Raad van State
Uitspraak
Zaaknummer: 200706492/2
Publicatie datum: donderdag 20 december 2007
Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Brabant
---
200706492/2.
Datum uitspraak: 20 december 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State op verzoeken om het treffen van een voorlopige
voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het
geding tussen onder meer:
1. , gevestigd te ,
2. , wonend te ,
3. , wonend te ,
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 13 november 2006 heeft de gemeenteraad van Reusel-De
Mierden, het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Kleine Hoeven"
vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 3 juli 2006, no. 1246430,
beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.
Tegen dit besluit hebben onder meer bij brief van
11 september 2007, bij de Raad van State ingekomen op 12 september
2007, bij brief van 12 september 2007, bij de Raad
van State ingekomen op 13 september 2007, en bij
brief van 29 augustus 2007, bij de Raad van State ingekomen op 14
september 2007, beroep ingesteld. Voorts hebben verzoekers de
Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 december 2007,
waar , vertegenwoordigd door mr. W. Krijger,
werkzaam bij Krijger Advies, , in persoon en
bijgestaan door ir. A.K.M. van Hoof, werkzaam bij Milieu-adviesbureau
Het Groene Schild, en , in persoon, zijn
verschenen. Voorts is daar gehoord de gemeenteraad van Reusel-De
Mierden, vertegenwoordigd door ir. J. Toncman, K. Boon en C.
Stolkwijk, ambtenaren van de gemeente. Verweerder is, met bericht,
niet verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is
niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Verzoekers vrezen, samengevat weergegeven, dat de
inwerkingtreding van het plan zal leiden tot onomkeerbare gevolgen.
2.3. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat het plan, voor
zover dit niet de reeds bestaande bebouwing betreft, op zijn vroegst
vanaf juni 2008 zal worden verwezenlijkt. Als eerste zal, zo is ter
zitting gebleken, een bestaande weg worden verbreed, waarna
bouwwerkzaamheden kunnen aanvangen. Van aanvragen om een
bouwvergunning is uit de stukken en het verhandelde ter zitting niet
gebleken. Derhalve bestaat niet de verwachting dat op korte termijn
met de uitvoering van het plan zal worden begonnen. De Voorzitter is
gelet hierop van oordeel dat geen sprake is van een spoedeisend belang
dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Er
bestaat dan ook aanleiding de verzoeken om het treffen van een
voorlopige voorziening af te wijzen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State:
wijst de verzoeken af.
Aldus vastgesteld door mr. A. Kosto, als Voorzitter, in
tegenwoordigheid van mr. M. Vogel-Carprieaux, ambtenaar van Staat.
w.g. Kosto w.g. Vogel-Carprieaux
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 december 2007
458.