Openbaar Ministerie

Geen vervolging burgemeester Leers

Roermond, 21 december 2007

Uit feitenonderzoek van de rijksrecherche onder leiding van het Openbaar Ministerie in Roermond is niet gebleken van enige verdenking van het plegen van een strafbaar feit door burgemeester Leers en wethouder Winants van Maastricht. Tegen de burgemeester en de wethouder werd vorige maand aangifte gedaan door het toenmalige raadslid Van Rens (CDA).

Het raadslid is â kort en zakelijk weergegeven - van mening dat er door de burgemeester en de wethouder ten onrechte gegevens over zijn financiële situatie en belastinggegevens met betrekking tot de gemeentelijke en rijksbelastingen openbaar zijn gemaakt. Eerst mondeling op 22 november 2007 door wethouder Winants en vervolgens door de burgemeester in een brief aan de gemeenteraad gedateerd 23 november 2007.

Op grond daarvan werd er tegen de burgemeester en de wethouder aangifte gedaan wegens:

* schending van het ambtsgeheim

* overtreding Wet Bescherming Persoonsgegevens
* het belemmeren van het functioneren als gemeenteraadslid

Daarnaast werd er tegen de burgemeester ook nog aangifte gedaan wegens smaad en laster.

Op 5 december is de rijksrecherche in opdracht van het arrondissementsparket Roermond gestart met een feitenonderzoek. Bovendien is aan vier deskundigen op het gebied van staats- en bestuursrecht advies gevraagd.

Uit het feitenonderzoek is gebleken dat de burgemeester en de wethouder zich niet schuldig hebben gemaakt aan schending van het ambtsgeheim. De bewuste informatie, zowel wat betreft de financiële situatie als wat betreft de belastinggegevens, was immers met instemming van het raadslid al eerder openbaar gemaakt in een bericht in de pers op 17 november 2007 en tijdens een bijeenkomst met de CDA-fractie op 20 november 2007.

Het door de aangever bedoelde handelen in strijd met de Wet Bescherming Persoonsgegevens is geen strafbaar feit. Reeds daarom is hier verder geen onderzoek naar gedaan.

Uit het feitenonderzoek blijkt verder dat de burgemeester zich niet schuldig heeft gemaakt aan smaad of laster. Zoals reeds aangegeven is de informatie met toestemming van het raadslid openbaar gemaakt. Bovendien was de informatie waar en gelet op de ontstane situatie waarbij de integriteit van het bestuur in geding kwam, diende openbaarmaking het algemeen belang.

Tot slot heeft de rijksrecherche onderzocht of de burgemeester en de wethouder zoveel druk hebben uitgeoefend op het raadslid dat hij daardoor in zijn functioneren is belemmerd. Daarbij wordt gedoeld op de afspraken die de burgemeester en het raadslid hebben gemaakt in juli 2003. Uit het feitenonderzoek blijkt dat daar geen sprake van is.

Aangezien van enige verdenking van het plegen van een strafbaar feit geen sprake is, zal er door de officier van justitie in deze zaak verder geen strafrechtelijk onderzoek worden ingesteld.