Rechtbank Alkmaar
18-jarige jongen veroordeeld voor mishandeling met de dood als gevolg
De meervoudige kamer van de rechtbank heeft vandaag een 18-jarige
jongen veroordeeld tot 12 maanden jeugddetentie, waarvan 4 maanden
voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar voor mishandeling met de
dood tot gevolg. Tijdens de proeftijd moet de verdachte verplicht
contact onderhouden met de jeugdreclassering. Net als de officier van
justitie acht de rechtbank de primair tenlastegelegde doodslag en de
subsidiair tenlastegelegde zware mishandeling met de dood als gevolg
niet bewezen. Hiervan is de verdachte dan ook vrijgesproken. Verdachte
heeft ten tijde van de uitspraak reeds 8 maanden in voorarrest
doorgebracht, welke tijd gelijk is aan het onvoorwaardelijk deel van
de straf. Verder heeft de rechtbank de civiele vordering van de ouders
van het slachtoffer toegewezen.
Op 23 april 2007 heeft de toen 17-jarige verdachte met zijn vuist
meermalen tegen het hoofd van Gerd Nan van Wijk geslagen. Gerd Nan
overleed later op die dag aan zijn verwondingen. De dood van Gerd Nan
is het gevolg van meerdere hersenletsels die hebben geleid tot
vochtophoping in de hersenen. Met name uit de verklaringen van twee
deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut is naar voren
gekomen dat sprake is van een weinig voorkomend letsel en dat voor het
ontstaan van het geconstateerde hersenletsel geen excessief geweld
nodig was.
Volgens de verklaring van de verdachte wilde hij Gerd Nan een lesje
leren en was het de bedoeling om hem pijn te doen, niet om hem te
doden of zwaar letsel toe te brengen. Van opzet kan ook worden
gesproken als de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard
dat het slachtoffer door zijn handelen zou komen te overlijden of
zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Naar het oordeel van de
rechtbank kan niet worden vastgesteld dat de kans op overlijden of
zwaar letsel als gevolg van een vuistslag tegen het hoofd zodanig
groot was dat van een aanmerkelijke kans kan worden gesproken, en
evenmin kan worden bewezen dat de verdachte zich die kans ten tijde
van het gebeuren bewust is geweest en deze op de koop toe heeft
genomen. Van voorwaardelijke opzet is dan ook geen sprake.
Het voorwaardelijk deel van de opgelegde jeugddetentie is groter dan
de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank geeft hiermee
uitdrukking aan de ernst van het feit. In het bijzonder neemt de
rechtbank daarbij het zeer ernstige gevolg in aanmerking, te weten de
dood van Gerd Nan. Verdachte heeft hiermee aan de nabestaanden
onherstelbaar en onbeschrijflijk leed toegebracht. Verder neemt de
rechtbank in aanmerking dat het feit plaatsvond op het schoolplein van
een middelbare school op klaarlichte dag, in aanwezigheid van
scholieren, waaronder vrienden van Gerd Nan. Mede hierdoor heeft het
feit een enorme schok in de maatschappij teweeggebracht.
Bron: Rechtbank Alkmaar
Datum actualiteit: 20 december 2007 Naar boven