European Union



Brussel, 20 december 2007

Mediageletterdheid: weet de burger echt hoe hij het best kan omgaan met blogs, zoekmachines of interactieve tv?

De media ondergaan veranderingen en het gebruik ervan door de burger dus ook. Door nieuwe informatie- en communicatietechnologieën is het veel gemakkelijker geworden informatie te verzamelen en te verspreiden, te communiceren, te publiceren of zelfs uit te zenden. Het vermogen van burgers om datgene wat zij in de media aantreffen met een kritische blik te analyseren en een meer geïnformeerde keuze te maken, ook wel mediageletterdheid genoemd, is dan ook van steeds groter belang voor actief burgerschap en democratie. Naar aanleiding van een EU-onderzoek dat vorig jaar plaatsvond, heeft de Europese Commissie vandaag plannen bekend gemaakt om de ontwikkeling van mediageletterdheid en de uitwisseling van goede praktijken in heel Europa aan te moedigen.

"In een digitaal tijdperk is mediageletterdheid van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de burger zich volledig kan ontplooien en zich actief kan opstellen", aldus Viviane Reding, commissaris voor informatiemaatschappij en media. "Kunnen lezen en schrijven, de traditionele geletterdheid, is vandaag de dag niet langer toereikend. De burgers moeten zich meer bewust worden van de manier waarop zij zich doelmatiger kunnen uitdrukken en hoe zij wat anderen meedelen, met name op blogs, via zoekmachines of in reclame, moeten interpreteren. Iedereen, jong of oud, moet leren om te gaan met de nieuwe digitale wereld waarin wij leven. Permanente informatie en educatie is wat dit betreft belangrijker dan regelgeving"

Mediageletterdheid heeft betrekking op alle soorten media met inbegrip van televisie, film, video, websites, radio, videospelletjes en virtuele gemeenschappen. Het is, anders geformuleerd, het vermogen om toegang te krijgen media-inhoud, deze te begrijpen, te evalueren en te creëren. Gewone burgers krijgen steeds meer toegang tot online-inhoud en kunnen deze zelf ook online zetten, zodat deze in de hele wereld zichtbaar is. Vandaag de dag heeft echter niet iedereen een volledig inzicht in de context waarin dergelijk materiaal wordt geschreven, gezien of gelezen of de eventuele gevolgen van het zelf publiceren van materiaal. Iedereen moet nieuwe vaardigheden ontwikkelen om inhoud actief te kunnen communiceren en creëren. In een mondiale en multiculturele omgeving doen zich nieuwe problemen voor die verband houden met de media en die tot bezorgdheid leiden wat betreft veiligheid, inclusie en toegang voor iedereen.

Deze mededeling van de Commissie is het eerste beleidsdocument over mediageletterdheid op EU-niveau. De mededeling concentreert zich op de drie volgende gebieden:

o mediageletterdheid voor commerciële communicatie, waarin thema's worden behandeld die betrekking hebben op reclame,

o mediageletterdheid voor audiovisuele werken, dat deels gaat over publieksvoorlichting over Europese film en verbetering van creatieve vaardigheden,

o en mediageletterdheid online die de burgers meer kennis zal verschaffen over de wijze waarop Google en andere zoekmachines voor het internet werken.

De mededeling voegt een nieuwe bouwsteen toe aan een Europees audiovisueel beleid. Ze vormt een aanvulling op de nieuwe richtlijn audiovisuele mediadiensten zonder grenzen (zie IP/07/1809) en het ondersteunende programma MEDIA 2007 voor de ontwikkeling en distributie van Europese films. Voorts wordt aangekondigd dat in 2008 een studie zal worden uitgevoerd van de wijze waarop niveaus van mediageletterdheid moeten worden beoordeeld. De resultaten hiervan zullen worden opgenomen in het verslag over de niveaus van mediageletterdheid dat op grond van de nieuwe richtlijn audiovisuele mediadiensten zonder grenzen moet worden opgesteld. "Ik ben van mening dat het met name wat reclame betreft beter is mediageletterdheid te bevorderen dan te pleiten voor een verbod op reclame, waar ik geen voorstander van ben",aldus EU-commissaris Reding.

De Commissie zet zich actief in voor het ontwikkelen en uitwisselen van goede praktijken inzake mediageletterdheid in de digitale omgeving door bestaande programma's en initiatieven en zal indien nodig in de toekomst een reeks aanbevelingen goedkeuren. Tot slot roept de Commissie de lidstaten op de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor regelgeving aan te moedigen tot grotere betrokkenheid en meer mee te werken aan de verbetering van het niveau van mediageletterdheid. Daarnaast wil zij gedragscodes ontwikkelen, alsmede kaders voor mederegulering in samenwerking met alle belanghebbende partijen op nationaal niveau.

Achtergrondinformatie:

De mededeling van de Comissie over mediageletterdheid maakt integraal deel uit van haar algemene beleid om het vertrouwen in en de invoering van online- inhoud te verbeteren. Ze volgt op een enquête die vorig jaar werd gehouden (zie IP/06/1326) onder alle belanghebbende partijen bestreek, dat wil zeggen: mediaorganisaties en industrie, aanbieders en producenten van inhoud, onderzoeks- en culturele instellingen, regelgevingsinstanties, burgers en consumentenorganisaties. Deze mededeling is het resultaat van deze uitgebreide raadpleging. De mededeling is te vinden op:

http://ec.europa.eu/avpolicy/media_literacy/index_en.htm De resultaten van de openbare raadpleging over mediageletterdheid zijn te vinden op :
http://ec.europa.eu/avpolicy/media_literacy/consultation/index_en.htm