) ten aanzien van de diervoederregelgeving. Deze
wijziging hangt samen met de invoering van het nieuwe retributiestelsel voor de
werkzaamheden van de VWA.
Voorts wordt een nieuw tarief geïntroduceerd voor de vergoeding van de kosten van
zogenaamde aanvullende officiële controles. De retributie van die kosten wordt dwingend
voorgeschreven door artikel 28 van verordening (EG) nr. 882/2004.
Voor de activiteiten van de VWA op het gebied van de diervoederregelgeving worden
retributies geheven op grond van artikel 25 van de Kaderwet diervoeders.2 De tarieven voor
de berekening van die retributies zijn vastgesteld in Hoofdstuk 9 van de Regeling
diervoeders.
Achtergrond
Het nieuwe retributiestelsel komt voort uit de behoefte aan een vereenvoudigd en
transparanter retributiestelsel. Na het samengaan van de Rijksdienst voor Vee en Vlees en
de Keuringsdienst van Waren in 2005 is tevens de noodzaak ontstaan om de eigen
kostprijsstelsels van beide diensten tot één stelsel samen te voegen.
Voorts is bij de opbouw van het nieuwe retributiestelsel rekening gehouden met
Verordening (EG) nr. 882/2004 (hierna: de controleverordening).3 Per 1 januari 2007 zijn de
artikelen 27 en 28 van de controleverordening van kracht. Artikel 27 omvatten voorschriften
met betrekking tot welke kosten in ieder geval geretribueerd dienen te worden, de
minimale hoogte van vergoedingen voor bepaalde kosten en de beginselen voor het
berekenen van de hoogte van de tarieven.
Een en ander heeft geleid tot een voorstel tot wijziging van de tarieven voor de retributie
van de kosten van werkzaamheden in het kader van de diervoederegelgeving eind maart
2006. Dit voorstel is bij brief van 27 april 2006 voorgehangen in de Eerste en de Tweede
Kamer.4
1 Stcrt 2004, nr. 193; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 14 maart 2007 (Stcrt.
2007, 57).
2 Stb 2003, 478.
3 Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004
inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en
levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU L191).
4 Kamerstukken II 2005-2006, 26 991, nr. 139 en Handelingen EK 2005-2006, nr. 27.
Zowel op 15 mei 2006, als op 1 juni 2006 heeft een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer
plaatsgevonden over het voorgestelde kostprijsmodel. De uitgangspunten van het
voorgestelde retributiestelsel werden daarbij wel ondersteund, maar er zou nog
onvoldoende rekening worden gehouden met de gevolgen van het stelsel voor kleine
bedrijven waar de VWA in het kader van veterinaire regelgeving werkzaamheden verricht,
zoals de zelfslachtende slagers. De invoering van het voorgestelde retributiestelsel is
daarop aangehouden.5 De tarieven zijn per 1 januari 2007 enkel geïndexeerd en er zijn
enkele technische wijzigingen doorgevoerd.6
Bij brieven van 16 oktober 20077 en 17 december 2007 is de invoering van een nieuw
retributiestelsel opnieuw aangekondigd bij de Tweede Kamer.
2. Uitgangspunten nieuwe retributiestelsel
Bij de opbouw van het nieuwe retributiestelsel is uitgegaan van het beleidskader dat
voorvloeit uit het rapport "Maathouden"8 en de beginselen van de voornoemde artikelen
van de controleverordening.
Uitgangspunten Rapport "Maathouden"
In het rapport "Maathouden" worden beginselen gegeven voor de beoordeling of kosten
van werkzaamheden door de overheid kunnen worden doorberekend aan de betrokken
bedrijven of personen.In de onderhavige regeling wordt, conform algemeen aanvaarde
bedrijfseconomische principes, het zogeheten kostenplaatsmodel toegepast. Op grond van
dit model worden kosten specifiek toegerekend aan bepaalde producten. Of kosten van een
bepaald product worden toegerekend aan het bedrijfsleven, is afhankelijk van het type
activiteit.
In het rapport "Maathouden" worden de controlewerkzaamheden verdeeld in vier
categorieën: Toelating, post-toelating, preventieve handhaving en repressieve handhaving.
Toelating en post-toelating omvatten werkzaamheden inzake de verlening van
vergunningen en toestemming voor specifieke activiteiten (toelating), en de controle op de
naleving van de voorwaarden die aan die vergunning of toestemming zijn verbonden (posttoelating).
Deze werkzaamheden leiden tot een individueel toerekenbaar profijt voor de
aanvrager danwel houder van de vergunning. De kosten van deze werkzaamheden worden
dan doorberekend aan de bedrijven of personen die profijt hebben van die
werkzaamheden.
5 Kamerstukken II, 2005/06, 26 991, nr. 142
6 Zie Kamerstukken II 2006-2007, 26 991, nr. 152 en Handelingen 2006-2007, nr. 13.
7 Kamerstukken II 2007-2008, 26 991, nr. 158.
8 MDW-werkgroep, juli 1996 (Kamerstukken II 1996/97, 24 036, nr. 6)
Preventieve handhaving (bijv. steekproefsgewijze controle op naleving van de regelgeving)
en repressieve handhaving (opleggen van maatregelen of sancties) hebben een collectief
karakter en worden beschouwd als taken die bij de overheid horen te liggen. In beginsel
worden deze kosten daarom niet doorberekend.
In de opbouw van het retributiestelsel is voorts aandacht besteed aan de transparantie van
het stelsel. Bij het vaststellen van de tarieven is daarom gekozen voor de doorberekening
van een overzichtelijk aantal werkzaamheden met een beperkt aantal retributies.
Volledigheidshalve wordt verwezen naar de beide onder 1 genoemde brieven met
betrekking tot dit nieuwe retributiestelsel.
Uitgangspunten Controleverordening
Vanaf 1 januari 2007 zijn de artikelen 27 en 28 van de controleverordening van kracht.
De voorschriften van artikel 27 zijn kaderstellend voor de minimumhoogte van de te
vorderen retributies en de wijze van berekenen van de hoogte. De beginselen die aan deze
voorschriften ten grondslag liggen, zijn inhoudelijk hetzelfde als die van het rapport
"Maathouden".
In de berekening van de tarieven is rekening gehouden met de inhoudelijke beginselen van
artikel 27 van de controleverordening, voorzover die daarop betrekking hebben. Te denken
valt aan het soort activiteiten waarvoor tarieven mogen worden vastgesteld (artikel 27,
tweede, derde, en tiende lid, van de Controleverordening), het kostendekkend berekenen
van tarieven (artikel 27, vierde lid, van de Controleverordening) en de verscheidenheid aan
bedrijven in grootte en soorten (artikel 27, vijfde lid, van de Controleverordening).
Met de eerste genoemde beginselen is rekening gehouden in die zin dat de posten
waarvoor tarieven zijn vastgesteld, binnen de kaders van artikel 27 van de
controleverordening vallen en de tarieven kostendekkend zijn berekend. Door het gebruik
van een kwartiertarief wordt de hoogte van de kosten bepaald door de tijd die een
controleur van de VWA nodig heeft, om een bedrijf te controleren. In de duur van de
controle wordt het onderscheid duidelijk tussen de grootte en de complexiteit van het
productieproces van het bedrijf.
Artikel 28 van de controleverordening bevat daarentegen de verplichting om de kosten van
zogeheten aanvullende officiële controles in rekening te brengen. Dit zijn controles buiten
de gewoonlijke controleactiviteiten om, welke op een bedrijf worden uitgevoerd als gevolg
van een geconstateerde niet-naleving door dat bedrijf. Deze verplichting past niet binnen
de beginselen van het rapport "Maathouden" en vindt zijn grondslag rechtstreeks in de
Controleverordening.
3. Uitwerking van het nieuwe retributiestelsel voor de tarieven in de Regeling diervoeders
In het tarievenstelsel in de diervoederregelgeving zijn op basis van het bovenstaande
aanpassingen verwerkt en tarieven toegevoegd.
Het gaat hierbij in eerste instantie om de werkzaamheden van de VWA. Uitzondering
daarop vormen de tarieven in het nieuwe artikel 90a met betrekking tot de retributie van
de kosten van aanvullende officiële controles. Daar kan het ook gaan om werkzaamheden
van de Algemene Inspectiedienst (AID). Daarop wordt verderop in deze toelichting nader
ingegaan.
De tarieven voor de aanvraag van een toelating voor vervangende voederproteïnen (artikel
91 van de Regeling diervoeders), en de aanvraag voor een proefontheffing (artikel 93 van
de Regeling diervoeding) blijven buiten beschouwing, omdat die werkzaamheden door het
Bureau Diergeneesmiddelen worden uitgevoerd en niet door de VWA.
De retributies met betrekking tot de invoer van producten blijven ten opzichte van de oude
tarieven ongewijzigd. Artikel 92 van de Regeling diervoeders wordt daarom niet gewijzigd
in de onderhavige regeling.
Aanpassingen ten aanzien van bestaande tarieven ten algemene
De tarieven zijn ten algemene hoger vastgesteld. Dit wordt in eerste instantie verklaard
door het feit dat met de voorheen geldende tarieven niet kostendekkend werd
geretribueerd. Zoals ook in meergenoemde brieven inzake het nieuwe retributiestelsel van
de VWA is aangegeven, vallen tot op heden de daadwerkelijke kosten van de
werkzaamheden van de VWA waarvan de kosten geretribueerd worden, op jaarbasis hoger
uit dan de opbrengst van de retributies op jaarbasis.
De aanpassingen in de tarieven zijn voorts het gevolg van een andere indeling van
kostenposten per tarief. Deze worden hieronder apart behandeld.
Aanpassingen ten aanzien van bestaande tarieven per product
De kosten van het in behandeling nemen van een aanvraag en de startkosten van een
onderzoek ter plaatse worden volgens het nieuwe kostprijsmodel op een andere manier
verdeeld. Een aantal kostenposten uit het voorheen geldende administratieve tarief zijn
verschoven naar de kostenposten onder het starttarief. Dit betreft de tarieven die worden
berekend op grond van artikelen 89 en 90.
Het verhogen van het starttarief is mede veroorzaakt door de verlaging van de
productiviteit per sector. Voor het productiviteitspercentage werd in het verleden een
voorstelling van de productiviteit gebruikt, die naar nu blijkt niet in overeenstemming is
met de werkelijkheid.
Bij erkenningenonderhoud werd totnogtoe geen tarief in rekening gebracht voor de kosten
van het uitwerken van auditrapporten. Achteraf bleek dit, vanuit een oogpunt van
kostendekkende tarieven, onterecht te zijn. Het uitwerken van auditrapporten wordt
daarom op basis van een aan de inspectieduur gerelateerde tijd gefactureerd. Daarmee zal
vanaf 1 maart 2008 kostendekkend kunnen worden geretribueerd op dit vlak.
Het systeem van doorberekening op grond van een kwartiertarief in de artikelen 89, 90 en
94 van de Regeling diervoeders, blijft in stand. Teneinde het tarievenstelsel te
vereenvoudigen en voor de aansluiting van het stelsel bij de systematiek voor veterinaire
werkzaamheden, is het onderscheid tussen een academisch geschoolde en non-academisch
geschoolde ambtenaar komen te vervallen. Er wordt voortaan éénzelfde tarief per kwartier
gehanteerd per betrokken ambtenaar.
Dit ligt eveneens in lijn met het verzoek van het bedrijfsleven aan de VWA om een
eenvoudiger en transparant tariefstelsel te hanteren.
De tarieven voor de vergoeding van kosten van verrichtingen op verzoek (artikel 94 van de
Regeling diervoeders) zijn op dezelfde wijze opgebouwd als de tarieven voor de aanvraag
van erkenningen, met dien verstande dat alle administratieve kosten nu onder de noemer
van startkosten worden berekend.
Tarieven voor retributie kosten herinspecties
In het nieuwe artikel 90a wordt een tarief vastgesteld voor de retributie van kosten van de
zogeheten aanvullende officiële controle. Voor deze controle wordt ook wel de term
'herinspectie' gebezigd.
Artikel 28 van verordening (EG) nr. 882/2004 bepaalt dat indien de bevoegde autoriteit
vaststelt dat sprake is van niet-naleving van onder andere de Europese
diervoederregelgeving, en dit aanleiding vormt om voor een aanvullende officiële controle
die los staat van het reguliere controleprogramma, de lidstaat verplicht is een retributie in
rekening te brengen voor de kosten van deze aanvullende controle. Het betreft hier dus een
Europees verplicht gestelde retributie. De grondslag voor deze retributie in het nieuwe
artikel 90a van de Regeling diervoeders vindt om die reden zijn grondslag in artikel 28 van
de Controleverordening.
Artikel 28 van de Controleverordening omschrijft reguliere controleactiviteiten als
controleactiviteiten met een routinekarakter waarin de communautaire of nationale
wetgeving voorziet. Activiteiten die verder gaan dan deze gewone controleactiviteiten
omvatten het nemen van monsters, alsook andere controles die nodig zijn om de omvang
van een probleem vast te stellen en na te gaan of er corrigerende maatregelen zijn
genomen. Ook controles om niet-naleving op te sporen of te bewijzen, vallen hier onder.
Het gaat hier om werkzaamheden die zowel door de VWA als door de AID kunnen worden
uitgevoerd. Een herinspectie zal door de VWA onderscheidenlijk de AID aangekondigd
worden na constatering van een overtreding van de diervoederregelgeving. Of het
noodzakelijk wordt geacht om een herinspectie te verrichten, is onder meer afhankelijk van
de ernst van de geconstateerde overtreding. De herinspectie zal er met name op zijn gericht
om na te gaan of de overtreder afdoende corrigerende maatregelen heeft getroffen of om
de omvang van het probleem c.q. de overtreding vast te stellen.
De retributie voor een aanvullende controle bedraagt ¤ 85. Dit geldt in principe ongeacht
de aard en strekking van de desbetreffende aanvullende controle. Indien de controle naast
bepaalde controlewerkzaamheden tevens laboratoriumonderzoek omvat, is voor het
geheel een bedrag van ¤ 225 verschuldigd. Indien de aanvullende controle echter enkel
bestaat uit laboratoriumonderzoek, wordt een bedrag van ¤ 165 in rekening gebracht.
Toeslagen
In artikel 95 van de Regeling diervoeders worden de tarieven vastgesteld voor eventuele
toeslagen. De tarieven voor de vergoeding van kosten die het gevolg zijn van
onderbrekingen of uitstel van de werkzaamheden buiten toedoen van de betrokken
ambtenaar, worden aangepast met dien verstande dat het onderscheid tussen academisch
en non-academisch geschoolden vervalt en de genoemde kwartiertarieven gelijk worden
gesteld aan de kwartiertarieven bedoeld in artikel 89 en 94 van de Regeling diervoeders.
Voorts wordt een nieuwe toeslag ingevoerd ten aanzien van tarieven die buiten de normale
kantooruren van de VWA worden verricht. Die openingstijden worden gedefinieerd in het
nieuwe vierde lid van artikel 95 van de Regeling diervoeders.
De toeslag wordt berekend als een generieke verhoging van het kwartiertarief met 30% per
kwartier dat er buiten openingstijd wordt gewerkt.
4. Reactie van het bedrijfsleven
Een concept van de onderhavige regeling is ter consultatie aan het Productschap
diervoeders (PDV), de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie, de Koninklijke
Vereniging het Comité van Graanhandelaren, de Nederlandse Voedingsindustrie
Gezelschapsdieren en de Overleggroep Producenten Natte Veevoeders voorgelegd.
Van het PDV is een reactie ontvangen.
Het PDV concludeert dat er sprake is van een stevige tariefverhoging ten aanzien van alle
tarieven die in de regeling worden gewijzigd. Het PDV heeft daaromtrent verzocht om
nadere toelichting ten aanzien van die verhogingen en om mogelijkheden voor het
bedrijfsleven om de kosten beperkt te houden.
In de voorgaande paragrafen van deze toelichting is al het nodige aangegeven ter
motivatie van de wijzigingen in de tarieven. De berekening van de tarieven heeft plaats
gevonden op basis van het beginsel kostendekkendheid. Hoewel sommige tarieven stevig
zijn verhoogd, geldt ook voor die tarieven dat zij berekend zijn op basis van de reële
kosten. Paragraaf 3 van de toelichting is op enkele plaatsen aangepast ten behoeve van een
duidelijkere toelichting op de wijzigingen die in de tarieven zijn verwerkt.
Met het oog op de mogelijkheden van het diervoederbedrijfsleven om de kosten van
controles voor bedrijven beperkt te houden heeft het PDV voorts gevraagd waarom in het
retributiestelsel geen rekening is gehouden met het bonus/malus systeem van de VWA of
met de inspanningen van het diervoederbedrijfsleven zelf in het kader van
diervoederveiligheid.
Met beide aspecten kan echter rekening worden gehouden. Het bonus/malus principe dat
de VWA toepast, is er op gericht om de frequentie van controles aan te passen naarmate
een bedrijf beter of slechter presteert. Maakt het bedrijf veel overtredingen, dan zal de
VWA vaker komen controleren; worden er geen overtredingen geconstateerd, dan kan dat
reden zijn om het aantal controles te verlagen. De tarieven worden per controle in rekening
gebracht. Minder controles betekenen dus minder retributies.
Op basis van het vernieuwde handhavingsbeleid van de VWA9 wordt bij het bepalen van
het aantal controles en de inhoud van de controles meer rekening gehouden met de door
bedrijven zelf uitgevoerde controles. Het aantal controles en de duur van de controle
kunnen dus verminderen wanneer het bedrijf zelf duidelijke inspanningen verricht ten
behoeve van het waarborgen van de naleving van de diervoederregelgeving.
De retributie van controles wordt berekend per controle en op basis van het aantal
kwartieren dat aan de controle wordt besteed. Bij een vermindering van het aantal
controles of het aantal kwartieren dat een controle duurt, worden dus minder of lagere
retributies in rekening gebracht.
9 Voedsel en waren Autoriteit, Rapport "Handhaven met verstand en gevoel", juni 2006
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit