Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Concept

1/16

Overeenkomst luchtkwaliteit Maasvlakte 2

PARTIJEN

I de minister van Verkeer en Waterstaat, de heer ir. C.M.P.S. Eurlings, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden1, hierna te noemen: de minister van V&W;

II het College van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van de Gemeente Rotterdam, zetelende te Rotterdam aan de Coolsingel 40, handelend als bestuursorganen, en haar burgemeester de heer mr. I.W. Opstelten, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Rotterdam ter uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van en het besluit van het college van , hierna te noemen: Rotterdam;

III de naamloze vennootschap Havenbedrijf Rotterdam N.V., statutair gevestigd in Rotterdam, aldaar kantoorhoudende aan de Wilhelminakade 909, vertegenwoordigd door , hierna te noemen: het Havenbedrijf;

IV de Havenmeester van Rotterdam, tevens hoofd van de divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam N.V., de heer mr. J.C. Lems, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Havenmeester, die slechts partij is bij deze overeenkomst voor zover het betreft het bepaalde in artikel 4 van deze overeenkomst.

ACHTERGROND

a Tot het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) behoort het deelproject Landaanwinning. Dit deelproject betreft de aanleg van land in de Noordzee voor uitbreiding van de Rotterdamse haven met maximaal duizend hectare netto uitgeefbaar haven- en industrieterrein, alsmede compenserende maatregelen voor mogelijke schade aan de natuur als gevolg daarvan. Het project is beschreven in deel 4 van de planologische kernbeslissing PMR (2006), die op 20 december 2006 in werking is getreden.

b Voor de realisatie van PMR hebben de Staat, de Provincie Zuid-Holland, Rotterdam, het Havenbedrijf en de Stadsregio Rotterdam op 25 juni 2004 het "Bestuursakkoord inzake

___________________


1 De noodzaak van mede-ondertekening door de minister van VROM wordt nog bezien.
---

Concept

2/16

uitvoering van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam" gesloten. In aansluiting daarop hebben de Staat en het Havenbedrijf op 2 september 2005 de "Uitwerkingsovereenkomst deelproject Landaanwinning" gesloten. De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft beide overeenkomsten op 10 oktober 2006 goedgekeurd.

c Op 4 januari 2008 is een ontwerp Bestemmingsplan Maasvlakte 2 ter inzage gelegd. De toelichting beschrijft de effecten van het bestemmingsplan voor de luchtkwaliteit, conform de bij dit bestemmingsplan opgestelde milieueffectrapport (MER B) behorende "bijlage lucht". Inmiddels heeft een actualisatie plaatsgevonden in het rapport "Luchtonderzoek MV2, actualisatie 2007", welk rapport als bijlage A bij deze overeenkomst is gevoegd. Op basis van dit onderzoek ­ waarbij is uitgegaan van een "worst case scenario" ­ wordt verwacht dat de in het Bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen op een aantal locaties zullen leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit wat betreft stikstofdioxide en zwevende deeltjes boven de daarvoor geldende grenswaarden. Deze verslechteringen worden in deze overeenkomst als Knelpunten aangeduid, en zijn aangegeven in het als bijlage A bij deze overeenkomst gevoegde rapport.

d Partijen hebben onderzocht welke maatregelen kunnen worden genomen om deze Knelpunten weg te nemen.
Daarbij is een inventarisatie gemaakt van maatregelen die de emissie van schadelijke stoffen beperken (bronmaatregelen) en van maatregelen om te bewerkstelligen dat verspreiding van verontreiniging wordt voorkomen dan wel het aantal blootgestelden aan hoge concentraties schadelijke stoffen zo gering mogelijk wordt (effectmaatregelen).

e Partijen geven bij het treffen van maatregelen prioriteit aan het treffen van bronmaatregelen. Slechts indien en voor zover die maatregelen niet voldoende zijn om de grenswaarden voor stikstofdioxide en zwevende deeltjes in acht te kunnen nemen, dan wel indien die bronmaatregelen niet tijdig daadwerkelijk uitvoerbaar zijn, zullen effectmaatregelen worden genomen.

f Deze overeenkomst strekt ertoe te verzekeren dat de Maatregelen ­ zoals in deze overeenkomst opgenomen - daadwerkelijk en tijdig worden genomen, zodanig dat de Knelpunten worden weggenomen.

g Naast en onafhankelijk van deze overeenkomst treffen partijen in ander verband maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Voorbeelden zijn beperking van de emissies van de zeescheepvaart (rijksbeleid), het Regionaal actieprogramma luchtkwaliteit (gemeentelijk beleid), het Rotterdam Actie Programma (gemeentelijk beleid) en maatregelen in de logistieke ketens (Havenbedrijf). Maasvlakte 2 is een onderdeel van de voor die programma's geldende autonome ontwikkeling. Bij het vaststellen van de Knelpunten is echter geen rekening gehouden met de verbeteringen waartoe deze maatregelen zullen leiden.


---

Concept

3/16

OVEREENKOMST


1 Definities

De navolgende woorden hebben, indien zij met een hoofdletter beginnen, in deze overeenkomst de navolgende betekenis.

Bestemmingsplan : het bestemmingsplan Maasvlakte 2; Effectprognose : de volgens artikel 9 van deze overeenkomst op te stellen prognose; Euronorm : de Europese normen voor de emissies van verontreinigde gassen en deeltjes door vrachtautomotoren met compressieontsteking; Emissiearme dieselmotor : dieselmotor voor een binnenvaartschip, die voldoet aan de emissiewaarden van fase II van de Centrale Commissie voor de Binnenvaart of voldoet aan het bepaalde in Richtlijn 97/68/EG, dan wel aan het bepaalde in eventuele opvolgende richtlijnen; Havenmeester : de door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aangewezen Havenmeester van Rotterdam aan wie door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam en door de minister van V&W havenmeesterbevoegdheden zijn of worden opgedragen op grond van het bepaalde in de artikelen 1 en 2 van het Havenmeester-convenant Rotterdam (Stc. 6 januari 2004, nr. 2, p. 7); Knelpunt : een omstandigheid, opgenomen in de figuren 5.8, 5.11, 5.14, 5.17, 5.20 en 5.23 van het "Luchtonderzoek MV2, actualisatie 2007", bijlage A bij deze overeenkomst; Landaanwinning : de Landaanwinning zoals gedefinieerd in de "Uitwerkingsovereenkomst deelproject Landaanwinning" d.d. 2 september 2005; Maatregelen : de in artikelen 3 tot en met 6 beschreven maatregelen,; Zwevende deeltjes : in de buitenlucht voorkomende stofdeeltjes die een op grootte selecterende instroomopening passeren met een efficiencygrens van 50 procent bij een aërodynamische diameter van 10 micrometer (PM10).
---

Concept

4/16


2 Hoofdverplichtingen


2.1 Partijen geven uitvoering aan de Maatregelen met als doel te voorkomen dat de Knelpunten optreden. Ieder van partijen kan aanspraak maken op nakoming van deze verplichting.

2.2 Partijen nemen de navolgende Maatregelen, zoals bepaald in de artikelen 3 tot en met 6 van deze overeenkomst:

artikel periode Bevoegd gezag uitvoering bekostiging en handhaving uitvoeringslasten

Schone
motoren
binnenvaart

- verbod 3.1 vanaf 2025 Rotterdam Rotterdam Rotterdam Havenmeester
- hoger 3.3 2010 t/m Havenbedrijf Havenbedrijf Havenbedrijf Havenbedrijf havengeld 2024

- VERS 3.4 2010 t/m VROM en V&W VROM en V&W VROM/V&W/ VROM en V&W 2024 Havenbedrijf Snelheids- 4.1 Vanaf 2013 Havenmeester Havenmeester Havenbedrijf Havenmeester reductie
binnenvaart
Milieuzone 5 Vanaf 2013 Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Schermen 6 vanaf 2013 V&W V&W Havenbedrijf V&W (aanleg)/ V&W (instandhouding)


3 Bronmaatregel: schone motoren binnenvaart

3.1 Ter beperking van de uitstoot van Zwevende deeltjes en stikstofdioxide verbiedt de gemeenteraad van Rotterdam binnenvaartschepen die niet zijn voorzien van een Emissiearme dieselmotor om de havenbekkens aan te doen binnen het toepassingsgebied van de Havenverordening.

3.2 De gemeenteraad van Rotterdam neemt het in lid 1 bedoelde verbod binnen een jaar na aanvang van de uitvoeringswerkzaamheden voor de realisatie van de Landaanwinning op in een gemeentelijke verordening. Het verbod treedt uiterlijk op
1 januari 2025 in werking. Het College van burgemeester en wethouders van Rotterdam draagt de Havenmeester op toe te zien op de naleving daarvan.

3.3 Vooruitlopend op het in lid 1 bedoelde verbod stelt het Havenbedrijf zijn "Algemene voorwaarden zeehavengeld, binnenhavengeld en bijdrage afvalstoffen zeeschepen" voor de jaren 2010 tot en met 2024 zodanig vast dat schepen die niet zijn uitgerust met een Emissiearme dieselmotor een binnenhavengeld betalen dat tenminste tien
---

Concept

5/16

procent hoger ligt dan geldt voor vergelijkbare binnenschepen met een Emissiearme dieselmotor.

3.4 De minister van VROM en de minister van V&W stellen met ingang van 1 januari 2010 een subsidieregeling in om te bevorderen dat binnenvaartschepen worden uitgerust met een Emissiearme dieselmotor. Deze regeling volgt de "Subsidieregeling voor binnenvaartschepen" van 20 september 2005 (VERS-regeling) op. De looptijd van de regeling is tot 1 januari 2025.

3.5 Het Havenbedrijf doet jaarlijks opgave aan de minister van VROM van het additionele binnenhavengeld dat in het voorafgaande kalenderjaar op grond van lid 3 is ontvangen. Het Havenbedrijf stelt dit bedrag ­ onder aftrek van door het Havenbedrijf mogelijk verschuldigde belastingen - ter beschikking aan VROM als aanvulling op de in lid 4 genoemde subsidieregeling.

3.6 De ministers van VROM en van V&W en het Havenbedrijf komen de wijze van uitvoering van hun in dit artikel bedoelde verplichtingen nader overeen, waaronder de wijze van administratie, de verslaglegging en de wijze van betaling.

4 Bronmaatregel: snelheidsreductie binnenvaart

4.1 Ter beperking van de uitstoot van Zwevende deeltjes en stikstofdioxide besluit de Havenmeester tot beperking van de vaarsnelheid. De beperking is zodanig dat de gemiddelde maximale snelheid, als omschreven in Bijlage A bij deze overeenkomst, met twintig procent wordt gereduceerd, rekening houdend met stroomsnelheden. De beperking geldt, voor alle binnenvaartschepen in beide richtingen op het Hartelkanaal tussen de Botlekbrug en de Harmsenbrug, in beide richtingen op de Oude Maas tussen de Beerenplaat en de Botlekbrug.

4.2 De volgens lid 1 van dit artikel genomen besluiten worden door de Havenmeester nader uitgewerkt en na besluitvorming tijdig bekend gemaakt, waarna de Havenmeester toeziet op de naleving van de voornoemde besluiten. Het Havenbedrijf stelt de Havenmeester voldoende financiële middelen ter beschikking om deze taken uit te voeren.

4.3 De in dit artikel bedoelde snelheidsbeperkingen zullen van toepassing zijn vanaf het moment waarop de eerste gebruiker van Maasvlakte 2 zijn inrichting gereed heeft en beschikt over de voor het gebruik daarvan benodigde vergunningen (naar verwachting in 2013). De snelheidsbeperkingen eindigen 1 januari 2025.
---

Concept

6/16

5 Bronmaatregel: milieuzone

5.1 Het College van burgemeester en wethouders van Rotterdam neemt een verkeersbesluit, inhoudende dat op de N15, vanaf km :
· met ingang van 1 januari 2013 alleen vrachtauto/s worden toegelaten waarvan de dieselmotor voldoet aan Euronorm V;
· binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Euronorm VI alleen vrachtauto/s worden toegelaten waarvan de dieselmotor voldoet aan Euronorm VI.

5.2 Rotterdam brengt tijdig de krachtens het in het voorgaande lid bedoelde verkeersbesluit te plaatsen verkeerstekens aan.

6 Effectenmaatregel: schermen

6.1 De minister van V&W plaatst zonodig schermen, of past de aanwezige schermen aan, overeenkomstig de tabellen uit bijlage B bij deze overeenkomst. Met deze schermen wordt verspreiding van de uitstoot van stikstofdioxide en Zwevende deeltjes door het wegverkeer ter plaatse tegengegaan.

6.2 De minister van V&W houdt de geplaatste schermen in stand en onderhoudt deze zodanig dat zij hun functie blijven vervullen.


7 Handhaving

In de tabel van artikel 2.2 van deze overeenkomst is per Maatregel aangegeven wie van partijen verantwoordelijk is voor de daadwerkelijke handhaving van de betrokken Maatregel.


8 Bekostiging

8.1 Tenzij daarover andersluidende afspraken zijn of worden gemaakt, draagt iedere partij zelf de kosten die zij maakt voor de uitvoering van deze overeenkomst, waaronder kosten voor regulering en handhaving.

8.2 Wat betreft de kosten van het treffen en handhaven van de Maatregelen is in de tabel van artikel 2.2 van deze overeenkomst per maatregel aangegeven wie de kosten van de betreffende maatregel draagt.


9 Ontwikkeling van de luchtkwaliteit

9.1 Iedere vijf jaar, met ingang van 2010, stellen partijen in het kader van deze overeenkomst een Effectprognose op. In deze Effectprognose wordt, met het in bijlage A bij deze overeenkomst gevoegde rapport als uitgangspunt ("nul-situatie"), een
---

Concept
7/16

overzicht gegeven van relevante feiten en omstandigheden in de ontwikkeling van de luchtkwaliteit. DCMR Milieudienst Rijnmond wordt uitgenodigd daarover haar oordeel te geven.

9.2 De Effectprognose heeft in ieder geval betrekking op de ijkjaren 2015, 2020 en 2033

9.3 In afwijking van het eerste lid wordt een nieuwe Effectprognose opgesteld als aannemelijk is dat zich zodanige ontwikkelingen voordoen dat de laatste Effectprognose niet meer adequaat is.


10 Herziening van Maatregelen

10.1 Partijen stellen op basis van iedere Effectprognose, het oordeel daarover van DCMR Milieudienst Rijnmond en de dan actuele regelgeving de benodigde effectiviteit van het totaal van de Maatregelen gezamenlijk vast.

10.2 Indien onvoorzien één of meer van de Maatregelen niet tijdig tot stand komt of niet het beoogde gunstige effect op de luchtkwaliteit heeft, zullen partijen nader overleg plegen over het treffen van alternatieve bronmaatregelen. Indien die bronmaatregelen niet beschikbaar zijn, of indien daarover geen overeenstemming kan worden bereikt, zal de minister van V&W tenminste aanvullende schermmaatregelen langs rijkswegen treffen, in zodanige mate, dat de Knelpunten worden weggenomen en zich geen nieuwe overschrijdingssituaties voordoen.

10.3 Als partijen vaststellen dat Maatregelen kunnen vervallen, dan wel worden teruggebracht, uitgesteld of vervangen, zonder dat zich Knelpunten of nieuwe overschrijdingssituaties voordoen, treden zij daarover in overleg. Als uitgangspunt geldt maximalisatie van bronmaatregelen. Ook overigens geldt als uitgangspunt dat partijen de voorkeur geven aan Maatregelen waarvan het nuttige effect voor de luchtkwaliteit als geheel zo groot mogelijk is in verhouding tot de totale financiële lasten.

10.4 Partijen leggen overeenstemming op basis van dit artikel in goed overleg neer in een addendum bij deze overeenkomst, dat de schriftelijke instemming van alle partijen behoeft. De daarin beschreven maatregelen zullen vervolgens dezelfde status hebben als de in deze overeenkomst genoemde Maatregelen.

10.5 Indien de aan de uitvoering van de Maatregelen ten grondslag liggende wettelijke regelingen zodanig veranderen dat deze geen basis meer bieden voor de uitvoering van de Maatregelen dan zullen partijen de Maatregelen uitvoeren op grond van dan geldende wettelijke regelingen waardoor de Maatregelen zoveel als mogelijk ongewijzigd kunnen worden uitgevoerd.

---

Concept
8/16


11 Toepasselijk recht en geschillenregeling

11.1 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

11.2 Er is sprake van een geschil indien een partij zulks schriftelijk mededeelt aan een andere partij. In geval van een geschil zijn partijen gehouden om tezamen te trachten dat geschil minnelijk op te lossen binnen een termijn van vijftig dagen ­ of zoveel langer of korter als partijen in voorkomende gevallen nader overeenkomen ­ nadat één van de partijen aan een andere partij schriftelijk te kennen heeft gegeven dat volgens haar sprake is van een geschil.

11.3 Geschillen kunnen, nadat de in lid 2 genoemde termijn is verstreken, door de meest gerede partij, bij uitsluiting van de gewone rechter, ter beslechting worden onderworpen aan arbitrage door het Nederlands Arbitrage Instituut, met dien verstande dat:

· de geschillen zullen worden beslecht overeenkomstig het op 13 november 2001 in werking getreden Arbitrage Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut, onverlet het overigens in dit artikel bepaalde;
· het scheidsgerecht zal bestaan uit drie arbiters, één aan te wijzen door de eisende partij(en), één door de verwerende partij(en) en één door partijen gezamenlijk. De gezamenlijk aan te wijzen arbiter dient jurist te zijn;
· het scheidsgerecht zal beslissen naar de regelen van het recht;
· de procedure zal worden gevoerd in de Nederlandse taal;
· de plaats van arbitrage Rotterdam zal zijn;
· de uitspraak niet zal worden gepubliceerd;
· samenvoeging van het arbitraal geding met een ander arbitraal geding zoals voorzien in artikel 1046 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is uitgesloten;

· ieder van partijen het recht heeft om van een in eerste aanleg gewezen scheidsrechterlijk vonnis van het Nederlands Arbitrage Instituut in hoger beroep te komen.

11.4 Een lid van het scheidsgerecht dat aan de behandeling van het geschil in eerste aanleg heeft deelgenomen zal niet benoembaar zijn tot appèlscheidsman. De wederpartij van de appellant heeft het recht om zijnerzijds incidenteel appèl in te stellen, doch uiterlijk gelijktijdig met de door haar in te dienen memorie van antwoord in hoger beroep. De geïntimeerde in het incidenteel appèl zal in de gelegenheid worden gesteld om schriftelijk te reageren op de grieven in het incidenteel appèl.
---

Concept
9/16


12 Algemeen

Duur
12.1 Deze overeenkomst treedt in werking bij haar ondertekening.

Reikwijdte
12.2 Buiten de reikwijdte van deze overeenkomst vallen:
· maatregelen voor het terugbrengen van concentraties van andere stoffen dan stikstofdioxide en Zwevende deeltjes;

· maatregelen voor het terugbrengen van concentraties van stikstofdioxide en Zwevende deeltjes als bedoeld in onderdeel g van de considerans (achtergrond) bij deze overeenkomst.

Ontbinding
12.3 Ieder van partijen kan deze overeenkomst voor zichzelf ontbinden zodra de goedkeuring van het Bestemmingsplan of de Concessie die op grond van de Wet droogmakerijen en indijkingen benodigd is voor de landaanwinning door een rechterlijke uitspraak in hoogste instantie wordt vernietigd. Hetzelfde geldt bij een vernietiging van een gedeelte dat wezenlijk is voor de aanleg van de landaanwinning of bestemming daarvan tot haven- en industrieterrein.

Publiekrechtelijke medewerking
12.4 Partijen zijn zich ervan bewust dat de uitvoering van de Maatregelen mede afhankelijk is van de toepasselijke bestuursrechtelijke procedures. Partijen zullen zich naar beste vermogen inspannen de voor de uitvoering benodigde besluiten waarvoor zij bevoegd bestuursorgaan zijn, te nemen.

12.5 De andere partijen zullen terzake van die besluiten geen rechtsmiddelen aanwenden, noch bevorderen dat deze worden aangewend.

Wijzigingen
12.6 Deze overeenkomst kan slechts schriftelijk worden gewijzigd of aangevuld.

Bijlage
12.7 De bijlage bij deze overeenkomst vormt daarvan een integraal onderdeel. Ingeval van strijdigheid tussen het bepaalde in de bijlage en de overeenkomst prevaleert de overeenkomst.

Ongeldigheid
12.8 Indien een bepaling van deze overeenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, zal die bepaling, voorzover nodig, uit deze overeenkomst worden verwijderd en worden vervangen door een bepaling die wél bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van
---

Concept
10/16

de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. Het overige deel van de overeenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd.

Onvoorziene omstandigheden
12.9 Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze overeenkomst niet mag worden verwacht. Zij zullen bezien voor wiens rekening de onvoorziene omstandigheden behoren te komen en zullen zonodig deze overeenkomst daaraan aanpassen.

Openbaarheid
12.10 Deze overeenkomst, de bijlage, addenda en de Effectprognoses zijn openbaar en zullen door het College van B&W van Rotterdam aan de gemeenteraad worden toegezonden.

Publicatie in Staatscourant
12.11 Binnen 10 werkdagen na de ondertekening van de overeenkomst door alle partijen wordt de zakelijke inhoud daarvan door de minister van V&W gepubliceerd in de Staatscourant.

10

Concept
11/16

ONDERTEKENING

Van deze overeenkomst zijn exemplaren opgemaakt en ondertekend op in .

________________________ ________________________ de minister van V&W, voor Rotterdam, ir. C.M.P.S. Eurlings

________________________ ________________________ voor het Havenbedrijf, De Havenmeester van Rotterdam, J.C. Lems


---

Concept
12/16

BIJLAGE A

Luchtonderzoek MV2, actualisatie 2007

12

Concept

13/16

BIJLAGE B

Overzicht locaties schermen

Legenda: rood: N15; blauw: A15 en Zwart: A4

Hoogte Lengte Hoogte Lengte (m) (m) Effectjaar Hm_van Hm_tot (m) (m) Effectjaar Hm_van Hm_tot 2 280 2033 31.7 31.9 2 515 2033 41.5 42.0 2 1015 2033 * * 4 284 2033 41.1 41.4 3 29 2033 * * 2 520 2033 40.5 41.0 2 138 2033 * * 4 122 2033 40.3 40.5 3 45 2033 * * 3 374 2033 31.7 32.1 5 74 2033 * * 3 405 2033 33.1 33.5 4 90 2033 * * 2 47 2033 34.3 34.4 3 121 2033 * * 3 36 2015 34.8 34.8 4 20 2033 * * 6 880 2020 42.4 43.2 3 79 2033 * * 4 297 2020 43.3 43.6 2 54 2033 * * 5 29 2020 43.6 43.6
1 15 2033 * * 4 49 2020 43.8 43.9
2 1015 2033 * * 3 153 2033 43.9 44.0
3 29 2033 * * 2 127 2033 44.0 44.1 2 138 2033 * * 3 102 2020 43.6 43.8 3 45 2033 * * 6 39 2033 42.4 42.4 5 74 2033 * * 3 141 2033 42.5 42.6
4 90 2033 * * 2 202 2033 42.7 42.9 3 121 2033 * * 4 90 2033 42.9 43.0 4 20 2033 * * 3 161 2033 43.0 43.2 3 79 2033 * * 4 87 2020 43.2 43.2 2 54 2033 * * 3 116 2020 43.3 43.4
1 15 2033 * * 2 119 2033 43.5 43.7 3 454 2033 33.0 33.5 1 47 2033 43.8 43.8 3 236 2033 34.2 34.4 1 32 2033 44.0 44.0 4 69 2015 34.5 34.6 1 11 2033 44.1 44.1 3 222 2015 34.6 34.8 1 10 2033 44.5 44.5
5 29 2015 34.8 34.8 2 256 2033 44.2 44.4 4 496 2015 35.6 36.1 6 78 2020 44.4 44.5
6 244 2015 36.1 36.3 2 52 2033 44.7 44.7 4 144 2015 36.2 36.3 2 45 2033 44.8 44.9 6 27 2015 36.1 36.1 3 36 2020 44.9 45.0 5 398 2015 35.6 36.0 3 47 2020 45.0 45.1 6 112 2015 37.5 37.6 3 55 2020 45.1 45.2 6 144 2015 37.4 37.6 3 99 2020 44.9 45.1 4 47 2033 37.6 37.6 3 163 2020 45.2 45.3 4 212 2033 37.7 38.0 4 96 2020 45.3 45.4 13

Concept

14/16

5 245 2033 38.0 38.2 5 88 2020 45.5 45.6 5 177 2033 37.8 38.0 4 88 2020 45.6 45.7 2 418 2033 38.6 39.0 3 517 2020 45.7 46.2 5 91 2015 39.1 39.2 2 126 2020 46.2 46.4 6 34 2015 39.2 39.2 3 165 2020 46.2 46.4 3 80 2033 39.2 39.3 3 163 2020 47.0 47.1 2 1774 2033 40.3 42.1 4 96 2020 45.3 45.4

Hoogte Lengte Hoogte Lengte (m) (m) Effectjaar Hm_van Hm_tot (m) (m) Effectjaar Hm_van Hm_tot 5 88 2020 45.5 45.6 2 1249 2015 52.6 53.8 4 88 2020 45.6 45.7 2 1057 2015 54.3 55.4 3 517 2020 45.7 46.2 2 35 2015 55.7 55.8 2 126 2020 46.2 46.4 2 538 2015 56.0 56.5 3 165 2020 46.2 46.4 2 260 2015 57.8 58.1 3 163 2020 47.0 47.1 2 225 2015 58.4 58.6 3 87 2015 46.8 46.9 1 285 2015 55.0 55.2 3 454 2020 47.4 47.8 2 70 2015 54.9 55.0
1 50 2033 47.8 47.8 1 66 2015 54.5 54.6 3 208 2033 47.3 47.5 1 39 2015 54.8 54.8
2 179 2033 47.5 47.7 1 89 2015 53.5 53.6
1 43 2033 48 48.1 2 72 2015 53.4 53.5
2 60 2033 48.2 48.2 2 50 2033 53.0 53.1 4 15 2015 48.3 48.3 1 36 2015 52.3 52.4
3 19 2015 48.3 48.3 1 371 2015 58.1 58.4
4 112 2015 48.3 48.5 1 174 2015 57.1 57.3
3 175 2015 48.4 48.6 1 73 2015 56.7 56.8 2 40 2015 48.4 48.5 1 91 2015 55.5 55.6
1 48 2033 48.5 48.5 1 40 2015 55.4 55.4 3 325 2015 48.5 48.8 1 48 2015 54.8 54.9 3 33 2033 48.9 48.9 1 33 2015 54.7 54.8
4 189 2015 48.6 48.8 1 127 2015 75.8 50.7 2 67 2033 48.8 48.9 3 221 2015 73.7 73.9 4 196 2015 48.9 49.1 2 44 2015 35.6 35.6 3 63 2033 49.2 49.3 1 19 2015 75.7 75.7
1 18 2033 49.4 49.5 1 132 2015 53.8 54.0
2 34 2033 49.3 49.4 1 159 2015 54.2 54.3 2 201 2033 49.4 49.6 1 28 2015 55.5 55.5 2 25 2015 49.8 49.8 1 28 2015 55.8 55.9 2 42 2015 49.7 49.8 1 37 2015 56.5 56.6
3 53 2015 75.7 75.8 1 34 2015 56.9 56.9
4 155 2015 75.4 75.6 1 133 2033 * * 3 187 2015 75.3 75.4 2 39 2033 * * 14

Concept

15/16

2 512 2015 74.7 75.3 1 153 2033 * * 2 423 2015 73.4 73.9 1 225 2033 * * 3 1932 2015 73.9 75.8 1 32 2033 * * 3 244 2015 73.5 73.7 1 60 2033 * * 2 249 2015 72.4 72.7 2 560 2033 * * 2 307 2015 72.1 72.4 3 57 2033 * *
1 82 2015 72.0 72.1 2 174 2015 73.9 74.0 4 93 2015 72.0 72.1 2 33 2033 74.0 74.1 4 364 2015 72.1 72.5 2 21 2015 74.1 74.1 4 149 2015 72.5 72.7 2 152 2033 74.1 74.2
2 77 2015 52.3 52.4 2 13 2015 74.2 74.2 Hoogte Lengte
(m) (m) Effectjaar Hm_van Hm_tot 2 303 2015 74.3 74.7 2 81 2033 74.7 74.7
1 23 2015 52.5 52.5
1 60 2033 52.5 52.6
2 27 2015 57.5 57.6
2 44 2015 57.3 57.4
2 42 2015 53.0 53.0
1 25 2015 49.5 49.5
3 18 2015 49.2 49.2
2 52 2033 48.1 48.2
3 135 2015 46.8 47.0 3 61 2020 46.9 46.9 2 86 2015 46.4 46.5
4 26 2015 37.6 37.6 6 40 2015 36.1 36.2 3 55 2015 34.4 34.5 4 11 2015 37.6 37.6 6 55 2020 42.3 42.3 6 30 2020 42.4 42.5 4 35 2020 42.9 42.9 3 106 2033 43.4 43.5 6 38 2033 43.3 43.3 6 46 2020 43.3 43.3 2 16 2020 43.5 43.5 3 17 2020 43.8 43.8 3 49 2033 43.7 43.8 6 45 2020 44.6 44.6 6 41 2033 44.5 44.6 3 22 2033 44.9 44.9 3 30 2020 44.9 45.0 4 25 2020 45.5 45.5 15

Concept

16/16

4 36 2033 45.4 45.5 3 82 2033 47.2 47.4 3 62 2020 47.3 47.3 3 220 2033 47.8 48 3 13 2015 48.3 48.3 3 24 2015 48.9 48.9 4 34 2015 49.1 49.2 3 48 2015 75.8 75.8
1 21 2015 53.6 53.7
1 29 2015 54.3 54.4
2 307 2015 54.0 54.3
1 84 2015 55.4 55.5
1 18 2015 55.7 55.7

Opmerking: Bij de locaties waar de hectometeraanduiding niet beschikbaar was, is de locatie op basis van coördinaten ingevoerd in de onderstaande tabel.

Hoogte Lengte
(m) (m) Effectjaar Xvan Yvan Xtot Ytot
2 1015 2033 63042,20 438735,28 63999,65 439072,91
3 29 2033 63010,73 438724,79 63038,20 438734,28
2 138 2033 62878,88 438677,84 63008,73 438723,29
3 45 2033 62832,93 438662,36 62875,38 438676,84
5 74 2033 62759,01 438635,39 62828,93 438660,36 4 90 2033 62670,60 438604,42 62756,01 438633,39 3 121 2033 62552,23 438561,97 62666,61 438602,42 4 20 2033 62531,25 438555,47 62550,73 438561,47 3 79 2033 62454,34 438531,50 62529,26 438555,47 2 54 2033 62477,68 438511,33 62530,75 438523,51
1 15 2033 63442,22 438850,56 63456,25 438855,51
1 133 2033 65441,79 439186,01 65572,87 439161,28
2 39 2033 65375,59 439196,11 65414,40 439191,06
1 153 2033 65194,26 439217,38 65345,81 439200,10
1 225 2033 64912,43 439226,42 65137,09 439220,57
1 32 2033 64774,97 439221,64 64807,41 439222,43
1 60 2033 64646,82 439211,53 64706,64 439216,32
2 560 2033 64059,15 439090,93 64606,41 439206,75
3 57 2033 64003,05 439073,65 64057,29 439091,20


16