Kamerbrief inzake NAVO-ministeriële te Brussel d.d. 7 december 2007
20-12-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Op 7 december jl. vond in Brussel de jaarlijkse formele bijeenkomst
plaats van de Noord Atlantische Raad (NAR) in de samenstelling van
ministers van Buitenlandse Zaken. Daarnaast vonden ministeriële
bijeenkomsten plaats van de NAVO-Rusland Raad (NRR), de NAVO-Oekraïne
Commissie (NUC) alsook een lunch met de partnerlanden van de
Mediterrane Dialoog (MD).
Noord-Atlantische Raad
De ministeriële NAR was vooral gericht op de lopende operaties in
Afghanistan en Kosovo en op de voorbereiding van de NAVO-top in
Boekarest (2 tot 4 april 2008).
Ik heb de discussie geopend met een toelichting op het Kabinetsbesluit
van 30 november jl. Nederland zal na 1 augustus 2008 voor twee jaar
een nieuwe bijdrage leveren aan ISAF. In deze nieuwe missie zullen
belangrijke andere accenten worden gezet. De opbouwinspanning door de
Afghaanse regering en Niet-gouvernementele Organisaties (NGO's) zal
met meer middelen worden ondersteund en bevorderd. Daarnaast zal de
ondersteuning van en begeleiding bij de opbouw van adequaat bestuur
worden geïntensiveerd. Ook de training en begeleiding van Afghaanse
veiligheidsinstanties zal worden geïntensiveerd.
Ik heb tevens gezegd dat Nederland hoe dan ook zijn leidende militaire
verantwoordelijkheid in Uruzgan per 1 augustus 2010 zal beëindigen.
Vanaf 1 augustus 2010 zal de terugtrekking van de Task Force Uruzgan
zo spoedig mogelijk geschieden, zodat deze per 1 december 2010 is
afgerond. Ik heb daarbij benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van
de NAVO is de vigerende behoeftestelling voor ISAF, inclusief Uruzgan,
tijdig te vullen. Van het door mij gestelde is goede nota genomen,
zowel door de SG als door mijn collega's.
Ik heb mijn waardering uitgesproken voor de politiek toegezegde
bijdrage in Uruzgan van Frankrijk, Hongarije, Slowakije en Tsjechië,
welke voor Nederland een belangrijk teken zijn van politieke en
militaire bondgenootschappelijke s olidariteit. Ik heb de SG NAVO en
SACEUR bedankt voor de inspanning die zij hebben geleverd om deze
partners te helpen vinden. Tegelijkertijd heb ik ook gezegd dat de
bijdrage van derde partners minder is geweest dan was gehoopt.
Voorts is gesproken over de prioriteiten in het Afghanistan-beleid de
komende jaren.
Ik heb daarbij drie thema's genoemd:
1. de noodzaak van versnelde Afghanisering (zowel van de
veiligheidsstructuren als op het gebied van
ontwikkelingsprogramma's). Ik heb daarbij gezegd dat de rol van de
NAVO de komende jaren zich meer zal richten op training en
mentoring van het Afghaanse leger, en minder op operationele
veiligheidsassistentie. Daarbij heb ik aangegeven dat de NAVO naar
verwachting nog wel vele jaren in Afghanistan actief zal zijn;
2. het belang van een sterker civiel profiel van de Internationale
Gemeenschap in Afghanistan. Veel van de vraagstukken in
Afghanistan kunnen immers niet (louter) met militaire middelen
worden opgelost;
3. het rekening houden met lokale Afghaanse structuren en
omstandigheden. In dit kader heb ik niet alleen aandacht gevraagd
voor de tribale aspecten van bestuur en ontwikkeling, maar heb ik
ook gezegd dat de internationale gemeenschap president Karzai moet
blijven aanmoedigen te zoeken naar politieke oplossingen voor de
problemen in Afghanistan.
Deze thema's kwamen ook terug in de interventies van andere
bondgenoten. Eén en ander zal verder worden uitgewerkt in het
(geïntegreerde) politiek-militaire strategische plan dat de NAVO zal
gaan opstellen en dat naar verwachting zal kunnen worden aangenomen
tijdens de NAVO-top in Boekarest. In de conclusies van de ministeriële
vergadering is, mede naar aanleiding van de Nederlandse wens, de notie
opgenomen dat dit plan rekening zal houden met belangrijke ijkmomenten
zoals het aflopen van het Afghanistan Compact eind 2010.
Naast een robuuste militaire presentie werd het belang van
samenwerking met andere internationale actoren onderstreept. In het
veld is weliswaar sprake van een geïntegreerde aanpak ("comprehensive
approach"), maar er is niettemin ruimte voor verdere verbetering. De
coördinatie van de internationale gemeenschap in Kaboel en op
hoofdkwartier-niveau kan worden verbeterd door structurele afspraken
over samenwerking tussen internationale organisaties. Tot slot was er
brede overeenstemming dat meer moet worden ingezet op strategische
communicatie en publieksdiplomatie ter ondersteuning van
NAVO-operaties.
Ook met betrekking tot Kosovo was de bijeenkomst constructief. Er
bestond overeenstemming binnen de NAVO over voortzetting van KFOR op
basis van VN Veiligheidsraadresolutie 1244, zolang de Veiligheidsraad
niet anders beslist. KFOR blijft op sterkte en de NAVO zal resoluut
reageren op pogingen die de veiligheid van de bevolking van Kosovo
kunnen verstoren.
Voorts is er gesproken over de stand van zaken met betreking tot de
uitbreiding van de NAVO, zij het niet in conclusieve zin. De drie
landen met een "Membership Action Plan", Albanië, Kroatië en
Macedonië, werden aangemoedigd een extra inspanning te leveren op het
gebied van politieke en militaire hervormingen. Een eventuele
uitnodiging tot lidmaatschap blijft afhankelijk van de mate waarin de
MAP-landen voldoen aan de NAVO-criteria en bijdragen aan de veiligheid
en stabiliteit van het Bondgenootschap. Besluitvorming over mogelijke
uitbreiding van de NAVO zal pas plaatsvinden tijdens de NAVO-top in
Boekarest.
Het communiqué bevat naast de conclusies ten aanzien van hogergenoemde
onderwerpen ook verwijzingen naar werkzaamheden die voor de top in
Boekarest tot een concreet resultaat moeten leiden. Het gaat dan
ondermeer om de formulering van NAVO-beleid op het gebied van
energieveiligheid en cyber defence alsmede om versterking van de
samenwerking met partnerlanden in het kader van de Euro-Atlantische
Partnerschap Raad.
NAVO-Rusland Raad
De NRR leidde tot een openhartige discussie tussen de NAVO en de
Russische Federatie over de toekomst van het CSE-Verdrag,
ontwikkelingen in Kosovo en de Amerikaanse plannen voor een
raketschild met installaties in Polen en Tsjechië. Hoewel de Russische
minister van Buitenlandse Zaken, Lavrov, het Russisch ongenoegen over
het vermeende gebrek aan tegemoetkomendheid van de NAVO-partners niet
onder stoelen of banken stak, benadrukte hij toch keer op keer het
belang van voortgezette dialoog.
NAVO-Oekraïne Commissie (NUC)
Tot slot vond een ministeriële bijeenkomst plaats van de NUC. Deze was
vooral bedoeld om het belang van de wederzijdse banden te benadrukken.
De Oekraïnse vice-minister van Buitenlandse Zaken, Volodymyr
Khangogiy, kondigde aan dat de nieuwe regering spoedig MAP-status zal
aanvragen.
Mediterrane Dialoog
De bijeenkomst met de zeven landen van de Mediterrane Dialoog
(Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Marokko, Mauretanië en Tunesië)
vond plaats op een gunstig moment (net na de Annapolis-conferentie).
De waarde van praktische samenwerking werd benadrukt. Landen van de
Mediterrane Dialoog nemen steeds vaker deel aan NAVO-operaties en
NAVO-trainingsactiviteiten. Na Israël en Egypte legt nu ook Marokko de
laatste hand aan een Individueel Samenwerkingsprogramma met de NAVO.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Bijlagen
* Bijlage | PDF, 87 Kb
Ministerie van Buitenlandse Zaken