Korte termijn maatregelen Midden- en- Europese werknemers

Korte termijn maatregelen Midden- en Oost-Europese werknemers

Het Rijk wil met gemeenten, werkgevers en de uitzendbranche aanvullende afspraken maken over het oplossen van problemen die zich voordoen nu mensen uit acht Midden- en Oost-Europese landen sinds 1 mei 2007 vrij mogen werken in Nederland. De afspraken gaan over normen voor huisvesting, inburgering, informatie-uitwisseling en zaken die met werk te maken. Dit schrijven minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie in een brief aan de Tweede Kamer.

De bewindslieden hebben de afgelopen tijd met betrokken partijen gesproken en een werkgroep van Rijk, gemeenten en werkgevers en vakbonden opgericht die oplossingen moet aandragen. Ze willen daar ook de Poolse gemeenschap bij betrekken.

Donner en Vogelaar constateren in hun brief aan de Kamer positieve effecten van het vrij werknemersverkeer op de arbeidsmarkt: de arbeidsmigranten zijn een welkome aanvulling op de krappe arbeidsmarkt. De mensen uit deze landen werken vooral in sectoren met tekorten, er is nauwelijks sprake van verdringing.

Volgens de bewindslieden hebben gemeenten, werkgeversorganisaties en individuele werkgevers in de afgelopen jaren al maatregelen genomen om deze groep werknemers op te vangen. Zo zijn er gemeenten die samen met werkgevers of corporaties zorgen voor goede huisvesting, zowel in bestaande woningen als op nieuwe locaties zoals Polen-hotels of containerwoningen. Ook zijn er gemeenten die alleen huisvesting aanbieden aan gecertificeerde uitzendbureaus. Sommige sectoren kennen in hun cao aparte afspraken voor huisvesting van buitenlandse werknemers. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de handhaving van de huisvesting.

Extra inspanning nodig van alle partijen

De bewindslieden erkennen niettemin dat er problemen zijn, die een extra inspanning vragen van alle partijen. Donner en Vogelaar schrijven in de brief aan de Kamer verder dat bestaande capaciteit voor huisvesting zo goed mogelijk benut moet worden. Zo wordt gekeken naar de mogelijkheid om deze arbeidsmigranten te huisvesten in asielzoekerscentra die vrijkomen door de pardonregeling van het kabinet, waarbij bepaalde asielzoekers een verblijfsvergunning krijgen. Gemeente kunnen zelf, al dan niet met de werkgevers, zoeken naar gebouwen die snel omgebouwd kunnen worden. Minister Vogelaar gaat met provincies bespreken welke rol zij daar bij kunnen spelen en zal ook corporaties aanspreken op hun verantwoordelijkheid.

Werkgevers hebben een morele verantwoordelijkheid voor goede huisvesting van de arbeidsmigranten uit de zogenaamde MOE-landen. 'Zij kunnen en moeten tijdig over adequate huisvestingsopties nadenken', aldus Donner, die aangeeft dat daar in de praktijk ook goede voorbeelden van zijn. Donner en Vogelaar vinden dat de aandachtswijken moeten worden gevrijwaard van overlast van arbeidsmigranten.

Gemeenten kunnen daar zelf veel aan doen, onder meer door het sturen van kamergewijze verhuur en strikte handhaving, zoals in een aantal gemeenten ook al gebeurt. De VNG gaat ervaringen hiervan van grotere gemeenten beschikbaar stellen aan kleinere gemeenten.

Er zijn gemeenten die de wettelijke procedures voor de ruimtelijke ordening ervaren als barrière voor de realisatie van nieuwe woonmogelijkheden. Er zijn verschillende mogelijkheden in de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Minister Vogelaar zal gemeenten nadrukkelijker wijzen op deze wettelijke mogelijkheden om tijdelijke huisvesting te realiseren. En ervoor zorgen dat het verschil voldoende duidelijk is zodat vaker van artikel 19 gebruik kan worden gemaakt. Vogelaar wil de Huisvestingswet in 2008 wijzigen om gemeenten de mogelijkheid te geven een bestuurlijke boete op te leggen.

Extra controles op arbeidsomstandigheden en naleven minimumloon

De Arbeidsinspectie wordt uitgebreid om meer en betere controles uit te kunnen voeren op de arbeidsomstandigheden en naleving van arbeidsvoorwaarden. Er komen in 2008 24.000 controles op arbeidsomstandigheden en 10.000 controles op illegale tewerkstelling. De uitbreiding richt zich vooral op controle op illegale tewerkstelling en naleving van het minimumloon; voor dat laatste komen 800 extra controles in 2008, 1700 in 2009. De extra controles richten zich vooral op de land- en tuinbouw en de bouw.

Er zijn veel klachten van onder meer de vakbonden dat buitenlandse werknemers weliswaar het minimumloon verdienen maar daarvoor te veel uren moeten werken. De Arbeidsinspectie gaat voortaan eerder boetes opleggen indien sprake is van structureel meer uren werken dan gebruikelijk is in een sector. Mocht dat niet helpen, dan is Donner bereid zo nodig de wet aan te passen.

Niet-gecertificeerde uitzendbureaus worden in 2008 steviger gecontroleerd, zo kondigt Donner ook aan in zijn brief. De Arbeidsinspectie zal bij alle bureaus die zij in Rotterdam, Den Haag en het Westland aantreft met de Belastingdienst en de SIOD nader onderzoek doen, ook al is niet direct sprake van overtredingen. Notoire overtreders, waaronder malafide intermediairs, worden gericht aangepakt. Daarbij worden ook de uitkomsten betrokken van de gemeentelijke huisvestingsonderzoeken in Rotterdam en Den Haag waarbij misstanden aan de orde zijn.

Informatiepunt voor scholen

Sommige basisscholen hebben te maken met relatief veel kinderen uit Midden- en Oost-Europa. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap richt op korte termijn een informatiepunt op waar scholen die hiermee geconfronteerd worden praktische ondersteuning en advies kunnen krijgen. Momenteel volgen 7.000 kinderen uit deze landen basisonderwijs in Nederland. Vanaf vier extra leerlingen uit die landen kunnen scholen hiervoor extra geld krijgen, een eenmalige van 4.600 euro en nog eens 1.182,30 per kind.

Minister Vogelaar gaat met gemeenten bekijken of voor MOE-landers die hier kort zijn een voorlichtingspakket met taal en kennis van de Nederlandse samenleving ontwikkeld kan worden. Midden- en Oost-Europeanen die hier langer willen zijn, moet zich meer verdiepen in de Nederlandse taal en samenleving. Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid van Rijk, gemeenten, werkgevers en de arbeidsmigranten zelf. Gemeenten kunnen hen een inburgeringsprogramma aanbieden. Bekeken wordt of inburgering gekoppeld kan worden aan de uitzendcao. Minister Vogelaar gaat met gemeenten, werkgevers en zelforganisaties praten hoe deze arbeidsmigranten beter bij het verenigingsleven in Nederland betrokken kunnen worden.

De volledige tekst van de brief van de minister staat op http://docs.szw.nl/pdf/34/2007/34_2007_3_11327.pdf