Openbaar Ministerie

Geen vervolging leiding TCA

21 december 2007

Het openbaar ministerie in Amsterdam heeft besloten om de strafzaken tegen drie voormalig leidinggevenden van de Taxicentrale Amsterdam (TCA), H.J. Grijpink, G. van Gelderen en J.F.M. Janmaat, te seponeren.

Het onderzoek tegen deze drie verdachten begon in 2000. Zij werden er van verdacht in de jaren 1999 en 2000 leiding te hebben gegeven aan een criminele organisatie. Daarnaast bestond de verdenking dat zij hadden aangezet tot geweld en samen oplichting hadden gepleegd. De verdachten hebben deze feiten steeds ontkend.

Aanvankelijk ondersteunden de resultaten van het onderzoek deze verdenkingen. Naar aanleiding daarvan is een zeer groot aantal getuigen gehoord door de rechter-commissaris in deze zaak. De resultaten van deze verhoren geven een ander beeld van de zaken. Dat leidt tot de conclusie dat de aanvankelijk redelijke vermoedens niet tot een veroordeling kunnen leiden. Daarvoor is te weinig bewijs.

Tijdens het onderzoek naar de drie eerdergenoemde strafbare feiten is tegen de drie verdachten ook nog een aantal andere verdenkingen ontstaan. Deze hebben betrekking op minder ernstige overtredingen. Het gaat om de volgende feiten:
H.J. Grijpink, betrokkenheid bij valse declaraties, medeplegen van premiefraude.Â
J.F.M.. Janmaat, betrokkenheid bij valse declaraties, overtreden Wet Personenvervoer en belastingfraude.
G. van Gelderen, medeplegen van premiefraude, overtreden Wet Personenvervoer en belastingfraude.

Ook deze feiten hebben betrokkenen steeds ontkend. Het bedrag dat vermoedelijk met deze feiten is gemoeid is relatief gering. Bovendien staat nog niet vast of en hiervoor straf kan worden opgelegd. Omtrent deze feiten zou de rechter-commissaris op dit moment nog ongeveer veertig getuigen moeten horen. Het onderzoek naar deze feiten was nog niet afgerond, maar is inmiddels gestopt.

Ook het strafrechtelijk onderzoek naar mogelijke premie- en belastingfraude is gestaakt. Verder onderzoek is overgedragen aan de bedrijfsvereniging en de fiscus.

Sinds het oordeel van de Ondernemingskamer op 2 juni 2005 over de gang van zaken binnen TCA is dit bedrijf grondig gereorganiseerd. De heren Grijpink, Van Gelderen en Janmaat vervullen geen leidinggevende rol meer binnen deze organisatie.

Het voorzetten van de vervolging wordt door het openbaar ministerie, gelet op al het vorenstaande niet meer opportuun geacht om de volgende redenen:
De feiten dateren van meer dan zeven jaren geleden en de positie van betrokkenen binnen TCA is sindsdien grondig gewijzigd. Daarnaast kan het onderzoek naar de oorspronkelijke âkern feitenâ niet tot een veroordeling leiden. Tenslotte zou voortzetting van het onderzoek naar de overige, veel lichtere verdenkingen nog een onevenredig zware belasting vragen van de rechter-commissaris.

De heren Grijpink, Van Gelderen en Janmaat hebben verklaard geen verzoeken tot schadevergoeding in te zullen dienen. Hiermee komt deze strafzaak na bijna 8 jaar definitief tot een einde.Â